Download de presentatie
GepubliceerdEsther Verlinden Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Hoogbegaafdheid: Een Uitdaging!
Jullie hebben een handout gekregen. Kijk eens naar de uitspraken die op de eerste pagina staan. Wie van jullie heeft een of meer van die uitspraken wel eens gedaan of stiekem gedacht? ‘Hoogbegaafdheid, pff, dat bestaat niet.’ ‘Hoezo hoogbegaafd, hij moet eerst maar eens een voldoende halen voor de wiskunde repetitie.’ ‘Hoezo hoogbegaafd, hij is gewoon lui.’ ‘Als hij dan zo slim is, waarom zorgt hij er dan niet voor dat hij over gaat?’ ‘Moet ik slimme leerlingen nu ook nog extra aandacht geven?’ Deze workshop gaat over uitdagingen. Het is een uitdaging voor mij om jullie vooroordelen weg te nemen. Er wordt altijd gezegd dat de hb leerling uitgedaagd moet worden. Het is een uitdaging voor jullie om deze leerlingen te herkennen en te erkennen. Ik ga jullie helpen een tipje van de sluier op te lichten. Het is een uitdaging voor jullie om er iets mee te doen! Hiermee gaan we een beginnetje maken in de tweede helft van de workshop. Ik ga jullie heel veel vertellen, voor sommigen is alles nieuw, voor anderen misschien slechts voor een deel. Vragen ter verduidelijking kun je tussendoor stellen. Discussievragen wil ik uitstellen tot het eind.
2
Wat is hoogbegaafdheid anders dan intelligentie?
Is er een verschil tussen hoogbegaafdheid en gewoon slim zijn? Ik weet dat sommigen met deze vraag worstelen. Wie denkt dat er eigenlijk geen verschil is?
3
Herkenbaar? Leerling B Leerling A heeft altijd vragen
diep betrokken, daarom soms afwezig drijft op complexiteit, ook in woorden hangt rond en test uit presteert bovenge-middeld – ondermaats ‘uitvinder’ kent de antwoorden gefocust en oplettend houdt van simpele logica werkt hard presteert bovengemiddeld ‘technicus’ Laten we hier eens op voortborduren. Is er een verschil tussen hoogbegaafdheid en slim zijn. Stel we hebben twee leerlingen. Leerling A en Leerling B. Probeer te bedenken welke leerlingen die je kent op leerling A of leerling B lijken. Leerling A zou je slim kunnen noemen. Leerling B kan slim overkomen, maar heeft ook iets anders en is waarschijnlijk hoogbegaafd.
4
In deze cartoon is nog eens aangegeven dat de manier van denken bij hoogbegaafde kinderen anders is. Ze denken meer out of the box. Het normale kind rekent netjes uit hoe lang Lio over 10 km doet en hoe lang Noël er over doet. Het slimme kind leest de vraag goed en ziet dat er gevraagd wordt hoe lang het duurt voor dat Lio en Noël er beiden zijn. Het hoogbegaafde kind haalt er van alles bij dat de snelheid kan beïnvloeden. Misschien doet hij dit alleen in zijn hoofd. En het kan zijn dat hij daardoor niet eens tot een antwoord komt. De juf denkt dan dat hij het niet snapt en gaat hem verkeerd benaderen.
5
Definitie is afhankelijk van je doel!
We gaan er nu vanuit dat er verschil is tussen hoogbegaafdheid en intelligentie of slimheid. We willen graag een kloppende definitie: wat is hoogbegaafdheid dan. In de literatuur zijn er allerlei definities in omloop. Definities willen we hebben, omdat we dat handig vinden. Zo kunnen we kinderen bijvoorbeeld beter begrijpen, beter begeleiden of beter benaderen. Welke definitie toegepast wordt, is afhankelijk van de setting en wat je er mee gaat doen. Het doel kan bijvoorbeeld zijn: de beste leerling uitzoeken voor een wedstrijd, of de onderpresteerders helpen. Een definitie wordt meestal in een model geplaatst. Dit is een veel gebruikt model. Het model van Monks. Er zijn drie kenmerken die je tegelijkertijd terugziet bij hoogbegaafdheid. De overlap is in potentie hoogbegaafdheid. Let op hoe je de Engelse termen zou vertalen en hoe het in een Nederlandstalig model terugkomt : boven gemiddeld vermogen ïƒ intelligentie. Creativiteit ïƒ vermogen tot associatief denken. Out of the box denken. Als er een doel is ergens in vastbijten en niet meer loslaten ïƒ motivatie
6
Omgeving is ook belangrijk
Als je de eigenschappen bezit die in het model van Monks staan, wil het nog niet zeggen dat je hoogbegaafd gedrag kan vertonen, of vertoont. De omgeving is natuurlijk ook zeer bepalend. Renzuli heeft het model van Monks overgenomen en de omgeving toegevoegd. Vrienden, gezin en school hebben invloed op de uiting van hoogbegaafdheid. Let ook op de nederlandse vertaling van task commitment! Voor onderpresterende hoogbegaafden is motivatie eigenlijk een slechte vertaling van task commitment.
7
Hoogbegaafdheid en hoogbegaafd gedrag: daar zit nog wel wat tussen
Dit model wordt nog wel eens gebruikt om te laten zien of te onderzoeken waardoor het komt dat iemand met hoogbegaafde eigenschappen wel of niet tot hoogbegaafd gedrag komt.
8
Kenmerken die je vaak ziet bij hoogbegaafden
Leerhonger, drang tot begrijpen, onderzoeken Gedreven, veel bewegen, veel praten gedachtestroom niet stil kunnen zetten Gevoelig, gevoel voor rechtvaardigheid, empathie Verbeeldingskracht, fantasievol, wegdromen In deze dia zie je de eigenschappen zoals Monks ze in een schema heeft gezet in andere en meer woorden terugkomen. Er zijn nog wat meer kenmerken aantoegevoegd die je ook vaak bij hoogbegaafden ziet, zoals gevoelig.
9
Om hoeveel leerlingen gaat het?
Hoeveel hoogbegaafde leerlingen zitten er in een V+ klas? Hoeveel hoogbegaafde leerlingen zitten er in een Havo klas? Het komt voor dat docenten geen tijd willen besteden aan hoogbegaafde leerlingen omdat er maar zo weinig zijn in een klas. Er zijn veel meer leerlingen die aan de onderkant hulp nodig hebben. (En de hb kinderen zijn toch wel slim genoeg om zichzelf te helpen.) Laten we eens gaan kijken om hoeveel leerlingen het eigenlijk gaat. Wat denk je: hoeveel leerlingen zitten er gemiddeld in een V+ klas? En hoeveel zitten er in een havo klas? Zitten ze er überhaupt hoogbegaafde leerlingen in een havo klas?
10
Om hoeveel leerlingen gaat het?
In de hele bevolking is 1 op 44 hoogbegaafd (iq hoger dan 130). In deze grafiek is af te lezen hoeveel procent van de totale bevolking een bepaald iq heeft. VWO leerlingen hebben volgens het NIO (Nederlandse Intelligentietest voor het Onderwijsniveau) een iq vanaf 116. Havo leerlingen tussen de 108 en 115. Onze vwo leerlingen kunnen dus een iq hebben dat ligt tussen 116 en laten we zeggen 140 of misschien nog hoger. Dit is een vrij breed gebied, zeker als je het vergelijkt met de bandbreedte voor het VMBO onderwijs (90-107) , waarin je verschillende schooltypes hebt, van VMBO BB tot VMBO TL. Onze VWO leerlingen hebben zo bekeken ook ‘recht’ op differentiatie! In elke plusklas zitten er gemiddeld , schat ik in. In de havo klassen kunnen ze ook zitten, als ze op de basisschool al zijn gaan onderpresteren.
11
Hoe herken je een hoogbegaafde leerling in de klas?
We hebben nu wat kenmerken gehoord. Praat eens met je buren welke leerlingen je hier in herkent. Of welke collega’s. Of welke eigenschappen heb jij zelf misschien of je eigen kinderen?
12
Ze zijn niet allemaal hetzelfde
Elk kind neemt zijn karakter, zijn levenservaringen, en zijn opvoeding mee. Zo kun je dus begrijpen dat niet alle hoogbegaafde kinderen hetzelfde zijn. Neihart en Betts hebben 6 profielen beschreven. Ze staan in het Engels in je handout. Waar pas jij in? Ken jij mensen in je omgeving die in een van de andere profielen passen? Welke leerling ken je voor elk profiel?
13
Profielen samengevat Hier zijn de profielen nog eens samengevat in het Nederlands. Autonoom, zelf sturend: zelfvertrouwen, intrinsiek gemotiveerd, sociaal Aangepast succesvol: perfectionistisch, faalangstig, zoekt bevestiging, inschikkelijk Uitdagend, creatief: gefrustreerd, verveeld, impulsief, ruziezoeken Onderduikend: onzeker, laag zelfbeeld, pakt geen uitdagingen op Risicoleerling: depressief, slechte resultaten, creatief Welke zijn moeilijk te herkennen? De onderduiker, dubbel-uitzonderlijk, risicoleerling, misschien ook de uitdagende. Hoe kun je deze profielen herkennen in de klas? Zie handout. Wisselende resultaten, eenzijdige belangstelling, luiheid, vragen naar het waarom, vragen vanuit associaties die je niet verwacht. Welke kunnen onderpresteren? Allemaal, kijk maar naar de volgende dia.
14
En als ze onderpresteren, hoe herken ik ze dan?
Uitsteller Geheime perfectionist Martelaar Muurbloempje Sociale type Ritselaar Ze kunnen door allerlei oorzaken (zie later) gaan onderpresteren. En als ze onderpresteren, hoe herken ik ze dan? Ook dat hangt natuurlijk helemaal van het kind. Deze typering helpt misschien wat bij de herkenning. Dit soort types zie je natuurlijk onder alle leerlingen. Maar je ziet het meer bij hoogbegaafde leerlingen. De succesvolle of autonome leerling kan ook gaan onderpresteren als hij niet genoeg uitgedaagd wordt. Uitsteller: ja, natuurlijk dat doe ik morgen (jongen of meisje) Geheime perfectionist: levert niets in want het is niet goed genoeg (meisje) Martelaar: aanval is de beste verdediging, de printer was kapot, Jantje heeft zijn spullen niet aangeleverd. Schuld ligt bij een ander.(jongen) Sociale type: alles lijkt perfekt te gaan, slecht in hun vel, compenseren over met grote mond, maskeren. (jongen) Muurbloempje: onzichtbaar maken, ze durft niet te vertellen dat ze problemen heeft (meisje) Ritselaar: voortdurend bezig dingen te regelen, afspraakje met de docent Deze typeringen vertellen je misschien ook al een beetje hoe je er als docent of ouder mee om moet gaan.
15
Hoogbegaafd maar toch niet zo slim ….
Hoe komt het nou dat het niet altijd goed gaat met een hoogbegaafde leerling? Ze zijn toch hoogbegaafd?
16
Is dit een Cheeta? Even een verhaal tussendoor.
Dit verhaal gaat over Bas en ook een beetje over de cheeta. Bas kijkt naar een film op National Geographic over Afrikaanse roofdieren. Zijn vader komt erbij zitten. Ze kijken samen naar het snelste zoogdier op land. De Cheeta kan tot 115 km/uur halen. Handig want die lekkere impala gaat net iets minder hard. Zijn vader belooft dat Bas een cheeta in het echt gaat zien. De volgende week gaan ze samen naar de dierentuin. Ze komen bij een hok waar helemaal achterin een cheeta onder een boom ligt te slapen. Het is net voedertijd. Er wordt een homp vlees over het hek gegooid. De cheeta rekt zich even uit, loopt met een gangetje van 1km per uur naar het hompvlees. Loopt er weer mee terug en eet het op. Bas zegt tegen zijn vader: dit is toch geen cheeta. Een Cheeta loopt toch veel harder? Er komt net een dierverzorger voorbij en die zegt dat volgend jaar het verblijf van de cheeta's vergroot wordt en ze dan levende dieren te eten krijgen. Een jaar later gaan Bas en zijn vader weer naar de dierentuin. Bas hoopt nu een echte cheeta te zien. Ze komen bij een mooie ruime savanneachtige wei. De cheeta's worden net gevoerd. Er wordt een konijntje over het hek gegooid. Het konijntje huppelt met gangetje 5 km per uur over de wei.. De cheeta spitst zijn oren, gaat recht op zitten, springt op, begint te rennen, maar remt weer af als hij het konijntje voorbijstevent. Hij grijpt het konijntje nog net, doodt het en eet het op onder zijn boom en sukkelt weer in slaap. Bas is niet echt tevreden. Op tv waren echte cheeta's, deze is niet echt. Dan opeens zie je de cheeta weer opkijken. In de wei ernaast staan impala’s en een daarvan is begonnen te rennen, langs het hek. Je ziet dat de instincten van de cheeta wakker worden geschud. Hij sluipt naar het hek, oren plat, begint te rennen, maar na een 10 tal meters zakt hij door zijn poten heen, struikelt en blijft min of meer geblesseerd liggen. Is dit nog een cheeta? Voor wie of voor wat is dit een metafoor? geen motivatie, geen uitdaging, geen prikkel, maar het ook niet meer kunnen
17
Enkele verklaringen voor onderpresteren
Automatisering en nadenken: anders voelen Overtuiging: zie je wel, ik kan het niet Geheugen: hoe moet ik dat nu leren? Motivatie: het wil niet, ik vind er niets aan Frustratietolerantie: nog nooit door hoeven zetten Hiaten Hoe kan het nou dat een hoogbegaafde niet gewoon hoge cijfers haalt? Enkele verklaringen. Automatisering en nadenken. Het deel van de hersenen waarin geautomatiseerde handelingen opgeslagen liggen is bij veel hoogbegaafden onderontwikkeld. Of het deel van de hersenen dat zou moeten automatiseren is bij hb onderontwikkeld. Het denken is heel erg ontwikkeld. Hoe komt dit? Het begint al vroeg in de ontwikkeling van een hb kind. Bij wijze van spreken al in de box. Een normale baby ligt in de box en ziet Elmo, zijn favoriete knuffel liggen. Hij probeert hem hem te pakken. Hij strekt zijn arm, zwaait er mee, mis. Nog een keer, nog een keer. Steeds weer wordt de handeling herhaald, tot ja, raak. Succes. Wat heeft hij geleerd: Doorzetten loont! En ondertussen zijn de bewegingen, handelingen zo vaak herhaald dat ze min of meer geautomatiseerd zijn. De hoogbegaafde baby zal ook zijn arm uitsteken, maar ontdekt al zijn snel dat een arm uitstrekken geen succes oplevert. Hij gaat onderzoeken en nadenken: als ik mijn arm strek gebeurt er dit, als ik mijn vingers open en weer sluit kan ik er mee grijpen. Als ik iets meer strek, kom ik verder. En ja hoor, na twee of drie keer heeft hij Elmo te pakken. Wat heeft hij geleerd: als ik goed nadenk heb ik Elmo veel eerder te pakken dan als ik dagen ga uitproberen. Dus ik hoef me niet zo uit te sloven. Ondertussen is er niets van deze handelingen geautomatiseerd. Je begrijpt nu waarschijnlijk al wel hoe je dit terug kan zien: hoogbegaafde leerlingen kunnen vaak maar een ding tegelijk doen, zelfs een potlood pakken kan minuten kosten. Ze doen alles namelijk met het denkende deel van de hersenen. En denken kan maar aan 1 ding tegelijk. De geautomatiseerde motoriek kan daardoor zwakker zijn. Dit kan dan ook allemaal maar raar lijken voor de omgeving, wat pestgedrag kan uitlokken. Als je daarbij optelt dat het kind zich toch al anders voelt… en weet dat je anders bent. Dan wordt het leven voor jou er niet vrolijker op. Doordat je alles moet en gaat overdenken voordat je het doet, kun je ook last hebben omdat het vertraging geeft. Een voorbeeld: mijn jongste zoon ging voordat hij naar zijn wisk B centraal examen ging, nog even alle formules, of trucjes of handelingen die hij moest kunnen toepassen bij het CE, bewijzen voor zichzelf. Want zei hij: ik ken mezelf , dan vertrouw ik het niet, en ga ik weer denken, waarom was dit ook al weer zo, en dan ga ik het helemaal beredeneren en bewijzen voordat ik de truc toepas, en dan krijg ik het niet af. Hij is door schade en schande wijs geworden, heeft met zijn slimme hoofd een paar keer een veel te laag cijfer gehaald (onderpresteren dus) en heeft zo zijn strategie aangepast! NB. Autistische kinderen weten dat ze anders zijn, maar kunnen het niet beredeneren. Ze zijn niet zo creatief, vaak in 1 ding geïnteresseerd, meer obsessief. Ze hebben heel goed geheugen, maar minder denkvermogen. Overtuiging, zie je wel ik kan het niet. Als een hb kind het altijd met begrip en nadenken heeft gered en op die manier succeservaringen heeft opgedaan, dan heeft hij dus nog nooit gefaald als hij bij ons op school komt. Alles gaat al 12 jaar vanzelf, lezen, rekenen, hij heeft zich nog nooit ergens voor in hoeven spannen. Dan snapt hij niet wat hem overkomt als hij zijn eerste onvoldoende haalt voor zijn Franse woordjes. Hij raakt ervan overtuigd dat hij het niet kan. Geheugen, hoe moet ik dat nu leren? De docent zegt dat hij beter moet leren en vindt hem lui. Maar hij heeft nog nooit geleerd en ervaren hoe hij iets in zijn geheugen moet stoppen. Hij heeft het altijd met begrip gedaan. Motivatie, het wil niet, ik vind er niets aan. En als iets niet lukt en er geen succesbelevingen meer zijn, raakt hij gedemotiveerd. Hij roept dan dat het een stom, saai vak is. Het kan natuurlijk ook zijn dat er demotivatie optreedt, doordat het allemaal te gemakkelijk is, er geen uitdaging inzit, of te veel van hetzelfde. Frustratietolerantie, nog nooit hoeven inzetten En omdat hij nooit heeft hoeven doorzetten, het ging immers allemaal zonder noemenswaardige inspanning, hij is al 8 jaar lang niet uitgedaagd, is hij helemaal niet gewend om zich in te zetten. Hij heeft het ook niet geleerd!! Bovendien is het veel interessanter wat er nog meer om hem heen gebeurt. Die dingen kan hij wel beredeneren namelijk. Hiaten Vergeet niet dat er bij hoogbegaafden gemakkelijk hiaten kunnen zijn ontstaan. Door klas overslaan, doordat ze bepaalde dingen nooit hebben geautomatiseerd, bv. persoonsvorm, enz. Door de eigenwijsheid van de hb leerling laat je snel op het verkeerde been zetten. De hb kinderen kunnen gaan vluchten in: ik kan het niet, het is saai, andere dingen zijn leuker, wegdromen, negatieve aandacht trekken. En afhankelijk van hun karakter en omgeving worden ze een van de typetjes onderpresteerder. De andere twee uitdagingen weglaten: Ze kunnen niet samenwerken want de anderen zijn te traag, denken anders. Zelfstandig werken kan moeilijk zijn door perfectionisme, faalangst, prins van universum syndroom
18
Het Baarnsch Lyceum: goed in hun vel, goed tot hun recht
Plusklassen met extra betavakken en klassieke talen, hoger tempo, meer huiswerk, andere didactiek, meer uitdaging Tutorproject - maatjes, groep Betasterren in bovenbouw - uitdaging Flexlessen – uitdaging, hiaten Talen - extra uitdaging Maatwerk en begeleiding voor leerlingen die vastlopen Extra vakken in bovenbouw - uitdaging Zo langzamerhand wordt het tijd te gaan kijken wat wij hiermee kunnen doen. Heel globaal nog even op een rijtje wat we schoolbreed doen voor de (hoog)begaafde leerlingen.
19
Ervaringen van enkele deskundigen ..
Je komt pas te weten wat er speelt als je contact maakt! En dan mogen jullie zelf eens na gaan denken wat je in je vakles zou kunnen doen. Als er tijd is eerst nog even wat ervaringen horen van enkele deskundigen. Vanaf 1.10 minuut tot 3 minuten Je komt het pas te weten als je in contact komt met de leerling. Hoe werkt het bij jou? Waarom doe jij het zo?
20
In jouw vakles Maak groepjes per vak of vakgebied
Ouders sluiten zich hierbij aan of vormen een eigen groep (hoe kun je als ouder begeleiden?) Lees de casussen door. Je mag ook zelf een casus inbrengen. Kies een casus uit. Wat is volgens jou het probleem? Bespreek met elkaar wat je in jouw vak(gebied) voor deze leerling zou kunnen doen om zijn talent tot zijn recht te laten komen Plenair: delen van ideeën Voor een taal kan dit dus iets heel anders zijn dan voor een betavak. Keuze uit twee casussen. Dit zijn casussen van onderpresteerders. Als je het daar niet over wilt hebben, dan mag je ook zelf een casus inbrengen in je groepje. Omschrijf wat volgens jou het probleem is. En brainstorm over wat je kunt doen om bij deze leerling het talent tot zijn recht te laten komen. Je kunt gebruik maken van de tips van de SLO die in de handout staan.
21
Kenmerken van opdrachten voor hoogbegaafden (SLO)
Moeilijk Uitdagend Open Echt probleem Nieuw Onderzoek stimuleren Hoog in de taxonomie van Bloom Reflectie Top down Keuze laten (autonomie)
22
1. Onthouden Informatie herinneren Herkennen, beschrijven, benoemen
Taxonomie van Bloom 6. Creëren Nieuwe ideeën, producten of gezichtspunten genereren Ontwerpen, maken, plannen, produceren, uitvinden, bouwen 5. Evalueren Motiveren of rechtvaardigen van een besluit of gebeurtenis Controleren, hypothetiseren, bekritiseren, experimenteren, beoordelen 4. Analyseren Informatie in stukken opdelen om de verbanden en relaties te onderzoeken Vergelijken, organiseren, uit elkaar halen, ondervragen, vinden 3. Toepassen Informatie in een andere context gebruiken Bewerkstelligen, uitvoeren, gebruiken, toepassen 2. Begrijpen Ideeën of concepten uitleggen Interpreteren, samenvatten, hernoemen, classificeren, uitleggen 1. Onthouden Informatie herinneren Herkennen, beschrijven, benoemen Hogere orde denken 
23
Of toch andersom?
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.