Download de presentatie
GepubliceerdJoost Cools Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
“Van gerst tot bier” Een biotechnologisch hoogstandje dat Vlaanderen wereldfaam verschaft. prof. dr. Guido Aerts
2
Wijnproductie versus bierproductie
Fruitsappen glucose vergistbare suikers N-componenten Vergisting Wijn gisttoevoeging
3
Enzymproductie in de granen
Bierproductie Granen Zetmeel en eiwitten Mouten Enzymproductie in de granen Enzymactiviteit kieming brouwen brouwen Vergistbare suikers N-componenten Bier gist
4
Grondstoffen voor de bierbereiding
MOUT (extractbron) BROUW-WATER GIST (facultatief) HOP
5
Keuzemogelijkheden van de grondstoffen een variatie aan eindprodukten
6
aan het beschikbare water het brouwwater bepaalde het biertype
voor 1 liter bier is 7 liter water nodig vroeger was watercorrectie onmogelijk de brouwmethode moest aangepast worden aan het beschikbare water het brouwwater bepaalde het biertype - Munchenertype - Dortmunter - Oudenaards - Pilzen - Pale Ale (Burton on Trend) - Wiener nu kan het brouwwater op maat bereid worden
7
HOP Klimplant die familie is van hennep tweehuizige plant hopbel = vrouwelijke bloemtros toevoegingsvormen - bellen - pellets - extract - geïsomeriseerd extract
8
GIST moet maltose kunnen vergisten vergisting kan gebeuren met - lage gist - hoge gist - gemengd - spontaan Dit vormt de basis voor onze rijke biercultuur.
9
MOUT = extractbron Om alcohol en CO2 te vormen, moet gist beschikken over een energiebron : suiker (vergistbaar) een stikstofbron voor groei en vermenigvuldiging : aminozuren peptiden Beide zijn aanwezig in een aangepaste verhouding in de meeste graansoorten. Gerst wordt het meest gebruikt.
10
Waarom gerst als grondstof ?
levert een enzymrijk mout structuur van het kaf is ideaal voor wortfiltratie optimale zetmeel / eiwit verhouding levert aangename smaakprofielen
11
Schematische voorstelling van een gerstkorrel
endosperm (meellichaam) schildje aleuronlaag kiem (embryo) kaf korreleinde korrelbasis
12
Noodzaak van moutbereiding
Het zetmeel en de eiwitten in granen zijn niet opneembaar. Zij moeten eerst gehydrolyseerd (= afgebroken) worden. Voor die afbraak zijn enzymen nodig. * Bij kieming worden in de korrel de nodige enzymen gevormd om die reservestoffen (zetmeel en eiwitten) af te breken en weer op te bouwen tot wortel, stengel en bladmateriaal.
13
Stadia in de moutproductie
Weken - Kiemen - Eesten weken * korrels snel van 15% tot 45% vocht brengen zodat hormoontransport in de korrel mogelijk wordt * weekduur : ± 2 dagen kiemen * ontwikkelen embryo * produceren enzymen * bereikbaar maken van reservemateriaal voor enzymen * kiemduur : 4 à 5 dagen
14
Schematische voorstelling van enkele processen tijdens een kieming
aleuronlaag
15
Stadia in de moutproductie
Weken - Kiemen - Eesten eesten * enzymproductie stopzetten * mout bewaarbaar maken * aroma- en kleurcomponenten vormen * duur : ± 1 dag ontkeesten of ontkiemen * verwijderen van gedroogde wortelkiemen
16
Stadia in de moutproductie
einde weken begin kiemen einde kiemen
17
Enkele mouttypes pilsmout caramelmout geroosterd mout
18
BROUWEN = de enzymatische extractie van mout voor het verkrijgen
van een gedeeltelijk vergistbare oplossing Stap 1 Malen van mout (= schroten) Kaf onbeschadigd, meelkern fijn Stap 2 Enzymatische afbraak Hydrolyse en oplossen van mout Stap 3 Filtratie Verwijdering van de niet opgeloste stoffen Stap 4 Koken van de wort Stabilisatie en aromatisatie van de wort Stap 5 Klaring van de wort Verwijdering van de hopresten en eiwitneerslag Stap 6 Koeling tot de ingistingstemperatuur en beluchting
19
Schematische voorstelling van de bierproduktie
Brouwwater Molen Draf Hopping Maischketel Whirlpool Kookketel Filtreerkuip Warmtewisselaar
20
Schematische voorstelling van de bierproduktie
(vervolg) Whirlpool Toevoeging van de gist Warmtewisselaar Fermentatie tank Lager tank Bier Filter
21
BROUWEN = de enzymatische extractie van mout voor het verkrijgen
van een gedeeltelijk vergistbare oplossing Stap 1 Malen van mout (= schroten) Kaf onbeschadigd, meelkern fijn Stap 2 Enzymatische afbraak Hydrolyse en oplossen van mout Stap 3 Filtratie Verwijdering van de niet opgeloste stoffen Stap 4 Koken van de wort Stabilisatie en aromatisatie van de wort Stap 5 Klaring van de wort Verwijdering van de hopresten en eiwitneerslag Stap 6 Koeling tot de ingistingstemperatuur en beluchting
22
Interactie enzym / substraat bepalend voor de effektiviteit van de enzymkatalyse
+ a c b a c b ES complex enzym
23
a- en b-amylase inwerking op amylose met vorming van maltose en malto-oligosacchariden
a-amylase reducerend einde b-amylase reducerend einde
24
b-amylase inwerking op amylopectine
met vorming van maltose en hoog-moleculaire dextrinen reducerend einde b-amylase
25
a-amylase inwerking op amylopectine met vorming van dextrinen
reducerend einde a-amylase
26
Proteasen betrokken bij de hydrolyse
van proteïnen cys lys val phe gly leu ala glu met tyr S thr asn asp his C OH O EXOPEPTIDASE (CARBOXY-PEPTIDASE) (AMINO-PEPTIDASE) N H ENDOPEPTIDASE carboxyl-end C-terminal A.A. amino-end N-terminal A.A.
27
Relatie tussen enzymactiviteit en temperatuur
28
Een voorbeeld van een maïschprocedure : infusiebrouwen
29
BROUWEN = de enzymatische extractie van mout voor het verkrijgen
van een gedeeltelijk vergistbare oplossing Stap 1 Malen van mout (= schroten) Kaf onbeschadigd, meelkern fijn Stap 2 Enzymatische afbraak Hydrolyse en oplossen van mout Stap 3 Filtratie Verwijdering van de niet opgeloste stoffen Stap 4 Koken van de wort Stabilisatie en aromatisatie van de wort Stap 5 Klaring van de wort Verwijdering van de hopresten en eiwitneerslag Stap 6 Koeling tot de ingistingstemperatuur en beluchting
30
Brouwtechnisch belangrijke hopcomponenten
worden vooral aangetroffen in de lupulinekorrels verlies aan lupuline = verlies aan brouwwaarde De belangrijkste componenten zijn : de hopharsen de essentiële oliën de polyfenolen
31
Rol van de a-zuren in de bierbereiding
zijn de belangrijkste grondstof voor de fijne bitterheid hebben maar gering bitterend vermogen worden door koking omgezet tot iso-a-zuren. Ze maken 90 % uit van het bitter karakter van bier
32
OMZETTING VAN a-ZUREN NAAR ISO-a-ZUREN
a-zuur trans-iso-a-zuur cis-iso-a-zuur R CH(CH3)2 cohumulon trans-isocohumulon cis-isocohumulon CH2CH(CH3)2 humulon trans-isohumulon cis-isohumulon CH(CH3)C2H5 adhumulon trans-isoadhumulon cis-isoadhumulon
33
Enkele componenten van hopolie
myrceen b-caryofylleen a-humuleen linalool geraniol (2-methylpropyl)isobutyraat 2-methylboterzuur humuleen-1,2-epoxide humuladiënon 1,2-epithiohumuleen
34
primaire omzetting bij de gisting
C6H12O6 glucose 2 C2H5OH CO2 gist
35
Metabole bijproducten van het suiker- en aminozuur metabolisme
- organische zuren - diacetyl en 2,3-pentaandion - hogere alcoholen - aldehyden en ketonen - esters - zwavelverbindingen
36
Concentratieverloop van enkele metabole bijproducten van het suiker- en aminozuur metabolisme
Gisting en lagering (dagen) Aldehyden in mg/l Diacetyl in mg/l Hogere alcoholen in mg/l Esters in mg/l
37
Vorming en reductie van vicinale diketonen tijdens fermentatie en lagering
Threonine Threonine Pyruvaat a-ketobutyraat a-acetohydroxybutyraat a-acetolactaat a-acetohydroxybutyraat a-acetolactaat oxidatieve decarboxylatie = beperkende stap CO2 CO2 ISOLEUCINE VALINE 2,3 - PENTAANDION DIACETYL Acetylethylcarbinol Acetoïne 2,3 - PENTAANDIOL 2,3 - BUTAANDIOL
38
Vorming van organische zuren tijdens de fermentatie
Oxaloacetaat Pyruvaat Triose fosfaten Glucose-6-fosfaat Vergistbaar suiker Glycerol Ethanol Lactaat CO2 Malaat Fumaraat Succinaat Acetaat Acetyl CoA Citraat a-Keto- glutaraat a-Hydroxy Glutamaat Gistcel-membraan Vorming van organische zuren tijdens de fermentatie
39
De vorming van hogere alcoholen : algemeen schema
carbohydraat metabolisme a-keto glutaraat glutamaat X trans- aminase specifiek decarboxylase CO2 Feed-back controle aminozuur metabolisme NADH (H+) NAD+ alcohol dehydrogenase
40
Gist-aroma profiel van bier afhankelijk van :
wortsamenstelling giststam gistingsparameters (druk, temperatuur) …
41
Sensorische evaluatie van bier
kijken: schuim - kleur ruiken: geur proeven: smaak en aroma mondgevoel nasmaak
42
Schematische voorstelling van de receptor-sites en van de begrippen geur en aroma
43
De verschillende zones op de tong die gevoelig zijn voor zoute, zure en bittere smaak
Ongevoelig voor zoete smaak Bijzonder gevoelig voor zoete smaak Bijzonder gevoelig voor zure smaak Ongevoelig voor zure smaak Ongevoelig voor zoute smaak Bijzonder gevoelig voor zoute smaak Bijzonder gevoelig voor bittere smaak Ongevoelig voor bittere smaak
44
Deze presentatie kan aangevraagd worden bij prof. dr. Guido Aerts.
(U krijgt dan per kerende mail een powerpoint-versie van deze voorstelling.)
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.