Download de presentatie
1
Jongeren over politiek
Bram Spruyt & Filip Van Droogenbroeck Vakgroep Sociologie – Vrije Universiteit Brussel In de aanloop naar de moeder der Verkiezingen, onderzochten wij de een aantal aspecten van hoe staan tegenover het politieke bedrijf. Indien u de JOP boeken doorheen de tijd vergelijkt, dan zal u vaststellen dat het thema jongeren en politiek altijd aanwezig was De redenen daarvoor zijn tweeërlei Vrij duidelijk stabiliteit van opvattingen en voorkeuren gevormd zijn, dat daar een zekere vorm van stabiliteit zich aftekent. Uiteraard veranderen mensen wel eens voorkeur of van opvatting, maar doorgaans liggen die limieten in zekere zinn vast. Waardoor het bestuderen van jongeren een beetje kijken in een glazen bol wordt. Wij als samenleving en meer meer bepaald via het onderwijs jongeen op te voedt tot kritische en actieve burgers. Opvoeden tot Burgerzin Het JOP heeft dat altijd verzameld. Soms ging dat over stemvoorkeur, of houdingen ten aanzien van maatschappelijke vraagstukken (etnischvooroordeel, )
2
Achtergrond: 3 tendensen
Tendens 1: Bezorgdheid over politieke kennis en betrokkenheid bij jongeren Tendens 2: Discussies over het verlagen de stemgerechtigde leeftijd Tendens 3: Algemene discussie over organisatie democratie Niet zozeer de concrete voorkeur voor partijen, ideologische verschillen of houdingen tegenover concrete politieke issues. Maar wel de houding of een aantal houdingen tegenover de politiek zelf. We doen dat tegen de achtergrond van drie tendens of drie vaststellingen. Tendens 1: Bezorgdheid Internationaal ook: jongeren minder vaak gaan stemmen (buiten de eerste keer) Politieke interesse is doorgaans laag Vlaanderen kan zeker nog een tandje bijsteken. We weten dat wat politieke kennis en betrokkenheid Vlaanderen echt wel een tandje mag bijsteken. In de laatste vergelijkende oefening uit 2009 bleek Vlaanderen het wat betreft die aspecten van burgerschap niet zo goed te doen. Dat is geen dramatisch verhaal, maar als we vergelijken met andere landen dan is er op dat vlak toch duidelijk nog een groeipotentieel. Tendens 2: Stemgerechtigde leeftijd Discussie heeft zich overal voorgedaan. Oostenrijk 2007 naar 16 jaar. Toch blijft het uitzonderlijk. Tegenargument: Jongeren zijn onvoldoende politiek volwassen. Als dat gezegd wordt, wordt twee dingen bedoeld. Angst voor beïnvloeding Angst voor een lage kwaliteit van de stem. In de discussies over hoe kunnen we die kennis en betrokkenheid opkrikken heeft er zich ook wel een evolutie voorgedaan. Tendens 3: Organisatie democratie Jongeren zijn natuurlijk op de eerste plaats deel van een bredere samenleving. In België geldt een opkomstplicht. We weten dat sinds duidelijk gecommuniceerd werd. Dalende opkomst cijfers. In België zien Populistische partijen Vroeger werd dat vooral gezien als het verzaken van de burgerplicht. Vandaag wordt daar veel meer ernstige vragen bij gesteld. (Kritiek van overtuigde democratie?) Een nieuw soort onderhandelingsdemocratie, mensen als Dehaene die zeggen dat ze een politicus van de vorige eeuw zijn, de G1000. Dat zijn zaken die bij ons leven, maar waarover ook in andere landen stevig over gediscussieerd wordt. Sociologie II – Hoofdstuk 17 2/04/ | pag. 2
3
Onderzoeksopzet De groei naar politieke volwassenheid
Relevante sociale verschillen Vergelijking 2006 – 2013 Basis: JOP-monitor 3 (postenquête) Dit hoofdstuk heeft drie grote doelstellingen - De jop-monitor is een uitstekend instrument om die verschillen uit te zetten naar leeftijd. Ik zal mij richten op wat wij denken dat de algemene tendens is die uit deze analyses naar voren komt. De meest opmerkelijke bevindingen. Het specifieke cijfers en verschillen, die vindt u in het boek Sociologie II – Hoofdstuk 17 2/04/ | pag. 3
4
Bestudeerde kenmerken
Politieke interesse Zelf ingeschatte politieke competentie Politieke machteloosheid Politiek populisme Alternatieve politieke participatie Geldige stemintentie Houding tegenover de opkomstplicht Gaan stemmen indien het niet verplicht was De rationale is dat en aantal opvattingen een voorbode of een gevolg zin van meer concrete gedraging. 1 Het gaat om de louter ingeschatte persoonlijk verhouding tot de politiek * De mate waarin men er in geïnteresseerd is De mate waarin men het gevoel heeft het te begrijpt 2 Dat zijn eigenlijk opvattingen die meer gaan over de verhouding tussen de persoon, de kiezer, de burger en het politieke bedrijf. Gedragingen Hebben jongeren een stemvoorkeur en hoe verhouden zij zich tot Vormen van alternatieve participatie zoals het tekenen van petitie, het meedoen aan manifestaties, gewoon over politieke praten. Sociologie II – Hoofdstuk 17 2/04/ | pag. 4
5
Politiek interesse en (zelfingeschatte) competentie
Enkele voorbeelden 27,4% leest soms over politiek 55% zapt weg indien er op tv een politieke discussie 48,5% is niet geïnteresseerd in politiek 38% akkoord met de stelling dat men over de politieke thema’s waarover gepraat wordt een mening heeft Politieke interesse Vaak gemeten, goede voorspeller van tal van andere vormen van politieke betrokkenheid Hier gemeten als het soms lezen over politiek, het niet geïnteresseerd zijn in politiek, of het wegzappen indien Nauw verbond met Politieke competentie Zou men ook politiek zelfvertrouwen kunnen noemen De mate waarin men het gevoel heeft dat men politiek begrijpt, er een mening over heeft. Om u een Uit ander onderzoek weten we dat politiek maar zelden een gespreksonderwerp vormt onder jongeren. Soms wel, maar dan gaat het over hele specifieke issues. Dat onderzoek toont ook dat jongeren een andere invulling geven. Veel minder het gevoel dat het direct een impact heeft op hun leven. Sociologie II – Hoofdstuk 17 2/04/ | pag. 5
6
Politieke interesse en zelfingeschatte competentie naar leeftijd
Politieke interesse is een van die kenmerken waarvan we weten dat het duidelijk varieert naar leeftijd (niet alleen in Vlaanderen zo) Sociologie II – Hoofdstuk 17 2/04/ | pag. 6
7
Politieke machteloosheid
Items % (Helemaal) akkoord Er stemmen zoveel mensen bij verkiezingen dat mijn stem er niet toe doet 22.1 De politieke partijen zijn alleen maar geïnteresseerd in mijn stem en niet in mijn mening 55.5 Van zodra ze verkozen zijn, voelen de meeste politici zich te goed voor mensen zoals ik 40.4 Stemmen heeft geen zin. De partijen doen toch wat ze willen. 37.4 Geringe politieke interesse wordt vaak gezien als het gevolg van het gevoel geen vat te hebben op het politieke bedrijf. Dergelijke gevoelens kunnen ingegeven zijn door meerdere oorzaken. Regels van het spel: een individu valt niet op in de massa Politieke partijen luisteren toch niet. Sociologie II – Hoofdstuk 17 2/04/ | pag. 7
8
Politieke machteloosheid
Sociologie II – Hoofdstuk 17 2/04/ | pag. 8
9
Politiek populisme ‘People centrism’ component
Het gezond verstand van de mensen is het enige waar politici rekening mee dienen te houden: 20% akkoord De mening van gewone mensen is veel meer waard dan die van experten en politici: 39% akkoord ‘Anti-establishment’ component De gevestigde elites en politici hebben de gewone mensen als vaak bedrogen: 53,5% akkoord Politici houden te weinig rekening met de mening van de gewone man en vrouw: 60,3% akkoord Populisme mooi voorbeeld van iets waar jongeren mogelijk vatbaarder voor zijn. People centrisme: het gewone volk als enige referentie voor politici Anti-establishment denken: de idee dat politici het volk bedotten en de hang naar een volksverbonden leider. Lijkt hoog, maar zeker niet zoveel hoger dan bij volwassenen Sociologie II – Hoofdstuk 17 2/04/ | pag. 9
10
Politiek populisme Sociologie II – Hoofdstuk 17 2/04/ | pag. 10
11
Alternatieve politieke participatie
Sociologie II – Hoofdstuk 17 2/04/ | pag. 11
12
% 2006 % 2013 Over politiek gepraat met vrienden, familie, collega's… 68.3 65.2 Een goed doel financieel ondersteund 50.5 44.2 Een product (van een bepaald bedrijf of uit een bepaald land) geboycot (bewust niet gekocht omdat je problemen hebt met het bedrijf, het land of de manier waarop het gemaakt is) 11.8 15.9 Een product gekocht juist omdat het op een milieu- of diervriendelijke manier gemaakt is of omdat je garanties krijgt dat het in goede arbeidsomstandigheden gemaakt is 36.1 35.1 Een petitie ondertekend (ook via internet) 49.7 Een petitie ondertekend op papier 16.0 Een petitie ondertekend via internet 18.7 Een protestactie of steunbetuiging gesteund op facebook door te ‘liken’ of the ‘sharen’ 43.1 Bewust minder afval geproduceerd door een herbruikbare tas of verpakking te verkiezen 52.0
13
Stemmen Geldige stemintentie: 74,8%
Stemt ook zonder de opkomstplicht: 58,8% Behouden stemplicht? Afschaffen: 24,2% Behouden: 47,6% Geen mening: 28,2% In dezelfde periode maar 1 jaar vroeger 18-75jaar= 75,8 % een geldige stemintentie Sociologie II – Hoofdstuk 17 2/04/ | pag. 13
14
Sociologie II – Hoofdstuk 17
2/04/ | pag. 14
15
Jongeren over politiek: Sociale verschillen
Beperkte genderverschillen Consistente en relatief grote opleidingsverschillen Consistent (maar vaak slechts zwak significant) verband met religieuze betrokkenheid Vrouwen zijn minder politieke interesse, minder politieke competentie. Geen verschillen voor politieke machteloosheid, politiek populisme, alternatieve politieke participatie Sociologie II – Hoofdstuk 17 2/04/ | pag. 15
16
Besluit: Jongeren over politiek
Verschuivingen over de tijd klein Kritisch, maar niet anti-politiek Rol leeftijd Sociale verschillen: duidelijke opleidingsverschillen Weinig verschuivingen, in diegene die er wel zijn zit geen overduidelijke lijn Jongeren zijn kritisch voor de politiek. Er heerst inderdaad een zeker onbehagen. Maar dat onbehagen dat resulteert niet in een afkeer van de politiek. * Er zitten een aantal zeer mooie voorbeelden, waar men dat duideljk kan uit afleiden * Een gedeelte van de jongeren voelt zich politiek machteloos * Maar het % dat die machteloosheid toeschrijft aan het feit dat er veel mensen stemmen, kortom aan de regels van het bedrijf zelf is minder tot veel minder dan de groep dit vindt dat ze niet of onvoldoende gehoord worden * Items over populisme krijgen een vrij grote mate van instemming, maar het zijn maar diegene die stellen dat de politiek het volk bedot er onvoldoende naar luistert,… krijgen veel meer instemming dan items die stellen dat het ‘volk’ het enige is waar een politicus naar moet luisteren. * Slechts een kwart wil de opkomstplicht afstemmen. Het is een kritiek van binnenuit Aandacht voor de opvattingen over politiek bij jongeren wordt vaak verantwoord in termen van de recente discussie over de verdere verlaging van de stemgerechtigde leeftijd. Onze gegevens kunnen die discussie niet definitief beslechten. Maar samen met het ander onderzoek dat we in dit hoofdstuk bespraken, suggereren ze wel dat er goede redenen zijn om jongeren niet af te schermen van politiek door het behouden van de stemgerechtigde leeftijd op 18 jaar. * Onze resultaten bevestigen wat ook uit voorgaande JOP-monitors bleek: In de periode duidelijke verschuivingen. Dat is interessant omdat dat een periode iis waarin een groot gedeelte van de jongeren onderwijs volgt. * Scherm jongeren niet af. Verschillen naar leeftijd zijn grootst voo kenmerken (geldige stemintentie) die zeer concreet zijn. Sociologie II – Hoofdstuk 17 2/04/ | pag. 16
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.