oppervlakte en inhoudsmaten

Presentatie over: "oppervlakte en inhoudsmaten"— Transcript van de presentatie:

1

2 oppervlakte en inhoudsmaten
Hoofdstuk 8 oppervlakte en inhoudsmaten

3 Omtrek, oppervlakte en inhoud
Paragraaf 8.1 Omtrek, oppervlakte en inhoud

4 Als je een gat in deze kaart zou knippen, zou je er dan doorheen kunnen kruipen?

5 Zo lukt het!

6 Bij de omtrek hoort een lengtemaat,
zoals cm, m, km enz.

7 Omtrek uitrekenen

8 Omtrek uitrekenen Omtrek = = 4 × 5 = 20 5 5 Omtrek = = 2 × × 4 = 14 3 4

9 Bij de oppervlakte hoort een lengtemaat, zoals cm2, dm2, m2 enz.

10 Oppervlakte Oppervlakte rechthoek = lengte × breedte
Oppervlakte vierkant = zijde × zijde

11 Oppervlakte rechthoek = lengte × breedte

12 Je ziet het misschien al: het is de helft van een rechthoek.
Oppervlakte driehoek Je ziet het misschien al: het is de helft van een rechthoek.

13 Controle opdracht: Conclusie: de figuren hebben dezelfde omtrek, maar niet dezelfde oppervlakte.

14 De inhoud geeft aan hoeveel er in een figuur past.
Inhoud : 1 cm³ Inhoud : 24 cm³ De inhoud geeft aan hoeveel er in een figuur past.

15 Inhoud berekenen:

16 Wat is de inhoud van deze container?
Inhoud balk = breedte diepte × hoogte 2,39 m 2,84 m 2,35 m

17 Vergroten en verkleinen
Paragraaf 8.2 Vergroten en verkleinen

18 Terras van 5 bij 5 met 100 tegels
Terras van 5 bij 5 met 100 tegels. We willen het terras 2 keer zo groot maken. Hoeveel tegels moeten er dan nog bij worden gekocht?

19 2 keer zo groot

20 Vergroten

21 Paragraaf 8.3 Standaard eenheden

22 Lengte eenheden Bij de eenheden kun je voorvoegsels gebruiken. De eenheden voor oppervlakte en inhoud zijn van de eenheid lengte afgeleid.

23 Hoe vaak past één vierkantje van 1 cm bij 1 cm in een vierkant van 1 dm bij 1 dm?

24 Hoe vaak past één blokje van 1 cm bij 1 cm bij 1cm in een blok van 1 dm bij 1 dm bij 1 dm?

25 Onthouden Bij oppervlakte hoort bij elke stap in het voorvoegsel een factor 100. Bij inhoud hoort bij elke stap in het voorvoegsel een factor 1000.

26 Paragraaf 8.4 Inhoudsmaten

27 Kuub is kort voor kubieke meter, net zoals kilo kort is voor kilogram.
Een kuub Kuub is kort voor kubieke meter, net zoals kilo kort is voor kilogram. Dus: 1 kuub = 1 m³

28 Je kort liter vaak af als: l
Een liter 1 liter = 1 dm³ Je kort liter vaak af als: l

29 1 liter = 10 deciliter (dl) = 100 centiliter (cl) = 1000 milliliter (ml) 5 l = cl

30

31 Hoofdstuk 8 opgaveN

32 Welke grootheid hoort bij de eenheid liter?
Vraag 1 Welke grootheid hoort bij de eenheid liter? Oppervlakte Lengte Inhoud

33 Welke figuren hebben dezelfde omtrek?
Vraag 2 Welke figuren hebben dezelfde omtrek? De rode en blauwe figuur hebben dezelfde omtrek. De blauwe en groene figuur hebben dezelfde omtrek. De groene en rode figuur hebben dezelfde omtrek.

34 Wat is de oppervlakte van deze rechthoek?
Eén hokje heeft de afmeting van 1 cm bij 1 cm. Wat is de oppervlakte van deze rechthoek? Vraag 3 cm²

35 Uit hoeveel blokjes bestaat deze figuur?
Vraag 4 Uit hoeveel blokjes bestaat deze figuur? blokjes

36 Hoeveel keer zo groot wordt de oppervlakte?
Vraag 5 Je wilt een vergroting afdrukken van een foto op formaat 10 cm × 40 cm. De originele foto is 5 cm × 20 cm. Hoeveel keer zo groot wordt de oppervlakte? keer

37 Hoeveel keer groter is de inhoud van het grotere bakje?
Vraag 6 In een klein bakje zit ongeveer 8 milliliter water. Er staat een groter bakje naast wat 3 keer zo hoog, 2 keer zo breed en 2 keer zo lang is. Hoeveel keer groter is de inhoud van het grotere bakje? keer

38 Met welke factor zal de inhoud vergroten?
Vraag 7 Van een kubus wordt de lengte 6 keer vergroot, de breedte 3 keer en de hoogte 4 keer. Met welke factor zal de inhoud vergroten? keer

39 Hoe lang schat je deze bus?
Vraag 8 Hoe lang schat je deze bus? 80 dm 20 dam 13 m

40 Wat is de oppervlakte van één parkeerplaats?
Vraag 9 Wat is de oppervlakte van één parkeerplaats? m²

41 Wat is de oppervlakte van de poster in cm² ?
Vraag 10 Een poster is 119 cm bij 84 cm. Wat is de oppervlakte van de poster in cm² ? cm²

42 Vraag 11 Vul in: 0,056 m² = cm²

43 Vraag 12 Vul in: 9,25 m³ = dm³

44