Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdHanne Vermeiren Laatst gewijzigd meer dan 5 jaar geleden
1
Soms handig om priemgetallen te gebruiken.
Breuken Soms handig om priemgetallen te gebruiken.
2
Een groep is groter dan 1
3
Priemgetallen Priemgetallen zijn alleen deelbaar door 1 en zichzelf. De eerste tien priemgetallen zijn: 2, 3, 5, 7, 11, 13, 17, 19, 23, 29. Probeer zelf de volgende tien priemgetallen te vinden.
4
1.4 Breuken Breuken blijven gelijkwaardig door teller en noemer met hetzelfde getal te vermenigvuldigen. 1 2 = 2 4 = 3 6 = 5 10 = = 𝑎 2𝑎 Of teller en noemer door hetzelfde getal te delen.
5
Vereenvoudigen van breuken
= ? GGD bepalen. 168 ÷2 84 ÷2 42 ÷2 21 ÷3 7 ÷7 1 288 ÷ ÷2 72 ÷2 36 ÷2 18 ÷2 9 ÷3 3 ÷3 1 = 7 12
6
Negatief in een breuk − 3 5 = −3 5 = 3 −5 −3 −5 = 3 5
Twee minnen heffen elkaar op:
7
1.5 Breuken optellen of aftrekken
Breuken mag je pas optellen als ze gelijknamig zijn. Dat wil zeggen dat de noemers gelijk zijn = = =1 4 15 Vereenvoudig je antwoord!
8
Gelijknamig met KGV = 5∙18 12∙18 + 7∙12 18∙12 Dit worden grote getallen. KGV van 12 en 18 is 36. Ontbind 12 en 18 in priemfactoren. = 5∙3 12∙3 + 7∙2 18∙2 = = 29 36
9
1.6 Breuken vermenigvuldigen
Is makkelijker want de breuken hoeven niet gelijknamig gemaakt te worden. 3 5 × 4 7 = Denk aan het vereenvoudigen (indien mogelijk). Helen eerst binnen de breuk zetten.
10
Breuken delen De helft nemen: 16÷2=8 Kan ook als: 16× 1 2 =8 Maar wat komt er dan uit: 16÷ 1 2 =? Eigenlijk vraag je hoe vaak een half in 16 past en dat is 32 keer.
11
Delen is omgekeerd vermenigvuldigen
16÷ 2 3 =16× = 48 2 =24 4 7 ÷ 2 5 = 4 7 × 5 2 = = =1 3 7
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.