De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Vlaams Congres van Leraars Wetenschappen 2000 Diepenbeek

Verwante presentaties


Presentatie over: "Vlaams Congres van Leraars Wetenschappen 2000 Diepenbeek"— Transcript van de presentatie:

1 Vlaams Congres van Leraars Wetenschappen 2000 Diepenbeek
Frank Hardeman Ioniserende Stralingen

2 Wat kunt u het komende uur verwachten?
Inleiding Basisbegrippen kernfysica leidend tot: soorten stralingen en voornaamste eigenschappen Enkele noties over detectie van straling Enkele proefjes en demo’s Toepassingen en veiligheidsimplicaties Afronding

3 Enkele nuttige referenties
G. Pfennig, H. Kleuwe-Nebenius, W. Seelmann-Eggebert: “Karlsruher Nuklidkarte”, Forschungszentrum Karlsruhe te bestellen via: Markdtienste Haberbeck GmbH Industriestrasse 17, D Lage/Lippe Tel: (05232) Fax: (05232) Prof. Dr. J.D. Fast: “Energie uit Atoomkernen” Natuur en Techniek, Maastricht, 1980 Christian Hoenraet (red.): “De energiebronnen en kernenergie: Vergelijkende analyse en ethische reflecties”, Acco, Leuven, Amersfoort, 1999 ISBN: X Voor een excursie met de school: Isotopolis, Gravenstraat 73, 2480 Dessel: tentoonstelling over radioactiviteit, verwerking en berging van radioactief afval; verantwoordelijke: NIRAS

4 Wie ik ben en waar ik werk
Frank Hardeman Departementshoofd “Onderzoek van Beslissingsstrategieën” Studiecentrum voor kernenergie (SCK•CEN) Boeretang België Tel.: 014/ Fax.: 014/ Activiteiten: Beleidsondersteuning: noodplanning, omgevingsmetingen enz. Medische toepassingen: nieuw project “Humane Wetenschappen”: nieuwe projecten

5 Basisbegrippen Stralingsfysica
1

6 Periodiek systeem van de elementen

7 Atoomstructuur Bouw van het atoom
Koolstof - 12 : 6 protonen (Z=6) en 6 neutronen een ‘neutraal’ koolstof-atoom heeft 6 electronen rond de kern

8 Atoomstructuur (2) drie voorbeelden
Waterstof Uranium Koolstof 1H 235U 12C

9 Bij een vast aantal protonen, kan men het aantal neutronen N laten variëren: ISOTOPEN
12C Koolstof - 12 : 6 protonen (Z=6) en 6 neutronen 13C Koolstof - 13 : 6 protonen (Z=6) en 7 neutronen 14C Koolstof - 14 : 6 protonen (Z=6) en 8 neutronen

10 Opbouw van de nuclidenkaart isotopen
Z aantal protonen 12C 13C 14C 6 N aantal neutronen 6 7 8

11 Fragment uit de nuclidenkaart

12 Fragment uit de nuclidenkaart
Z aantal protonen N aantal neutronen

13 Radioactief verval: de belangrijkste vervalwijzen
Onstabiel door te weinig neutronen : bèta (+) verval proton wordt omgezet in neutron te veel neutronen : bèta (-) verval neutron wordt omgezet in proton te zwaar alfa verval een ‘stukje’ van de kern (2p+2n) wordt uitgezonden spontane splijting

14 Bèta verval proces dat zich afspeelt binnenin de kern
- +

15 Bèta verval ontstaan van een nieuw element (dochterkern)
- +

16 Bèta-straling spectrum van Natrium-24

17 Vervalwijzen van onstabiele kernen

18 Alfa verval: uitzending van een He-kern: twee protonen en twee neutronen
vb

19 Alfa-straling spectrum van Thorium-228

20 Vervalwijzen van onstabiele kernen

21 De natuurlijke radioactieve alfa-stralers vervallen in verschillende stappen (alfa of beta) tot stabiliteit: Uranium, thorium, radium

22 Gammastraling Gammastraling ontstaat door verdere herschikking van protonen en neutronen in de kern elektromagnetische golven

23 Neutronen Neutrale deeltjes; instabiel Komen voor bij: kernsplijting:
spontaan (californium-252, ook U en Pu) kernreacties neutronenbronnen alfastralers met lichte materialen Bij versnellers: bijvoorbeeld: (p,2n)-reacties

24 Kernsplijting - kettingreactie
geabsorbeerd in controlestaaf, U-238, FP of structuurmateriaal ; of weg uit de kern

25 Straling in interactie met materie belangrijkste eigenschappen
2

26 Interactie van straling met materie
 losmaken van electronen door elektromagnetische interactie: ionisatie (gedeeltelijk ook door excitatie)  losmaken van elektronen door elektromagnetische interactie: ionisatie (gedeeltelijk ook door excitatie)  fotoëlektrisch effect, compton effect: wegslaan van elektronen paarvorming: vorming van elektron-positron paren n botsingen met kernen excitatie van kernen (gevolgd door straling, deeltjesuitstoot, splijting)

27 ionisatie door straling
een geladen deeltje of gamma maakt door interactie een electron los uit de invloedsfeer van een atoomkern hierdoor wijzigen de chemische eigenschappen van het atoom (of van de molecule)

28 Vrije weglengte in lucht van alfastraling, bètastraling, gamma- en neutronenstraling: typische waarden n enkele centimeters enkele meters honderden meters

29 Vrije weglengte van alfastraling, bètastraling, en gammastraling in vaste stoffen en vloeistoffen: typische waarden enkele tientallen micrometer enkele tienden millimeter tientallen centimeters

30 Doordringingsvermogen van alfastraling, gammastraling en bètastraling

31 Verschil tussen bestraling en besmetting
definitie Bron steeds buiten het lichaam De bron is opgenomen in het lichaam of op het lichaam gevaarlijkste straling Straling met een groot doordringingsvermogen (door huid, kledij,...) : gamma's, neutronen Straling die zijn energie in een klein gebied afgeeft aan het weefsel: vooral alfa's blootstellingstijd Tijd in de nabijheid van de bron Tijd van de aanwezigheid van de isotopen in het lichaam (verdwijnen via verval of uitscheiding) controle en registratie Relatief eenvoudig Systematisch toepasbaar Sterk afhankelijk van de isotopen; minder geschikt voor systematische controles

32 De absorptie van gammastraling en X-stralen is niet steeds dezelfde
Zeer sterk afhankelijk van de energie van de straling beperkte doordringing: X-stralen en laag-energetische gamma’s grote doordringing: hoog-energetische gamma’s bijvoorbeeld: Co-60, Cs-137, fissieproducten Zeer sterk afhankelijk van de elektronendichtheid van het materiaal (Z) Zeer goede afschermingen: Pb, W, verarmd U Minder goed, maar goedkoop en sterk te maken: beton, water in bassin

33 Meten is weten: Detectie van straling

34 Metingen op basis van ionisatie
Gasdetectoren ionisatiekamers proportioneeltellers Geiger-Muller-tellers Straling maakt lading vrij in gascel Spanning zorgt voor versnelling/vermenigvuldiging Vaste stof detectoren: halfgeleiders Silicium Germanium

35 Meting op basis van scintillatie of lichtimpulsjes
Sommige organische stoffen Stilbeen, anthraceen, ….. Gebruikt in vloeibare vorm of verwerkt in plastic Sommige zouten en andere vaste stoffen NaI(Tl), ZnS

36 Tijd voor wat praktische voorbeelden….
Vorm van meetmonsters Keuze en constructie van detector Veiligheid van werknemer Bij bestraling Bij besmetting Toepassingen in de industrie Toepassingen in de geneeskunde

37 De ideale vorm van meetbronnen
Alfa-straling: zo dun mogelijk; anders te veel zelfabsorptie in de bron ofwel: vloeistofscintillatie: oplossing zowel detectievloeistof als meetmonster bevat Beta-straling: analoog, maar minder kritisch Gamma-straling: gewoon product in een geschikt recipiënt

38 Keuze en vorm van detector
Alfastraling dun venster zowel gasvormige als vaste detectoren bij voorkeur niet dik (geen invloed van gamma of beta als zeer dun) Beta-straling iets steviger venster mogelijk vaak enkel gebruikt voor besmettingsmeting via gasvormige detectoren Gammastraling als activiteit niet te hoog: vaste detectoren van behoorlijke dikte gevoeligst als actiever: ook gasdetectoren

39 Veiligheid van de werknemer bij uitwendige bestraling
Alfastraling: bereik zeer klein in lucht en vaste stof: straling raakt niet boven (dode) opperhuid; dus: onschadelijk Betastraling: bereik voldoende om door opperhuid te dringen: “beta-burns”; geen gevaar voor “vitale” organen Gammastraling: straalt doorheen het hele lichaam Neutronenstraling: idem + grote kans op activatie van elementen in het lichaam (Na, Cl, K, Fe etc.)

40 Veiligheid van de werknemer bij inwendige besmetting
Alfastraling: zeer lokaal: enkele cellen zeer gevaarlijk moeilijk op te sporen: via excreta Betastraling: minder lokaal, maar toch beperkte afstand minder schadelijk eveneens moeilijk op te sporen Gammastraling: ook op grotere afstand Schade vooral in besmet orgaan, maar ook naburige en verder gelegen organen meetbaar met gevoelige detectoren

41 Toepassingen in de industrie
Diktemonitoring, keuze straling afhankelijk van materiaal en dikte (folies tot staalplaten) Niveaubepaling in grote opslagtanks Lascontroles Bestraling van voedsel en geneesmiddelen voor langere bewaring en sterilisatie Rookdetectoren

42 Toepassingen in de geneeskunde
Diagnose: Tc-99m (en andere) Molecules die bepaalde “tumor” zoeken en die “gelabeled” zijn met een radio-isotoop Radiologie: X-stralenfoto’s Terapie: bestraling van tumoren Schildklier: I-131 Diepe tumoren: doordringende straling of inbrengen bron Nog in onderzoek: terapie met gelabelede moleculen Nieuwe toepassing: bestraling bij ballondilatatie: ader bestralen met beta-straling

43 energieafzetting in materie ; geabsorbeerde dosis en equivalente dosis
de ernst van een bestraling wordt bepaald door de hoeveelheid lokaal afgezette energie J/kg Gray geabsorbeerde dosis de ernst van de stralingsschade wordt bepaald door de hoeveelheid lokaal afgezette energie en de aard van de straling ; alfa's richten voor éénzelfde energieverlies veel meer schade aan dan bèta's en gamma's equivalente dosis (dosis (Gy) x radiologische wegingscoëfficiënt) Sievert de coëfficiënt is 20 voor alfa-straling, 1 voor beta- en gammastraling

44 Als je zelf een opstelling wil bouwen: waar op te letten
Alfabronnen: enkel zin als detector geschikt “verzonken” bron met degelijke garantie dat geen besmettingsgevaar Pure betastraler: weinig nut Gamma-straling Bron moet voldoende actief zijn om 1/r2 e.d. aan te tonen Bron mag niet te actief zijn, want geeft dosis Steeds op letten: Koop geen bron die vergunningplichtig is Werk niet met open bronnen die besmetting kunnen geven Koop geen bron waarvoor je detector niet gevoelig is

45 Eenheden van stralingsactiviteit en dosis
aantal desintegraties per seconde Bq (Becquerel) (curie) = equivalente stralingsdosis Sv (Sievert) "activiteit" "dosis" Opmerking: 1 curie = de activiteit van 1 gram zuiver Ra-226 1 curie = 3.7 E10 Bq

46 Verband risico/dosis bij hoge en lage stralingsdosis Lineaire drempelwaarde - theorie

47 Inwendige blootstelling Specifiek gedrag van radionucliden in het lichaam

48 Natuurlijke en kunstmatige radioactiviteit
3

49 Natuurlijke en kunstmatige radioactiviteit De stralingsbelasting van de Belgische bevolking

50 Dosistempo ten gevolge van de gemiddelde achtergrondstraling in België

51 Evolutie van de inwendige besmetting met Cs-137 bij de Belgische bevolking

52 Pathways voor bestraling en besmetting

53 Natuurlijke radioactiviteit De Uranium-238 reeks

54 Natuurlijke radioactiviteit De Thorium-232 reeks

55 Schematisch model van een PWR (watergekoelde kernreactor)

56 Dosislimiteringssysteem van de ICRP voor praktijken en interventies


Download ppt "Vlaams Congres van Leraars Wetenschappen 2000 Diepenbeek"

Verwante presentaties


Ads door Google