De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De koffieketen 3de graad SO

Verwante presentaties


Presentatie over: "De koffieketen 3de graad SO"— Transcript van de presentatie:

1 De koffieketen 3de graad SO
Producten en gewassen worden meestal geteeld op plaatsen die gunstig zijn voor dat gewas. Bijvoorbeeld: koffie en cacaobonen groeien het best in tropische gebieden rondom de evenaar. Je zou dus verwachten dat ze hier goeden zaakjes mee kunnen doen. Nadien verkopen deze boeren hun grondstoffen aan de opkoper die hen de beste prijs geeft. Spijtig genoeg kunnen de producenten vaak niet kiezen aan wie ze verkopen. Er zijn niet altijd meerdere opkopers in de buurt, soms slechts één. En deze opkoper is afhankelijk van een handelaar die zoveel mogelijk winst wil maken. Dus ziet de kleine boer zich verplicht om een veel te lage prijs te aanvaarden voor zijn product. Dit heeft als gevolg dat de groter internationale handelaar nog groter, machtiger en rijker wordt. Hij betaalt de opkoper vaak ook geen eerlijke prijs. Hij oefent druk uit op de opkoper zodat die zich verplicht is de boeren een lage prijs te geven. De grote internationale handelaar wil de koffiebonen daarna naar het Noorden transporteren zodat ze daar verwerkt kunnen worden. Wanneer de verwerking in het Zuiden zou gebeuren, zijn de bonen meer geld waard. Maar de zuiderse boeren hebben vaak geen infrastructuur om dat te doen. En wanneer de boeren wél de mogelijkheid hebben om te investeren in de verwerking, moeten ze extra geld betalen (invoertaksen) om hun verwerkte koffie in het Noorden in te voeren. Ze zijn dus altijd de pineut! Als de koffie in het Noorden aankomt, wordt het verwerkt in fabrieken. Daarna verkopen verwerkers de koffie aan de supermarktverkoper. De verwerker wil natuurlijk dat zijn koffie op de best zichtbare plaats in de winkelrekken liggen want dan verkoopt hij het meest. Mensen die gaan winkelen kijken vaak alleen naar producten die op ooghoogte staan. Ze kijken meestal niet naar de onderste schap of naar het bovenste rekje.

2 Dit is de zoon van een koffieboer in het Zuiden
Dit is de zoon van een koffieboer in het Zuiden. Hij verkoopt de koffiebonen aan de opkoper.

3 Dit is de opkoper. Je herkent hem aan zijn gsm, das en aktetas
Dit is de opkoper. Je herkent hem aan zijn gsm, das en aktetas. Hij koopt de koffiebonen van de boer en verkoopt ze aan de grote internationale handelaar. Die internationale handelaar geeft weinig marge aan de opkoper.

4 Dit is de grote internationale handelaar
Dit is de grote internationale handelaar. Je herkent hem aan zijn sigaar, gouden bril en maatpak. Hij koopt de koffiebonen van de opkoper en geeft er weinig geld voor. Hij zoekt dan een transporteur om zijn koffie naar het Noorden te vervoeren. Hij wil maar één ding: superrijk worden!

5 Dit is de transporteur. Hij heeft een stuur vast en zorgt ervoor dat de koffiebonen naar het Noorden gebracht wordt. De grote internationale handelaar verwacht dat hij de koffie zo snel mogelijk naar bv. Europa brengt.

6 Dit is de verwerker. Hij brandt de koffie en maakt hem klaar voor consumptie. Je herkent hem aan zijn kopje koffie, schort en das. De verwerker verkoopt zijn koffie aan de supermarkt. Ook hij wil winst maken.

7 Dit is supermarktverkoper
Dit is supermarktverkoper. Je kan hem tegenkomen in de winkel wanneer je boodschappen doet.

8 Tenslotte is er de consument. Dat ben jij en ik
Tenslotte is er de consument. Dat ben jij en ik. We winkelen in de supermarkt en vooral volwassenen kopen héél graag koffie. In de winkel zien we wel 30 verschillende soorten koffie in de rekken liggen! Veel merken koffie zijn afkomstig van dezelfde bedrijven.

9 VRIJWILLIGER Oxfam-Wereldwinkels
Als consument hebben we ook veel macht. Kiezen we voor koffie van grote multinationals? Of geven we de koffieboeren uit het Zuiden ook een kans, door producten van eerlijke handel te kopen? Oxfam-Wereldwinkels weet wat te kiezen! VRIJWILLIGER Oxfam-Wereldwinkels

10 THE COFFEE BELT: alle koffie komt uit deze strook

11

12

13

14

15

16 Koffiebessen groeien aan de koffiestruik
Koffiebessen groeien aan de koffiestruik. Koffiebessen zijn niet allemaal op hetzelfde moment rijp, dus de rijpe, rode bessen moeten met de hand geplukt worden.

17

18

19 Elke koffiebes bevat twee koffiebonen
Elke koffiebes bevat twee koffiebonen. Als de bessen geplukt zijn, moeten ze binnen 24 uur verwerkt worden, omdat ze anders gaan fermenteren (een soort gistingsproces).

20 Om de bonen van de schil, het vruchtvlees en het zogenaamde perkamentvlies te ontdoen, worden de bessen in een wasstation ondergedompeld in water. Hier gebeurt een eerste selectie omdat de niet-rijpe bessen komen bovendrijven.

21 Na de eerste selectie worden de bessen ontdaan van de schil en het vruchtvlees. Dit gebeurt met een vaak met de hand aangedreven pulpmachine.

22 Daarna worden de bessen opnieuw gewassen en gefermenteerd.

23 Eens uit het water worden ze op droogbedden gelegd om in de zon te drogen.

24 Eens gedroogd worden de koffiebonen van het laatste perkamentvlies ontdaan, meestal met een molen of machine. Wat overblijft, zijn groene koffiebonen.

25 De koffiebonen worden gesorteerd, zodat verkleurde of slechte bonen eruit worden gehaald. Dit gebeurt meestal met de hand.

26 Uiteindelijk worden de koffiebonen verzameld.

27 De groene koffiebonen worden getransporteerd naar het Noorden.

28 Hier worden de bonen gebrand en eventueel gemengd tot een mélange.

29 Eenmaal verpakt zijn ze klaar om verkocht te worden.

30 Op verschillende momenten in het productieproces wordt de koffie geproefd, waarbij alle smaken en aroma’s ontleed worden. Dit noemen we ‘cupping’.

31

32 Reportage: fairtradekoffie uit Kivu


Download ppt "De koffieketen 3de graad SO"

Verwante presentaties


Ads door Google