Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer

Presentatie over: "Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer"— Transcript van de presentatie:

1 Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer
Verkoopgesprek Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer

2 Wat heb ik in de vorige les geleerd?
Verkoopafhandeling Wat ga ik nu leren? Soorten kassa’s Kassagebruik Kassafuncties Kassa afromen Kassa opmaken Kasverschil berekenen Geldbeheer Geld storten

3 H1 Verkoopgesprekken H2 Rechten en plichten H3 Verkoopafhandeling H4 Afrekensysteem en geldbeheer H5 Retail- en promotiemix H6 Reclame en sociale media H7 Verbetering aanbod en winkelpresentatie

4 Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer

5 Soorten kassa’s Elektronische kassa Eenvoudig rekensysteem
Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer Soorten kassa’s Elektronische kassa Eenvoudig rekensysteem Niet verbonden met computer Prijzen worden handmatig aangeslagen

6 Computerkassa (kassaterminal)
Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer Computerkassa (kassaterminal) Uitgebreid rekensysteem Verbonden met computer Verzamelt gewenste data voor de winkelier

7 Computerkassa met barcode
Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer Computerkassa met barcode Winkelier kan zijn voorraad bijhouden door barcodes te scannen Barcode: European Article Number (EAN), meestal 13 cijfers Point of Sale (POS): afrekensysteem dat voorraad bijhoudt Point of Payment (POP): pinautomaat bij de kassa

8 Computerkassa met PLU-code
Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer Computerkassa met PLU-code PLU: Price Look Up (prijsopzoekcode), code van 3 cijfers Code staat op het artikel, of de kassamedewerker moet ze kennen

9 Overige afrekensystemen
Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer Overige afrekensystemen Self-checkout door de klant zonder verkoper Mobiel afrekenen

10 Rol van de verkoper bij een afrekensysteem
Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer Rol van de verkoper bij een afrekensysteem Kassa kan veel, maar de verkoper blijft een belangrijke rol houden.

11 Kassa gebruiken en afrekenen
Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer Kassa gebruiken en afrekenen Voor het gebruik: Aanmelden met een pasje of persoonlijke code Valsgelddetector aanzetten Alle benodigdheden binnen handbereik plaatsen Soms: geldlade tellen en installeren Na het gebruik: Afmelden Werkplek opruimen Afrekenpunt is laatste klantcontact. Laat een positieve indruk achter. Kassasleutel: sleutel of code waarmee de eerste verkoper een kassa-aanslag corrigeert.

12 Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer
Kassafuncties

13 Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer
Telfunctie Bedragen berekenen

14 Bewaarfunctie Ontvangen geld veilig en geordend opbergen
Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer Bewaarfunctie Ontvangen geld veilig en geordend opbergen

15 Controlefunctie Kasverschillen en werk verkoper
Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer Controlefunctie Kasverschillen en werk verkoper

16 Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer
Informatiefunctie Afslagbon: X-bon (willekeurig moment), Z-bon (einde dag)

17 Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer
Beheerfunctie Winkelbeleid

18 Registratiefunctie Registratie van alle handelingen
Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer Registratiefunctie Registratie van alle handelingen Bonrol of dagrapport: gegevens voor de winkelier Kassabon: bon voor de klant

19 Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer
Kassa afromen Grote bankbiljetten verwijderen uit de kassa en veilig opbergen in kluis, afroombox/cashbox of via buizenstelsel Waarom? Diefstal: minder geld in de kas, minder buit Overzicht: kassalade is overzichtelijker, werkt preciezer Veiligheid: als bekend is dat er weinig geld in de kassalade zit, is er minder kans op diefstal Wie? Meestal taak van de eerste verkoper. Wanneer er geen afroombox bij de kassa is, moet de eerste verkoper de kassalade op tijd vervangen en controleren. Afroomformulier: wordt ingevuld door de eerste verkoper

20 Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer
Kassa opmaken Het totaal aan contant geld en waardepapieren in de kassa, contant geld in de afroombox en elektronische betalingen moet overeenkomen met het bedrag op de kassadagstaat.

21 Kasverschil berekenen
Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer Kasverschil Eventuele interne criminaliteit Per ongeluk door onzorgvuldigheid Kasverschil berekenen

22 Geld en waardepapieren tellen
Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer Geld en waardepapieren tellen

23 Beheren van geld Doel geldbeheer
Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer Beheren van geld Elke winkel heeft eigen afspraken over het geldbeheer Doel geldbeheer Verkleinen kans op overvallen Vergroten veiligheid medewerkers

24 Kluisprocedures opstellen
Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer Kluisprocedures opstellen Afspraken over de kluissleutel en reservesleutel Geheimhoudingsprocedure: medewerkers moeten de locatie van de kluis geheimhouden Sleutelprocedure: afspraken over de kluissleutel en reservesleutel Codeprocedure: afspraken over de kluiscode

25 Storten van geld Reden dagelijks storten: Kans op overval is kleiner
Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer Storten van geld Winkels storten dagelijks contant papiergeld op hun bankrekening Stortingsformulier: formulier waarop je invult hoeveel geld je stort Reden dagelijks storten: Kans op overval is kleiner Bij een overval wordt maar een bepaald bedrag vergoed door de verzekering Winkelier ontvangt rente over het gestorte geld

26 Manieren van storten Geldtransport: Bij de balie Kas-etui
Hoofdstuk 4 Afrekensysteem en geldbeheer Manieren van storten Bij de balie Kas-etui Nachtkluiscassette Geldtransport: Zelftransport Geldtransportbedrijf