Rekenen Verbanden les 1: gegevens verwerken Verbanden les 2: gegeven in tabellen.

Presentatie over: "Rekenen Verbanden les 1: gegevens verwerken Verbanden les 2: gegeven in tabellen."— Transcript van de presentatie:

1 Rekenen Verbanden les 1: gegevens verwerken Verbanden les 2: gegeven in tabellen

2 Deadline huiswerk toets
Maandag 2 juli om moet het huiswerk af zijn om deel te mogen nemen aan de toets. De toets gaat over: Meten en Meetkunde les 1 – 7 (les 5 niet!) Verbanden les 1,2,3,5 !! In de wiki zijn de PowerPoints van deze periode te vinden. Ik heb een oefentoets Meten & Meetkunde + Verbanden  Komt in de wiki te staan!

3 Oefenen De spoorlijn tussen Rotterdam en Breda is 49,4 km lang. De intercity doet 32 minuten over deze afstand. De gemiddelde snelheid is dan …… km/u. Rond af op één decimaal Stap 1: vul de gegevens die je weet in de verhoudingstabel Afstand Tijd 49,4 km 92,625 km 60min 32 min. Stap 2: maak de berekening (visje)  60 x 49,9:32 = 92,625 Stap 3: Rond af op één decimaal, dus 92,6 km/uur

4 Oefenen met schaal Schaal 7,44 cm 1 cm Echt 18600 cm 2500 2500

5 De laatste lessen.. Lezen..lezen…lezen…lezen…lezen
Verbanden  rekenen met gegevens, tabellen, grafieken, diagrammen, formules. Alles wat je in voorgaande periodes hebt geleerd, komt terug in verbanden Lezen..lezen…lezen…lezen…lezen

6 leerdoelen Aflezen van diverse soorten grafieken en diagrammen
Vergelijken van diverse soorten grafieken en diagrammen Maken van een grafiek Rekenen met gegevens uit een tabel Gebruiken van klassenindelingen Invullen van frequentietabel

7 Weetjes 0 is niet het kleinste getal, er zijn ook negatieve getallen.  te herkennen aan het – streepje voor het getal. Negatieve getallen komen bijvoorbeeld bij temperatuur voor. Gebruik verhoudingstabellen voor het rekenen met procenten! Frequentie = hoe vaak komt iets voor

8 Oefenen Van welk artikel (kleding of ski’s en snowboards) is de verkoop het meest gegroeid/toegenomen tussen 2 jaar en 3 jaar? Kleding  340 – 260 = 80 stuks Ski’s  225 – 175 = 50 stuks Kleding is dus het meest toegenomen.

9 Een kwart van de uitgaven van Joris gaat op aan de skikaart
Een kwart van de uitgaven van Joris gaat op aan de skikaart Juist/onjuist Juist Hoeveelste deel gaat op aan 2 uur privé skiles? Hoeveelste deel gaat op aan eten/drinken? 1/20 1/5 Hoeveel euro heeft Joris uitgegeven aan overnachting? Euro’s % 1300 13 520 100% 1% 40%

10 Aan de slag! Verbanden: Les 1 + lestoets 1 som 2, 3, 4, 5, 6, 8, 10
Afmaken huiswerk Meten & Meetkunde

11 Huiswerk Tot nu toe hebben we gedaan: Meten & Meetkunde: Les 1 (schaal): Som 2,4,5,8,9,10 + lestoets 1 Les 2 (Tijd): Som 3,5,6,8,9,10 + lestoets 2 Les 3 (omtrek, opp,inhoud): som 2,3, 5,10,11,13,14,20 en lestoets 3 Les 4 (samengestelde grootheden) som 2,5,6,10 en lestoets 4 Les 6 (in het verkeer): som 6, 12, 13, 18, 19, 20 + Lestoets 6 Les 7 (recepten): som 2, 3, 5, 7, 9, 10 + lestoets 7 Verbanden: Les 1 som 2, 3, 4, 5, 6, 8, 10 + Lestoets 1 Les 2 som 1, 2, 4, 6, 8, 9, 10 + lestoets 2 Les 3: Som 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9 + Lestoets 3 Les 5: Som 2,4,5,7,9,10 + Lestoets 5