Koekjes tellen Kees heeft 7 koekjes. Mies heeft 10 koekjes. Hoeveel koekjes heeft Mies meer dan Kees?

Presentatie over: "Koekjes tellen Kees heeft 7 koekjes. Mies heeft 10 koekjes. Hoeveel koekjes heeft Mies meer dan Kees?"— Transcript van de presentatie:

1 Koekjes tellen Kees heeft 7 koekjes. Mies heeft 10 koekjes. Hoeveel koekjes heeft Mies meer dan Kees?

2 Hoeveel boeken? Je krijgt 6 boeken. Je hebt er al 3. Hoeveel krijg je er nog?

3 Pim doet boodschappen Pim wil bloemen kopen van 10 euro. Hij heeft + +
Hoeveel is het te weinig?

4 Hoeveel is het samen?

5 Hoeveel samen? In de grote tent slapen 10 kinderen en in de kleine tent slapen 6 kinderen. Hoeveel kinderen zijn dat samen?

6 Appels 2 kinderen krijgen elk 4 appels. Hoeveel krijgen ze samen?

7 Knikkers In de zak zaten 9 knikkers. 3 zijn er uitgerold. Hoeveel knikkers zitten er nu nog in de zak?

8 Wortels voor het konijn
Het konijn heeft honger. Hoeveel wortels gaat hij eten?

9 Rekenen met bloemen + = + =

10 Hoeveel kinderen Er zijn 5 kinderen op een feestje. Er komen later nog 4 kinderen bij. Hoeveel kinderen zijn er nu?

11 Hoeveel stukjes taart Sam heeft een taart met 6 stukjes. Hij eet zelf een stukje op, maar Opa en Oma krijgen ook een stukje. Hoeveel stukjes zijn er nog over?

12 Noem de huisnummers Waar is nummer 12?

13 Hoeveel geiten? De kinderboerderij heeft 10 geiten. Er staan er 6 in de wei. De rest staat in de stal. Hoeveel staan er in de stal?

14 Kersen tellen Er zitten 10 kersen in de doos. Hoeveel zitten er onder de plank?

15 Hoeveel leeuwen? In het circus zijn 9 leeuwen. 3 leeuwen zijn al binnen. Hoeveel leeuwen moeten er nog komen?

16 Hoeveel eieren? De gans heeft 7 eieren gelegd. 3 eieren liggen nog in het nest. Hoeveel eieren heeft de boerin al opgehaald?

17 Hoe oud samen? Het dikke schaap is 8 jaar. Het dunne schaap is 5 jaar. Hoeveel jaar zijn ze samen?

18 Hoeveel gebakjes? In 1 doos passen 6 gebakjes. Hoeveel passen er in 2 dozen?

19 Hoeveel dieren samen?

20 Ballonnen tellen Er hangen 8 ballonnen in de tuin. 6 ballonnen waaien weg door de harde wind. Hoeveel ballonnen zijn er nog over?