Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
eBVs: where to find them?
Pedigree List of animals (‘stallijst’) Own chart (‘dierkaart’)
2
eBV: without own perfomance records
eBV = estimated breeding value = fokwaarde. Dit voorbeeld is de fokwaarde van een dier als er nog geen eigen prestatie is: is dus het gemiddelde van vader + moeder / 2 ( = 206; gedeeld door 2 = 103)
3
eBV fecundity (SD 10) SD is standaard deviatie
4
What does influence the breeding value?
Effect van halfzussen en dochters op fokwaarde donkergrijze ooi (in 3 x 5 lammeren) uitgebeeld. Deze lijkt redelijk vruchtbaar, maar omdat de dochters 1x1 en 2x3 geven, en een halfzus 3x4; zal ze toch ondergemiddeld uitkomen.
5
Meatlamb index (SD 4) De vleeslamindex wordt berekend uit de fokwaarden voor groei (op 20 weken), spierdikte en vetbedekking. De vleeslamindex is een hulpmiddel om de dieren te ranken, zodat je weet wat de beste dieren zijn (een dier met een hoge fokwaarde voor spierdikte, maar ook positieve vetbedekking en ondergemiddelde groei komt dan dus niet hoog uit, omdat de andere twee fokwaarden hem naar ‘beneden trekken’).
6
Correction for environment
Voor correctie omgevingsfactoren genetische connecties tussen bedrijven nodig. Kan zowel via moeder als via vader. Hier het voorbeeld via de vader. Tussen bedrijf 1 en 2 nu geen connectie. Het lijkt nu of ram 4 het beter doet als ram 2. Ram 2 doet het op bedrijf 1 ‘gemiddeld’, op bedrijf 2 wel heel goed (doorklikken) Ram 4 lijkt het veel beter te doen dan ram 3, maar zit een stuk onder ram 2. De kans is dus groot dat de fokwaarde van ram 4 en ram 3 uiteindelijk ongeveer gelijk uitkomen. Het verschil komt hier dus door milieufactoren: de dieren op bedrijf 1 krijgen bijvoorbeeld geen krachtvoer, of lopen op mindere grond etc. Andersom: ram 2 lijkt het heel goed te doen op bedrijf 2, maar krijgt toch een lagere fokwaarde dan ram 1.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.