Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
DOKI’S HANDKLAPSPELLETJES
Handklapspelletjes in de drakenwereld zijn eeuwenoud en kunnen makkelijk aangeleerd en gespeeld worden. Om het nog leuker te maken, koppelde Doki de spelletjes aan een aantal leuke liedjes. AANTAL SPELERS MATERIAAL Vingervlugge handen Goed gesmeerde stem Vanaf 2 kleuters SPEELWIJZE Handklapspelletjes kunnen gespeeld worden op basis van twee basishandbewegingen met een verschillende moeilijkheidsgraad. -1-
2
-2- Basishandbeweging – Jongste kleuters
Het is de bedoeling dat de kleuter onderstaande klapbewegingen blijft herhalen – liefst ook steeds sneller: Klap in je handen Klap met je rechterhand tegen de rechterhand van de kleuter tegenover je (kruiselings dus) Klap met je linkerhand tegen de linkerhand van de kleuter tegenover je (kruiselings dus) Klap in je handen. Klap met je beide handen tegen de handen van het kind tegenover je. Begin weer van voor af aan. Intussen zing je uitbundig één van de liedjes. Basishandbeweging – Oudste kleuters Het is de bedoeling dat de kleuter onderstaande klapbewegingen blijft herhalen – liefst ook steeds sneller: Klap met je rechterhand, met de handpalm naar beneden gericht, tegen de linkerhand (handpalm naar boven gericht) van de kleuter tegenover je. Klap met je linkerhand, met de handpalm naar boven gericht, tegen de rechterhand (handpalm naar boven gericht) van de kleuter tegenover je. Klap met je linker- en rechterhand tegen de rechter- en linkerhand van de kleuter tegenover je (niet kruiselings dus) Klap in je handen. Begin weer van voor af aan. Intussen zing je uitbundig één van de liedjes. -2-
3
-3- Charlie Chaplin Papegaaitje, leef je nog? Ieja, deeja.
Bij ‘spijkerbroek’ moet je je hielen tegen elkaar zetten en je tenen naar buiten draaien (eerste positie) – zo ‘twist’ je je voeten steeds verder uit elkaar tot je je benen niet wijder kunt spreiden en er iemand omvalt. Wie het langst blijft staan is de winnaar. Charlie Chaplin ging naar Spanje om met de meisjes te leren dansen De eerste was van chachacha (‘vogeltjes’ maken met je handen, zoals bij de vogeltjesdans) De tweede was van Amerika (een grote cirkel maken met je armen) De derde was van hoelahoep (je heupen laten ronddraaien) De vierde was van spij-ker-broek Papegaaitje, leef je nog? Ieja, deeja. (tik je eigen schouders en vervolgens heupen aan) Ja meneer, ik ben er nog! Ieja, deeja. (tik je eigen schouders en vervolgens heupen aan) 'k Heb m'n eten opgegeten en m'n drinken laten staan. Ieja, deeja, poef! (op 'poef‘ probeer je de andere kleuter te prikken of te kietelen in zijn/haar zij) ‘k stond laatst voor een poppenkraam ‘k stond laatst voor een poppenkraam O, o, o! (Handen langs de wangen houden, grote ogen opzetten, hoofd en handen heen en weer bewegen) Daar zag ik mooie poppen staan Zo, zo, zo! (Met de handjes drie hoogtes aangeven, van laag naar hoog) De poppenkoopman ging op reis De poppen raakten van de wijs. Ze deden allemaal zo (Een van de kleuters verzint een gebaar zoals zwaaien, op de knieën slaan, klappen, …) Ze deden allemaal zo (De andere kleuters doen het gebaar na) Ze deden allemaal zo (De andere kleuters doen het gebaar na) Een aapje wou eens vrolijk zijn En hij beet in de billen van de kapitein De kapitein was vreselijk boos En hij stopte het aapje in de poederdoos De poederdoos was veel te wit En hij stopte het aapje in de kolenkit De kolenkit was veel te vies En hij stopte het aapje in het theeservies Het theeservies was veel te mooi En hij stopte het aapje in de vogelkooi De vogelkooi stond oooooopen En het aapje kon gaan looooopen! -3-
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.