Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdHerman de Ridder Laatst gewijzigd meer dan 5 jaar geleden
1
Schrijven 2.3 en 2.4 Formuleren en stijl 2.2
Les 2 Schrijven 2.3 en 2.4 Formuleren en stijl 2.2
2
Schrijven brochure Brochure minimaal vier pagina’s met informatie of reclame (klein boekje). Visitekaartje van bedrijven. Informatie moet correct, duidelijk en volledig zijn. Brochure moet voldoen aan de volgende vijf punten: Klantgericht: tekst bevat de informatie die een klant zoekt Compact: er is geen overbodige informatie en de zinnen zijn kort Actueel: de informatie is nu geldig Overzichtelijk: je overziet de informatie in één oogopslag Overtuigend: de informatie prikkelt de lezer en zet aan tot actie
3
Schrijven 2.4 – verslag en notulen
Verslag - Beschrijft wat je gezien, gedaan of besproken hebt (stage, verslag gesprek, sportwedstrijd). - Duidelijk en correct formuleren: anderen moeten ook snappen wat jij bedoelt. In een stageverslag ga je ook vaak in op vragen als ‘Hoe is de stage verlopen?’ en ‘Wat heb ik geleerd?’. In een gespreksverslag staan gemaakte afspraken. In een werkverslag (overdracht) noem je punten die van belang zijn voor de collega die het werk van je overneemt.
4
Notulen Het verslag van een vergadering noem je de notulen.
Geschreven door een notulist, die tijdens het verslag aantekeningen maakt en deze later uitwerkt tot een complete tekst. Wordt vaak verstuurd/gedeeld met collega’s. Notulen bevatten meestal deze onderdelen: soort vergadering, datum, namen van de aanwezigen, agenda, samenvatting van wat per agendapunt besproken is, afspraken, datum volgende bijeenkomst. (Actiepunten – besluitenlijst).
5
Formuleren en stijl 2.2 – inversie
Een gewone zin heeft de volgorde ‘onderwerp – persoonsvorm’: ‘Ik ga zaterdag knuffelen met mijn paard’. ‘Ik bak altijd eieren met Pinksteren’. Bij inversie staat een ander zinsdeel dan het onderwerp vooraan in de zin: ‘Zaterdag ga ik knuffelen met mijn paard’ ‘Met Pinksteren bak ik altijd eieren’
6
Voorkom inversiefouten
Onjuist: - ‘Ik ga vrijdag op excursie en slaap ik zaterdag uit’. - ‘Vrijdag ga ik op excursie en slaap ik zaterdag uit’. Juist: - ‘Ik ga vrijdag op excursie en ik slaap zaterdag uit’. - ‘Ik ga vrijdag op excursie en dus slaap ik zaterdag uit’. - ‘Ik ga vrijdag op excursie en zaterdag slaap ik uit’. - ‘Vrijdag ga ik op excursie en ik slaap zaterdag uit’. - ‘Vrijdag ga ik op excursie en dus slaap ik zaterdag uit’. - ‘Vrijdag ga ik op excursie en zaterdag slaap ik uit’.
7
Samentrekking Bij een samentrekking laat je iets weg. Dat mag alleen als betekenis, functie en getal hetzelfde zijn. Bijvoorbeeld: “Martijn stooft de groenten en (Martijn) bakt het vlees” Maar niet: “Het paard wordt op stal gezet en de koeien gemolken”. De tweede persoonsvorm kan hier niet weggelaten worden, aangezien ‘paard’ enkelvoud is en ‘koeien’ meervoud. Goed is dus: “Het paard wordt op stal gezet en de koeien worden gemolken”
8
Foute/lelijke formuleringen met bijzinnen
1. De bijzin staat los van de hoofdzin waarbij hij hoort. - Veel honden lijden aan erfelijke ziekten of afwijkingen. Doordat ze veel te ver zijn doorgefokt Veel honden lijden aan erfelijke ziekten of afwijkingen, doordat ze veel te ver zijn doorgefokt. Of: ‘Veel honden lijden aan erfelijke ziekten of afwijkingen. Vaak zijn ze namelijk te ver doorgefokt’. Verbind met een komma de hoofdzin me de hoofdzin, of gebruik twee zinnen De bijzin staat onnodig middenin de hoofdzin: - De vergunning van een fokker moet als hij honden te ver doorfokt, worden ingetrokken. Als een fokker honden te ver doorfokt, moet zijn vergunning ingetrokken worden. Of: ‘De vergunning van een fokker moet worden ingetrokken, als hij honden te ver doorfokt’. Zet de bijzin voorin of achterin je samengestelde zin.
9
Huiswerk Schrijven 2.3 en 2.4 (vanaf bladzijde 103) en Formuleren en stijl 2.2 (vanaf bladzijde 228)
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.