Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdFrançoise Piché Laatst gewijzigd meer dan 5 jaar geleden
1
Chapter 5 Hit the road Grammar Stepping Stones 2 t/hv
2
De voorzetsels on, in en at worden voor zowel tijd als plaats
gebruikt. On wordt gebruikt bij dagen. I will see you on Wednesday. At wordt gebruikt bij tijdstippen. We left at five o’clock. In wordt gebruikt bij maanden, jaartallen, seizoenen en de meeste dagdelen. He planned his trip in March. I was born in 1995. In sommige gevallen betekent het voorzetsel in over. Hurry, the tram leaves in ten seconds!
3
In, on en at worden ook gebruikt als voorzetsels van plaats.
Als je het hebt over de plaats zelf: in I will meet her in Rome. Als je het hebt over ergens bovenop: on We slept on a boat. Als je bij bedoelt: at I dropped her off at the shop.
4
I put the flowers the table Monday.
Now show what you know! (vul de juiste voorzetsels in) I put the flowers the table Monday. Julie saw Jenn the store twelve o’clock. We got up seven the morning. They’re the station the hill. You saw me the pool summer. The train will be the station 5 minutes. He sits the sofa and watches a movie the evening.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.