Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Vertering van voedingsstoffen
H 6.2 Vertering van voedingsstoffen Dunne darm: darmplooien
2
Darmperistaltiek wordt geregeld door het Autonome Zenuwstelsel
Boven de voedselbrok: - kringspieren trekken samen - lengtespieren ontspannen Onder de voedselbroek: - kringspieren ontspannen - lengtespieren trekken samen Link naar animatie Darmperistaltiek wordt geregeld door het Autonome Zenuwstelsel
3
Dunne darm: darmvlokken (villi)
4
Dunne darm: microvilli
5
Oppervlaktevergroting !!
Darmplooien Darmvlokken Microvilli Oppervlaktevergroting !! Link naar Bioplek
6
enzymen H 6.3 Eigenschappen van enzymen:
katalysatoren versnellen chemische reacties; katalysatoren worden niet verbruikt en zijn na de reactie weer beschikbaar substraatspecifiek slechts 1 substraat past naamgeving ~ase (bijv. maltase) eiwitten specifieke ruimtelijke (3-D) structuur/vorm van actief centrum past precies op het substraat maltase
9
Werking van enzymen De invloed van Temperatuur en pH:
Temperatuur a-symmetrische optimumkromme enzymen veranderen van vorm bij te hoge temperatuur (= denatureren) zodat het substraat niet meer past. pH symmetrische optimumkromme Actief centrum
10
Bijvoorbeeld: fotosynthese
Reactiesnelheid Enzym + Substraat ES-complex Enzym + Product Reactiesnelheid: De hoeveelheid gevormd product per tijdseenheid De hoeveelheid verdwenen substraat per tijdseenheid Bijvoorbeeld: fotosynthese 6 H2O + 6 CO2 C6H12O6 + 6 O2
11
Samenvatting vertering
enzym substraat > verteringsproduct zetmeel maltose vetten eiwitten lange polypeptiden korte polypeptiden di-/tri-peptiden amylase maltose maltase glucose lipase glycerol & vetzuren pepsine lange polypeptiden trypsine korte polypeptiden peptidasen di-/tri-peptiden peptidasen aminozuren Directe opname zonder vertering: Monosachariden Mineralen Vitaminen Water Andere alvleessap enzymen: - RNA-ase - DNA-ase - Fosfolipase - Maaglipase (bij jonge babies: vetvertering van moedermelk !) - Cholesterolesterase
12
Vertering van zetmeel
13
Vertering van vetten
14
Lipase
15
Vertering van eiwitten
19
Alvleesklier: bioplek
Exocriene klier verteringsenzymen Endocriene klier insuline & glucagon bioplek
20
Maagportierwerking: - door maagzuur en vetzuren neem de pH in 12-vingerige darm af; - daardoor gaat de maagportier dicht en blijft de maag langer vol; - vet eten geeft je een “vol” gevoel …! - de maagportier gaat weer open bij een pH van 8 (alvleessap is basisch) Pepsine / Peptase: - pepsine wordt eerst als inactief pepsinogeen uitgescheiden; - o.i.v. maagzuur (HCl) wordt pepsinogeen geactiveerd tot werkzaam pepsine; - positieve terugkoppeling: pepsine stimuleert zelf het activeren van pepsinogeen, waardoor er nog meer werkzaam pepsine ontstaat, etc…..
23
Opname van voedingsstoffen
H 6.4 Opname van voedingsstoffen Darminhoud water Stof A (hoge concentratie) Stof B (lage concentratie) Darm- cellen Bloed water Stof A (lage concentratie) Stof B (hoge concentratie) Vetten: meeste komen terecht in lymfevaten. osmose diffusie actief transport
24
Resorptie: - meeste in de dunne darm
sommige stoffen ook geresorbeerd in: - mond alcohol - maag alcohol - dikke darm vooral water Vit. K (geproduceerd door darmflora) glucose - endeldarm zetpillen ! Poortader: - vervoert alle geresorbeerde stoffen naar de lever - behalve die uit de endeldarm !
25
Lymfevatenstelsel
26
Weefselvloeistof en lymfe
Door de bloeddruk geven haarvaatjes vocht af aan de weefsels Hierdoor komen de cellen aan hun O2 en voedingsstoffen Lymfe: Weefselvloeistof wordt deels weer terug opgenomen door de haarvaatjes Lymfevaten voeren de overtollige weefselvloeistof af (drainage) Onvoldoende drainage van de weefsels? Dan ontstaat oedeem!
27
Oedeem Oorzaken: infectie: veel eiwitten in weefselvloeistof (dus minder heropname van vocht in het bloed) hoge bloeddruk: meer vocht uit bloedvaten geperst naar de weefselvloeistof weinig beweging: minder drainage via lymfevaten (“dikke voeten” na lange vliegreis)
28
De lever: opslag van voedingsstoffen en afbraak van gifstoffen
H 6.5 De lever: opslag van voedingsstoffen en afbraak van gifstoffen Takje naar leverader leverlobje Takje van leverslagader Takje van poortader galbuisje
29
Functies van de lever Thema voeding:
Galproductie galkleurstof (bilirubine) en galzure zouten - bilirubine = geel afbraakproduct van hemoglobine - galzure zouten (afbraakproduct van cholesterol) zorgen voor emulgeren van vet Opslag van voedingsstoffen: Fe, vetoplosbare Vitamines (A,D,B12), mineralen Opslag van gifstoffen: kwik, DDT, arsenicum, rattengif Ontgifting van o.a. alcohol Hepatitis (geelzucht): bilirubine kleurt de ogen geel
30
Thema Stofwisseling: Eiwitten afbraak overtollige aminozuren ureum-vorming maken van niet-essentiële aminozuren Vetten vorming van niet-essentiële vetzuren vorming van cholesterol Koolhydraten opslag van glycogeen uit glucose m.b.v. insuline Thema Transport: poortader aanvoer van bloed vanuit de darmen Afbraak rode bloedcellen vorming van bilirubine opslag van Fe (uit hemoglobine) Plasma eiwitten fibrinogeen en andere stollingsfactoren
31
Cholesterol is bouwstof voor Steroïde hormonen
32
Overmatig alcoholgebruik leidt tot Lever cirrose
33
Galstenen: gekristalliseerde galzure zouten
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.