Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdFrieda Maes Laatst gewijzigd meer dan 5 jaar geleden
1
Besturingssystemen Ga verder met een muisklik.
2
Indeling software Software Systeemsoftware Applicatiesoftware
Systeembeheer Algemene applicaties Utilities Specifieke applicaties Ontwikkeltools
3
Besturingssystemen: kenmerken
Multi-tasking: er kunnen meerdere programma's tegelijk actief zijn. Multi-user: meerdere gebruikers kunnen tegelijkertijd de computer gebruiken. Multi-processing: een programma kan gelijktijdig draaien op meer dan een processor. Multi-threading: verschillende onderdelen van een programma kunnen gelijktijdig actief zijn.
4
Besturingssystemen Stand - alone Netwerk MS DOS Windows NT OS\2
Mac OS Windows 9x Linux BeOS Windows NT Solaris UNIX Novell Netware MVS OS/390
5
Functies van het besturingssysteem
1. Job management (taakbeheer) a. Taken accepteren b. (Deel)taken in volgorde plaatsen c. Taken beëindigen 2. Process management (procesbeheer) a. Lijst met wachtende processen bijhouden b. Een te activeren proces kiezen: - prioritering - time-slicing c. Een proces starten 3. Resource management (hulpbronnenbeheer) a. I/O-beheer: - buffering - spooling b. Geheugenbeheer: - partitionering - paginering
6
Functies van het besturingssysteem
2. Process management (procesbeheer) a. Lijst met wachtende processen bijhouden b. Een te activeren proces kiezen: - prioritering - time-slicing c. Een proces starten Prioritering: • processen worden één voor één, na elkaar uitgevoerd • het ene proces heeft voorrang boven het andere • nadeel: processen met een lage prioriteit komen niet of nauwelijks aan bod • wachttijden onbekend
7
Functies van het besturingssysteem
2. Process management (procesbeheer) a. Lijst met wachtende processen bijhouden b. Een te activeren proces kiezen: - prioritering - time-slicing c. Een proces starten Time-slicing: • "Ritsen" van processen: elk proces (programma) mag een bepaalde maximale tijd achtereen in behandeling zijn. • Processen worden schijnbaar tegelijk uitgevoerd: door de processorsnelheid merkt de gebruiker niet dat hij een groot gedeelte van de tijd NIET aan de beurt is. • Kritieke secties: sommige processen mogen niet geritst worden, bijv. omdat de uitvoer dan onbruikbaar wordt.
8
Functies van het besturingssysteem
2. Process management (procesbeheer) a. Lijst met wachtende processen bijhouden b. Een te activeren proces kiezen: - prioritering - time-slicing c. Een proces starten Time-slicing: • Het proces waar de CPU op het moment aan werkt heeft de status "ACTIEF", andere processen hebben op dat moment de status "PAUZE". • Een proces dat tijdelijk niet verder kan (bijv. omdat er gewacht wordt op invoer van de gebruiker) krijgt de status "WACHTEN". WACHTEN ACTIEF PAUZE
9
Functies van het besturingssysteem
2. Process management (procesbeheer) a. Lijst met wachtende processen bijhouden b. Een te activeren proces kiezen: - prioritering - time-slicing c. Een proces starten Time-slicing: DEADLOCK (= wederzijds wachten): processen wachten op elkaar waardoor hun activiteiten definitief tot stilstand komen.
10
Functies van het besturingssysteem
3. Resource management (hulpbronnenbeheer) a. I/O-beheer: - buffering - spooling b. Geheugenbeheer: - partitionering - paginering Buffering: De I/O-processor bouwt een voorraad op voor de CPU. Computer beschikt over meerdere buffers: de inhoud van de ene buffer wordt door de CPU verwerkt terwijl de I/O-processor de andere vult.
11
Functies van het besturingssysteem
3. Resource management (hulpbronnenbeheer) a. I/O-beheer: - buffering - spooling b. Geheugenbeheer: - partitionering - paginering Spooling: De I/O-processor neemt elke opdracht aan. Opdrachten die niet meteen kunnen worden uitgevoerd worden naar de harde schijf geleid. Als het randapparaat klaar is wordt de eerstvolgende taak uit de wachtrij gehaald.
12
Functies van het besturingssysteem
3. Resource management (hulpbronnenbeheer) a. I/O-beheer: - buffering - spooling b. Geheugenbeheer: - partitionering - paginering Partitionering: Elk programma dat moet worden verwerkt krijgt een aaneengesloten geheugenruimte toegewezen. Is er voor een programma op het moment geen plaats, dan wordt het in de wachtrij geplaatst. geheugen P1 P2 P3 P4 P6 P5 P6
13
Functies van het besturingssysteem
3. Resource management (hulpbronnenbeheer) a. I/O-beheer: - buffering - spooling b. Geheugenbeheer: - partitionering - paginering Paginering: Geheugen wordt verdeeld in "pagina’s" van gelijke grootte. Programma’s worden opgedeeld in stukken ter grootte van zo’n pagina en in het geheugen geplaatst. Pagina's van één programma hoeven niet bijelkaar te staan. Virtueel geheugen: alleen de veel gebruikte pagina's worden in het RAM geplaatst, de rest op de harde schijf. Voordeel: grotere flexibiliteit en maximaal benutten van beschikbaar geheugen. Nadeel: CPU moet bijhouden waar welke pagina's van welke programma's staan. Dit kost veel verwerkingstijd.
14
BIOS (Basic Input Output System):
• Elementaire invoer- en uitvoerprocessen. • Bevat de basisgegevens die nodig zijn voor de communicatie tussen hardware en besturingssysteem. • Geheugentest, controle van randapparatuur. • Vaststellen van de locatie van de noodzakelijke bestanden van het besturingssysteem.
15
BIOS
16
database-server (back-end)
Client-server techniek client (front-end) applicatie-server database-server (back-end) Processen worden verdeeld over meerdere computers. Client plaatst aanvragen voor processen op de servers. Gebruiker kan beschikken over gemeenschappelijke data. Transparante toegang Grafische gebruikersinterface Dynamische toewijzing
17
Einde © t.staal
18
Deze presentatie is beëindigd.
Sluit dit venster om terug te gaan naar de site.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.