Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdMathilda Peters Laatst gewijzigd meer dan 5 jaar geleden
1
Over het gebruik van schooltaal in de onderbouw van de basisschool
Niet op je knieën! Over het gebruik van schooltaal in de onderbouw van de basisschool Conferentie De leerkracht maakt het verschil 25 april 2012 Bé Poolman
2
Voorjaarsbloemen LK: Nee, wat voor bloemen zijn dit M? Lln1: Weet ik niet LK: Wat voor bloemen? Lln3: wtrblxxx. LK: Oh, waterbloemen? LK: Ze staan in het water he, een beetje in het vaasje LK: ???
3
Vervoer LK: Grote kinderen mogen wel voorin, maar zo groot zijn jullie nog niet hoor, dan moet je heel groot zijn. LK: Ja. LL1 (T): Ik ben al groot LK: ??? (tegen D, broertje van T)
4
Vervoer LK: Ging pappa een keer botsen? LK: Oh, en had pappa zich ook zeer gedaan? LK: Maar de auto... Ll1: Maar ik wel. LK: Jij wel? LK: Waar had je je zeer gedaan dan? Lln1: Mijn arm LK: ???
5
Even voorstellen Hanneloes Kim
6
Taalproductie 4-jarige
Kim - 4 jaar Hanneloes - 4 jaar Dan slaapt hij. Dan ligt hij in bed te slapen. Door zijn bed kruipen, onder zijn deken. Hoort hij een vlieg. Gaat achterna rennen. Heeft hij zijn poten vies gemaakt met verf. Dat zijn voetafdrukken. Nog meer voetafdrukken. En dan ging de vlieg naar buiten vliegen. Hij vindt de krant. Dan kruipt hij erdoorheen en gaat hij ’t scheuren. Dan ziet hij vogeltjes om mee te spelen. Dan springt hij in het bad en laat hij de vogeltjes schrikken. Poes. Zit uit het raam te kijken. Dat is een meisje. Dat is weer een poes. Op de trap lopen Toen kwam er een poes. Toen was de poes in de keuken. Twee poezen. Onder de blaadjes verstoppen. Met de blaadjes aan het spelen. Bron: Leseman et al, 2009
7
Aan tafel bij Kim Bron: Henrichs, 2010
M: We hebben deze auto… ehm… deze tafel in Middelburg gekocht. K: Auto? Dit is de auto niet! Dit is een tafel! M: Misschien kunnen we wel heel hard rijden met deze tafel? M: Doen we er wieltjes onder. K: Hier zitten al wieltjes onder, hoor! M: Waar dan? K: Daar, onder de tafel, naast de poten. M: Wat moeten we nog meer hebben als we willen dat hij vooruit gaat? K: Een motor. M: Ja, maar we missen nog iets… M: Als we op de tafel zitten, èn we hebben er een motor op gemaakt, èn er zitten wielen onder, dan missen we nog een heel belangrijk ding… K: Een stuur? K: En een schakel! Bron: Henrichs, 2010
8
Aan tafel bij Hanneloes
H: Pindakaas is toch een soort brood? M: Beleg. H: Beleg. M: Voor op brood. H: Voor op brood. H: Hier zitten al wieltjes onder, hoor! M: Mmm. M: Had je drum gespeeld op school? H: Ik ging met Lenny spelen en Rachel ging met Bolleboos spelen. M: Nou, dat mag toch? M: Doe even eten boven je bordje, Hanneloes. M: Doe even je stoel daarheen H: Mama, waar blijft Lotte? M: Ik denk dat die ook een hapje eten is. H: Ik denk dat Lotte nog wel komt, hè? M: Doe eens even netjes kauwen, Hanneloes.
9
Zoek de verschillen M: We hebben deze auto…ehm…deze tafel in Middelburg gekocht. K: Auto? Dit is de auto niet! Dit is een tafel! M: Misschien kunnen we wel heel hard rijden met deze tafel? M: Doen we er wieltjes onder. K: Hier zitten al wieltjes onder, hoor! M: Waar dan? K: Daar, onder de tafel, naast de poten. M: Wat moeten we nog meer hebben als we willen dat hij vooruit gaat? K: Een motor. M: Ja, maar we missen nog iets… M: Als we op de tafel zitten, èn we hebben er een motor op gemaakt, èn er zitten wielen onder, dan missen we nog een heel belangrijk ding… K: Een stuur? K: En een schakel! H: Pindakaas is toch een soort brood? M: Beleg. H: Beleg. M: Voor op brood. H: Voor op brood. H: Hier zitten al wieltjes onder, hoor! M: Mmm. M: Had je drum gespeeld op school? H: Ik ging met Lenny spelen en Rachel ging met Bolleboos spelen. M: Nou, dat mag toch? M: Doe even eten boven je bordje, Hanneloes. M: Doe even je stoel daarheen H: Mama, waar blijft Lotte? M: Ik denk dat die ook een hapje eten is. H: Ik denk dat Lotte nog wel komt, hè? M: Doe eens even netjes kauwen, Hanneloes.
10
Effect van taalaanbod
11
Academische taal (schooltaal)
Het academische taal continuum Informeel Academisch Boekje voorlezen? Kringgesprek? Instructie?
12
Schooltaal Functioneel instrument, dat het mogelijk maakt om efficiënt en precies over abstracte, niet observeerbare onderwerpen te kunnen communiceren.
13
Zoek de verschillen Mijn achtertuin (a) Mijn achtertuin (b)
Ik zie allemaal katten in de tuin. De tuin is daar (wijst). De katten zijn overal. Ze zijn heel mager en hebben allemaal wonden. De katten zijn niet van de buren. Ze zijn van niemand. Ik zie de boom en ik ruik de bloesem. Het is een kersenboom. Ik hou van de lente en ik hou van het lekkere weer. Ik zit graag in mijn luie stoel. Die staat onder de boom. Maar nu zit niet graag in mijn tuin. Met dank aan de katten! Mijn achtertuin (b) Mijn achtertuin wordt overspoeld door magere zwerfkatten. Hoewel het nu lente is, belemmeren de katten mij om van het lekkere weer te genieten in mijn luie stoel onder de bloeiende kersenboom.
14
Schooltaal continuüm Thuistaal Schooltaal Woorden
Weinig verschillende woorden Veel verschillende woorden Verwijzingen naar hier-en-nu Vb. ”Leg dat maar daar neer” Verwijzingen naar tijd en plaats Vb. Ik heb gisteren het rode blokje op de grote kast in de hoek van de kamer gelegd Veel voorkomende woorden Veel laagfrequente woorden Zinnen Weinig samengestelde zinnen Veel samengestelde zinnen Eenvoudig samengestelde zinnen Complexe samengestelde zinnen Tekst Gering abstractieniveau Hoog abstractieniveau Gebruik Informeel taalgebruik Formeel taalgebruik Directieven; Gesloten vragen Assertieven; Open vragen, pos. feedback
15
Maar… … we hebben het over kleuters!!!
16
De leerkracht maakt het verschil!
Daarom juist! De leerkracht maakt het verschil!
17
Kring
18
Voorjaarsbloemen LK: Nee, wat voor bloemen zijn dit M? Lln1: Weet ik niet LK: Wat voor bloemen? Lln3: wtrblxxx. LK: Oh, waterbloemen? LK: Ze staan in het water he, een beetje in het vaasje LK: ??? LK: Wanneer bloeien deze bloemen? Lln7 in de zomer. LK: In de zomer? Lln6: Nee in het lente. LK: In de lente he. LK: Het zijn echte voorjaarsbloemen, lentebloemen. Llm5: Maar ze groeien ook in de winter, xxx.
19
Vervoer LK: Grote kinderen mogen wel voorin, maar zo groot zijn jullie nog niet hoor, dan moet je heel groot zijn. LK: Ja. LL1 (T): Ik ben al groot LK: ??? (tegen D, broertje van T) LK: Maar D, wat ga jij dan volgende keer tegen pappa zeggen als T voor in de auto gaat zitten? LK: Wat zeg je dan tegen pappa? LK: &Owee &owee pappa, dat mag niet van juf I. LK:: T moet achter in de auto zitten. LK:: Ja. LL5: Maar maar xxx. LK: ? LK: Nou, weet je wat (he)t als jullie zo klein zijn en je zit voor in de auto B, dan als je dan gaat botsen per ongeluk dan bots je zo met je hoofd tegen de ramen aan. LL1 Ja. LK: Nou, en dat is niet leuk hoor, dan moet je wel naar het ziekenhuis.
20
Conclusie Grote onderlinge verschillen
Geen opvallende verschillen peuterspeelzaal basisonderwijs
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.