Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Methodiek Observeren
2
Observeren Wat is een observatie?
Observeren is een doelgerichte en systematische waarneming van gedragingen en uitingen van één of meerdere personen of van een gebeurtenis met de bedoeling de waarneming te beschrijven en samen te vatten ThiemeMeulenhoff(2016), Methodiek MZ, Pag. 134.
3
Observatie Kijken naar gedrag
Wat is de stimulus en de respons? Geef een eigen voorbeeld. Wat maakt dat iemand gedrag vaker of juist minder vaak vertoont? Leg dit uit aan de hand van de begrippen stimulus en respons. Neem een cliënt en een bepaalde situatie in gedachten . Welke factoren beïnvloeden zijn gedrag in deze situatie? Heb je een cliënt op je groep die bepaalde vooroordelen oproept? Leg uit welke. Welke gegevens gebruik je bij het interpreteren van het gedrag dat je hebt geobserveerd? Wat kun je doen als je niet zeker bent van je veronderstellingen?
4
Observatiemethoden Wat maakt dat je voor een bepaalde methode kiest?
Participerend Niet-participerend Gestructureerd Ongestructureerd
5
Observatiemethoden Wat maakt dat je voor een bepaalde methode kiest?
Participerend Weinig tijd, geen beschikking over personeel, buitenstaander heeft te veel invloed op de observatie Niet-participerend Zeer nauwkeurige en objectieve informatie nodig, het gaat om complex gedrag, gedrag mag niet beïnvloed worden door jou. Gestructureerd Wel een concrete vraagstelling, complex gedrag Ongestructureerd Geen concrete vraagstelling
6
Observatievragen Maak van de onderstaande punten observatievragen
Met wie zoekt Rens contact tijdens het eetmoment? Je wilt betrouwbare en objectieve informatie. Je wilt een algemeen beeld krijgen van het gedrag van de nieuwkomer Jan. Je wilt weten wat het effect is van een beloningssysteem op het dwangmatige gedrag van Damian. Je wilt weten wat de oorzaak is van het automutilerend gedrag van Sylvia. Je wilt weten hoe Davy reageert op jou als nieuwe begeleider.
7
Gegevens vastleggen Een betrouwbare registratie voldoet aan de volgende eisen: Zo nauwkeurig mogelijk Alleen waarneembare gedragingen Alleen gegevens die met de vraagstelling te maken hebben Registratie is duidelijk en te begrijpen voor personen die niet bij de observatie aanwezig waren.
8
Vormen van vastleggen Beschrijvend Observatieschema
Codeersysteem, bijvoorbeeld om met pijlen de relatie tussen groepsleden vast te leggen Beoordelingsschaal (1,2,3,4 of onvoldoende, matig, voldoende, goed)
9
Observatietechnieken
Continue observatie Event-sampling: als je wilt weten of gedrag voorkomt en hoe vaak (turfsysteem) Time-sampling: als je wilt weten hoe lang gedrag voorkomt Combinatie van mogelijkheden
10
Planmatig observeren Opzettelijk, bewust, doelgericht en systematisch waarnemen - Organiseren/verzamelen van informatie -Verkrijgen van inzicht in gedrag -Preciseren van de hulpvraag -Verantwoord organiseren van zorg- hulp- of dienstverlening. -Het verantwoorden van de eigen inzet en activiteiten. -Organiseren en verantwoorden van zorgplannen, handelingsplannen. -Het vooraf, tussentijds of definitief evalueren van activiteiten.
11
Methoden Vrije beschrijvende observatie Continue
Ongestructureerde observatie, cliënt staat centraal, als voorbereiding op een gestructureerde observatie. Gestructureerde beschrijvende observatie Interval Gestructureerde observatie, cliënt staat centraal, zelfde observatieplan op verschillende momenten. Contextueel Gestructureerde observatie, omgeving staat centraal, zelfde observatieplan op verschillende momenten.
12
Technieken Participerend observeren Event-sampling Time-sampling
Volledig participerend Half-participerend Niet-participerend Event-sampling Time-sampling
13
Hulpmiddelen Zintuigen Protocollen Formulieren
Scorelijsten/ puntenschaal Testen Ja/nee schaal Spelmaterialen Audio & video Speciaal ingerichte ruimte Profielschets
14
Observatieplan Wie, Situatie, Wanneer, Doel, Observatievragen,
Methoden, Techniek, Hulpmiddelen, Terugkoppelen,
15
Observatieplan Wie, wie ga je observeren, welke andere personen zijn hierbij aanwezig/betrokken? Situatie, in welke situatie/context ga je observeren? Wanneer, op welke dag/datum en tijdstip ga je observeren Doel, wat wil je bereiken met de observatie? Observatievragen, op welke vragen wil je aan na de observatie een antwoord? Methoden, welke methodiek ga je inzetten? Techniek, welke techniek ga je inzetten? Hulpmiddelen, welke hulpmiddelen ga je inzetten? Terugkoppelen, aan wie ga je je bevinden terugkoppelen?
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.