KNO.

Presentatie over: "KNO."— Transcript van de presentatie:

1 KNO

2 Benodigdheden klaarleggen voor inspecteren neus-keelholte
Benodigdheden klaarleggen KNO set Neusdruppelen Benodigdheden klaarleggen voor verwijderen corpus aliënum uit de neus en tamponneren

3 1. voorhoofdsholte (sinus)
2. neusamandel (adenoïd) 3. luchtpijp 4. stembanden 5. strottenhoofd (larynx) 6. strottenklepje (epiglottis) 7. keel (farynx) 8. neusholte 9. keelamandel (tonsillen)

4

5 Bloedneus Oorzaken? Behandeling neusbloeding * dichtknijpen
* neustampon * coaguleren (dichtbranden) Neustampon verwijderen

6 Neustampon

7 Neusdruppelen Als d.a. doe je dit alleen maar in combinatie met een ingreep.

8 Corpus aliënum Vreemd voorwerp ‘Peuteren’ Snuiten
Irritatie slijmvlies→zwellen Taak d.a. is klaarleggen benodigdheden om corpus aliënum te verwijderen

9 Voorhoofdspiegel

10 Otoscoop

11 Keelspiegel

12 Tongspatel

13 Neusspecula

14 Oorspecula

15 Tongtang

16 Checklists Benodigdheden klaarleggen voor het inspecteren van het oor
Het maken van een audiogram Het uitspuiten van het oor Benodigdheden klaarleggen voor het verwijderen van corpus aliënum uit het oor

17 Inspecteren oor Bekken Voorhoofdspiegel/lichtbron (otoscoop)
Oorspecula Wattenstokje/kniepincet met watje/wattendrager met watje Cerumenhaakje/cerumenlisje

18 Oren uitspuiten

19

20

21

22

23 Cerumen haakje en lisje

24

25

26 Aandachtspunten oor uit spuiten
Temperatuur water Oor vasthouden Richting water spuiten Vastzetten oorspuit ( fixeren)

27 audiogram

28 Gehoor

29 Slechthorendheid Geleidingsslechthorendheid Perceptieslechthorendheid
Uitwendige gehoororganen→bv. cerumenprop Middenoor→bv. ontstekingsresten Perceptieslechthorendheid Inwendige gehoororganen of gehoorzenuw en/of hersenen→bv. ouderdoms- en lawaaislechthorendheid

30 Stemvorktest Met behulp van een stemvork kan de arts onderscheid maken tussen een geleidingsstoornis en een perceptiestoornis Stemvorkproeven: Proef van Rinne ( geleidingsstoornis) Proef van Weber ( assymmetrie gehoorverlies op te sporen) Combi: toont geleiding en of perceptieverlies aan

31 Proef van Rinne

32 Mate (ernst) van gehoorverlies
Minder dan dB : lichte slechthorendheid 35-60 dB : matige slechthorendheid 60-90 dB : ernstige slechthorendheid Meer dan 90 dB : doofheid

33 Werkwijze Informatie patiënt Stille ruimte
Zorg dat patiënt niet kan zien wanneer geluid wordt gegeven Koptelefoon, geluid denkt te horen, hand opsteken Varieer in aanbieden geluid Scoreformulier Rechteroor: rode pen of rondje Linkeroor: blauwe pen of kruisje

34 drempelaudiogram

35

36 Corpus aliënum Vb. knikkers, zaadjes, kleine speeltjes, propjes
papier, stukjes plastic pijn aan het oortje, gehoorproblemen geruststellen niet zelf proberen te verwijderen, trommelvlies kan scheuren! → arts raadplegen!

37 Neus-oor pincet, hefboom volgens Quire, klem volgens Buck

38 Buisjes in de oren