Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdHeinz Seidel Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
ZIEKTE VAN PARKINSON Dr. B. Lagae
2
Basale ganglia Nucleus caudatus Putamen Globus pallidus
Substantia nigra Nucleus subthalamicus
3
Morbus Parkinson Traag doch gestadig verlies van dopaminerge neuronen in SN pc
5
Risicofactoren Man Industrialisatie Kaukasisch
Genetisch, vooral jong onset Rurale omgeving Herbiciden/pesticiden Medicatie Hysterectomie en vroege menopauze
6
Beschermende factor Voeding (matig Vit E, laag vet) Roken Beweging
Oestrogenen Caffeïne
7
diagnose Bradykinesie plus één van de volgende : Rusttremor Rigiditeit
Posturale instabiliteit Asymmetrie Antwoord op levodopa
8
Rigiditeit Akinesie (bradykinesie, hypokinesie) Micrografie Hypomimiek Dysarthie Stemverandering (hees, monotoon, stil) tremor (rust, positie)
9
vroeg Spierpijn, schouderpijn Schrijfproblemen, fijne motoriek
Vermoeidheid Gewichtsverlies Persoonlijkheidsverandering, traagheid Tremor reukstoornissen
10
later Complexe bewegingsstoornissen On/off freezing
Autonome dysfunctie Sialorree Impotentie Hartritmestoornissen constipatie
11
Niet-motorische symptomen
Gastro-intestinale problemen : Slikstoornissen Sialorhea Vertraagde maaglediging Vieze smaak in de mond Gewichtsverlies constipatie
12
Orthostatische hypotensie
Urogenitale problemen : Urinaire incontinentie Seksuele stoornissen
13
Problemen met de thermoregulatie
Hyperhidrose Seborrhea
14
Slaap- en waakstoornissen
Inslaap- en doorslaapstoornissen REM-slaap gedragstoornis RLS Slaperigheid overdag, slaapaanvallen en vermoeidheid
15
Gevoelsstoornissen Pijn Problemen met de ogen
16
Neuropsychiatrische stoornissen
Depressie Apathie Angst- en paniekaanvallen Wanen en hallucinaties Gedragsstoornissen
17
Cognitieve stoornissen
Traagheid in denken Dementie
18
Exclusie Medicatie Unilaterale distributie > 3 jaar
Geen antwoord op L-dopa Kenmerken van andere degeneratieve aandoening
19
Door medicatie geïnduceerd
D2 antagonisten zoals neuroleptica (ook metoclopramide) SSRI Flunarizine en cinnarizine Valproïnezuur, lithium, amiodarone
20
Parakliniek NMR DAT scan
21
17/11/2018
22
Behandeling
23
Wanneer moet gestart worden met een symptomatische behandeling?
Preventieve behandeling Behandeling Welke behandeling starten? Specifieke problemen
24
A) WANNEER MOET GESTART WORDEN MET EEN SYMPTOMATISCHE BEHANDELING?
Functionele beperkingen als gevolg van de ziekte van Parkinson tijdens: De werksituatie Uitvoeren van hobby’s Mobiliteit en balans Activiteiten in het dagelijks leven Subjectief hinderlijke symptomen: Bv tremor (kan sociaal als zeer hinderlijk ervaren worden)
25
B) PREVENTIEVE BEHANDELING
Momenteel geen aanwijzingen dat enige behandeling een neuroprotectief of neurotoxisch effect heeft Anti-oxidanten Selegiline en rasagiline: MAO B inhibitoren
26
C) BEHANDELING 1) Niet-farmacologische behandeling
A) Kinesitherapie B) Logopedie C) Dieet (eiwitarm) 2) Farmacologische behandeling I) Levodopa (+ dopadecarboxylaseremmer) II) Dopamine-agonisten III) COMT-inhibitoren IV) MAO-B-inhibitoren V) Overige behandelingen
27
I) Levodopa (+dopadecarboxylaseremmer)
Prolopa = levodopa + bensaride in 4/1 verhouding (Prolopa 125 = 100mg levodopa + 25mg bensaride)
28
I) Levodopa (+dopadecarboxylaseremmer)
1) Als diagnostisch middel Challenge of levodopa 2) Meest doeltreffende behandeling 3) Vormen 4) Bijwerkingen
29
3) Vormen A) Snelwerkend B) Langwerkend Prolopa HBS
C) Duodenale infusie Duodopa
30
4) Bijwerkingen A) Onmiddellijke I) Gastro-intestinale bijwerkingen
II) Cardiovasculaire bijwerkingen Orthostatische hypotensie Zeldzaam cardiale ritmestoornissen B) Laattijdige
31
B) Laattijdige I) Wearing-off effect = end of dose fenomeen
Heropflakkeren van parkinsonsymptomen 2 tot 4 uur na inname van levodopa II) On-off syndroom Onvoorspelbaar optreden van parkinsonsymptomen of dyskinesieën onafhankelijk van levodopa-inname III) Hyperkinesieën, meestal choreoathetosis en dystonie 1. Peak-dose = on 2. Difasisch = zowel voor als na de on-fase 3. Off
32
II) Dopamine agonisten
1) Welke 2 groepen: Ergotderivaten: bromocriptine (Parlodel) en pergolide (Permax) Non- ergotderivaten: ropinorole (Requip) en pramipexole (Mirapexin) Apomorfine sc. “rescue” therapie voor onvoorziene off-periodes 2) Bijwerkingen
33
2) Bijwerkingen Pulmonaire fibrose
A) Specifiek voor de ergotderivaten Pulmonaire fibrose Cardiale klepfibrose: pergolide mag om deze reden slechts in derde lijn voorgeschreven worden B) Voor de volledige groep Nausea en braken, hypotensie, dyskinesieën, hallucinaties, slaperigheid
34
III) COMT-inhibitoren
1) Werking Inhibitie van het enzym catecholamine-O-methyl transferase 2) Welke a) Entacapone: Comtan Stalevo 3) Bijwerkingen a) Gastro-intestinaal b) Gerelateerd aan de verhoogde dopaminerge act. c) Rode verkleuring van de urine
35
IV) MAO-B-inhibitoren
1) Welke a) selegiline: Eldepryl b) rasagiline: Azilect 2) Indicatie - Monotherapie in het beginstadium van de ziekte - In combinatie met levodopa om de off-periodes en motorische fluctuaties te verminderen 3) CAVE Voor rasagiline: gevaarlijke interacties met: Andere MAO-inhibitoren SSRI’s, voornamelijk fluoxetine en fluvoxamine Dextromethorfan Sympathicomimetica aanwezig in nasale en orale decongestiva
36
V) Overige behandelingen
1) Anticholinergica Voornamelijk voor tremor 2) Amantadine: Amantan Beperkt effect bij sommige patiënten in het beginstadium van de ziekte Voor reductie van medicatie-geïnduceerde motore fluctuaties en dyskinesieën
37
17/11/2018
38
Neurochirurgie DBS thv nucleus subthalamicus 17/11/2018
39
17/11/2018
40
D) WELKE BEHANDELING STARTEN?
1) Milde symptomen Azilect 2) Nood aan antiparkinsonmedicatie Levodopa Associatie Comt-inhibitor Dopamine-agonist Opmerking: er zijn veel non-dopaminerge symptomen: slaapstoornissen, balansstoornissen, cognitieve stoornissen, pijn, autonome verschijnselen, depressie
41
E) SPECIFIEKE PROBLEMEN
1) Door levodopa geïnduceerde motore fluctuaties 2) Verwardheid 3) Orthostatische hypotensie
42
Door levodopa geïnduceerde motore fluctuaties
A) On dyskinesieën - Reductie van de dosis levodopa - Associatie van Comt-inhibitor of dopamine-agonist - Amantan B) Off-periodes - Optimalisatie van de levodopa-behandeling - Associatie van dopamine-agonist, Comt-inhibitor, rasagiline - Duodenale infusie van levodopa = Duodopa - Onvoorpelbare off: apomorfine sc - Off-dystonie: evt botuline toxine injectie
43
2) Verwardheid Oorzaak opsporen
Visuele hallucinaties, paranoïde gedachten, omkering van slaap-waakritme en hypersexualiteit zijn tekenen van dopaminerge toxiciteit Bij agitatie en psychose: sedativa, anxiolytica, sederende antidepressiva, neuroloptica (voornamelijk clozapine = Leponex, quetiapine = Seroquel)
44
3) Orthostatische hypotensie
Vermindering van de dosis levodopa, dopamine-agonisten, selegiline Vermindering van de dosis hypnotica, anti-depressiva Behandeling met extra zoutinname, steunkousen, fludrocortisone
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.