Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
DOEN?! Coachtraining Dag 1
2
Programma 1 Kennismaking 2 Doel van deze dag (en doel van de training)
3 Achtergrond bij het project 4 Wat is coaching? 5 Coachen in de praktijk: oefening aan de hand van eigen casus 6 Lunchpauze 7 Coachen van laaggeletterde leerders: oefening door middel van rollenspel 8 Terugblik
3
DOEL van de training Dag 1:
Op deze dag maak je kennis met 1-op-1 coaching en leer je enkele coachtechnieken. Ook weet je meer over de achtergronden van de aanpak; Dag 2: Op deze dag verdiep je je kennis en vaardigheden met betrekking tot coaching. We bekijken hoe je coaching kunt toepassen in een groep. Ook kijken we naar de instrumenten waarmee je tijdens het coachen de voortgang van deelnemers in kaart kunt brengen. Dag 3: Op deze dag werken we rond de uitdagingen die je tegenkomt als je eenmaal coachend aan het werk bent gegaan.
4
Kennismaking Bingo - Stel de vragen op je kaart;
- Stel één vraag per persoon per keer; - Noteer de naam van de persoon; - Wie het eerst zijn/haar kaart vol heeft, roept BINGO en heeft gewonnen
5
Het project DOEN?! DOEN?! = Digitale Overheid, En Nu?
Ontwikkelen van digitale vaardigheden Bij laaggeletterde leerders Maar vooral ook: ontwikkeling van leervaardigheden, vaardigheden voor autonoom/ zelfstandig leren. Door middel van coaching
6
Hoe leren wij? Volwassenen ondernemen gemiddeld acht leerprojecten per jaar (Alan Though); DOEN: Bespreek in drietallen: Kijk terug op het afgelopen jaar. In welke ‘leerprojecten’ ben jij verwikkeld? Hoe leer jij?
7
Je leert door Voordoen en nadoen Trial & error
Een tutorial bekijken op YouTube Een boek lezen Een cursus volgen Een opleiding volgen Observeren Reflecteren Een expert vragen Een handleiding lezen Oefenen Uit noodzaak Door schade en schande Door ervaring Door feedback Door te DOEN!
8
Waarom autonoom leren? Noodzaak: veranderende wereld, kenniseconomie;
Motivatietheorie (Ryan& Deci): Autonomie: ervaren dat je keuzes kunt en mag maken, dat je regie hebt; Competentie: ervaren dat je de leertaak aankunt; Verbondenheid: ervaren dat je in verbinding staat met anderen. Kwaliteit van leren: constructivisme (Vygotsky): Leren ≠ kennisoverdracht Leren is een actief proces van kennisconstructie Nieuwe kennis aanhaken bij bestaande kennis Sociaal constructivisme: leren doe je in verbinding met anderen
9
Zelfstandig of Autonoom leren
Welke vaardigheden / competenties zijn nodig om zelfstandig te kunnen leren? Brainstorm Competentietabel (bijlage 3)
10
Wat is coaching? (EN WAT IS HET NIET?)
‘Lesgeven’ Coachen
11
Fases in het coachproces: Grow model
GOAL: Wat wil je bereiken? Hoe ziet de gewenste situatie eruit? REALITY: Verkenning van de huidige situatie OPTIONS: Welke mogelijkheden (meervoud!) heb ik? Welke wil ik uitproberen? WAY FORWARD: Wat ga ik doen? En hoe? DOEN: Bespreek: Herken je deze fases in je eigen begeleiding van leerders? Wat herken je wel en wat niet?
12
Reflectie in het onderwijs: VUT-model
Vooruitkijken Uitvoeren Terugkijken Welke vragen kunnen reflectie op gang brengen/ de leerder aan het denken zetten in elk van de fases?
13
Oefening Stralend falen! Werk in drietallen. Tijd: 3x20 minuten;
Neem om beurten de volgende rol: coach, coachee en observant. De coachee brengt een eigen leervraag in. Bijvoorbeeld met betrekking tot je werk of iets uit je dagelijks leven; De coach oefent de coachrol. Denk aan fases GROW-model en gebruik vragen bij het VUT-model. De observant let op: Sturend versus niet sturend zijn; Zijn fases GROW-model herkenbaar? Nabespreking: Hoe was het voor de coachee? Hoe heeft de coach het ervaren? Observant geeft 1 compliment en 1 tip.
14
Lunchpauze!
15
Terugkijken en vooruitkijken
Terugkijken: Hoe heb je de oefening ervaren? Vooruitkijken: Welke leervraag heb je nu met betrekking tot je eigen ontwikkeling tot coach? Denk hier even over na. Noteer je leervraag.
16
Coaching Do’s 1 Focus op actie
2 Wees een OEN (Open, Eerlijk, Nieuwsgierig) Stel vragen waarop je het antwoord niet weet! 3 Wees LUI De leerder doet het werk. Op je handen zitten, achterover leunen Stilte gebruiken 4 Spreek vertrouwen uit 5 Geef positieve specifieke feedback > verbind het succes van de leerder aan eigen gedrag (aanpak, modus, kwaliteit) Benoem waar je voortuitgang (FB) in ziet en vraag naar hoe ze dat voor elkaar kregen
17
Coaching don’ts 1 De coach oordeelt niet (niet over doelen, niet over aanpak, niet over de kwaliteit van het resultaat). 2 De coach vult niet in (Je hebt vast x nodig, want dat vind ik zelf ook belangrijk). 3 Coach neemt verantwoordelijkheid niet over. 4 De coach is geen therapeut: terughoudend met uitgebreide verkenning van oorzaken van gedrag.
18
Coachen van laaggeletterde leerders
Casus 1: Je bent de coach van Kees. Kees wil ‘beter met de computer leren werken’. Hoe coach je Kees naar een concrete eerste stap? Aanpak: Inspringtheater: We spelen een stukje van dit rollenspel. De trainer zet het spel stop en we bespreken wat er is gebeurd, wat er is veranderd. Daarna gaat het gesprek verder, misschien met een andere coach, of we proberen hetzelfde probleem nog eens op een andere manier aan te vliegen. Observatie: Let op interactie tussen gedrag van coach en coachee!
19
Coachen van laaggeletterde leerders
Casus 2: De leerder wil graag zijn post leren lezen op MijnOverheid.nl. Maar zijn leesvaardigheid is nog onder 1F. Wat ga je nu doen? Gebruik de gespreksleidraad. (zie toolbox).
20
Terugblik Doel dag 1: Op deze dag maak je kennis met 1-op-1 coaching en leer je enkele coachtechnieken. Ook weet je meer over de achtergronden van de aanpak en de achtergronden van het project; Is dit doel bereikt? Wat neem je mee van deze dag? Is je kijk op coaching veranderd? Welke wensen heb je voor de volgende bijeenkomst? Graag krijg ik jullie adressen i.v.m. evaluatie!
21
Huiswerk Kijk naar je leerdoel (dia 15);
Welke gelegenheid heb je in de komende periode om aan dit doel te werken? Wil je het proberen? Wanneer kun je het oefenen? Hoe pak je het aan? Wanneer ben je tevreden?
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.