De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Hoofdstuk 5 Afronden. Hoofdstuk 5 Afronden Paragraaf 5.1 In het midden.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Hoofdstuk 5 Afronden. Hoofdstuk 5 Afronden Paragraaf 5.1 In het midden."— Transcript van de presentatie:

1

2 Hoofdstuk 5 Afronden

3 Paragraaf 5.1 In het midden

4 T E 2 1 3 4 5 6 7 8 9

5 Tussen welke tientallen ligt 57?
Tussen welke honderdtallen ligt 693 dan? H T E 6 9 3

6 In het midden Teken onderaan een bladzijde van je schrift met je liniaal een getallenlijn van 10 centimeters en schrijf bij elke centimeter het juiste getal. Knip hem precies langs de 0 en 10 uit. Vouw hem dubbel, welk getal zit er precies in het midden?

7 Welke getal ligt er precies tussen 40 en 50 in?

8 Hoe zit het met de honderdtallen?
Welk getal ligt er precies tussen 800 en 900? Welk getal ligt er precies tussen 400 en 500?

9 Paragraaf 5.2 afronden

10 Bij welk honderdtal ligt 789 het dichtst?

11 Hoeveel mensen wonen er ongeveer in Amsterdam?
Dat noemen we afronden! Giancarlo Liguori, Shutterstock

12 Rond het getal 75 af Rond het getal 73 af Rond het getal 76 af
Een getal dat er precies tussen in ligt, rond je naar boven af. Bijvoorbeeld: Als je 750 afrondt op honderdtallen, dan rond je af naar 800 Als je 55 afrondt op tientallen, dan rond je af naar 60.

13 Hoe rond je dit getal af op honderdtallen?
Aan het cijfer na de positie waarop je afrondt, zie je of je naar boven of naar beneden moet afronden. D H T E 4 8 3 6 Hoe rond je dit getal af op honderdtallen? Hoe rond je dit getal af op tientallen?

14 Rond het getal 65 437 af op tientallen.

15 Rond het getal 65 437 af op duizendtallen.

16

17 Hoofdstuk 5 Extra opgaveN

18 Vraag 1 Tussen welke twee honderdtallen ligt 670? Tussen … en … in

19 Welk getal ligt er precies in het midden?
Vraag 2 Welk getal ligt er precies in het midden? 411 417 ?

20 Vraag 3 Welk getal ligt er precies tussen 100 en 500 in? 100 ? 500

21 Vraag 4 Melissa en Dick schatten hoe hoog een gebouw is. Melissa denkt dat het gebouw 600 meter hoog is, Dick denkt dat het 700 meter hoog is. Het gebouw is 640 meter hoog. Wie zit er het dichtst bij? Melissa Dick Ze zitten er even dichtbij

22 Rond het volgende getal af op dichtstbijzijnde honderdtal: 4018.
Vraag 5 Rond het volgende getal af op dichtstbijzijnde honderdtal: 4018.

23


Download ppt "Hoofdstuk 5 Afronden. Hoofdstuk 5 Afronden Paragraaf 5.1 In het midden."

Verwante presentaties


Ads door Google