De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

§ 1 De Agrarische revolutie

Verwante presentaties


Presentatie over: "§ 1 De Agrarische revolutie"— Transcript van de presentatie:

1

2 § 1 De Agrarische revolutie
Hoofdstuk 1 § 1 De Agrarische revolutie Casus – De boeren van Abu Hureyra 1 Niet alle jagers-verzamelaars waren nomaden; sommige groepen woonden generaties lang op eenzelfde plek. 2 Het is niet zeker of de bewoners van Abu Hureyra wel echt de allereerste boeren waren. Bij nieuwe opgravingen bestaat de mogelijkheid dat de boeren van Abu Hureyra ‘voorbij worden gestreefd’ door nog vroegere boeren. 3 a Jagers-verzamelaars hoeven de wilde planten en dieren die hun voedsel vormen, niet te onderhouden, maar een boer moet zijn dieren verzorgen, zijn grond omploegen, zaaien, onkruid wieden, oogsten, zijn gewassen beschermen tegen dieren enzovoort. b Bijvoorbeeld: de natuur bood niet meer voldoende voedsel en de bewoners van Abu Hureyra waren niet gewend om een nomadisch bestaan te leiden; de bewoners van Abu Hureyra wilden meer controle hebben over hun voedselvoorziening.

3 § 1 De Agrarische revolutie
Hoofdstuk 1 § 1 De Agrarische revolutie Het leven van jagers-verzamelaars 4 Je kunt de prehistorie 2,5 miljoen jaar geleden laten beginnen met de verschijning van de eerste mens, homo habilis. Maar je kunt ook uitgaan van de verschijning van onze eigen soort, homo sapiens. De prehistorie begint in dat geval pas in  v.C. 5 Verschillende antwoorden mogelijk, bijvoorbeeld: - Qua bezittingen/rijkdom onderscheidden de jagers-verzamelaars zich nauwelijks van elkaar, want veel bezittingen vormen voor nomaden alleen maar een last. - Jagers-verzamelaars waren op elkaar aangewezen om te overleven. Voor de jacht op grote dieren, zoals mammoeten of bizons, moesten zij bijvoorbeeld goed samenwerken. Voor een goed functioneren van de groep was het belangrijk dat de sociale verschillen beperkt bleven en dat er geen machtsconflicten ontstonden.

4 § 1 De Agrarische revolutie
Hoofdstuk 1 § 1 De Agrarische revolutie Het leven van jagers-verzamelaars 6 a Jagers-verzamelaars leefden van de jacht en het verzamelen van voedsel. Ze waren meestal nomaden. Ze leefden in kleine groepen. Binnen de groep bestonden nauwelijks sociale verschillen. Er bestond een rolverdeling tussen mannen en vrouwen. Jagers-verzamelaars dreven handel met elkaar. b Homo sapiens maakte meer gespecialiseerde werktuigen en gebruikte daarvoor meer verschillende materialen. Homo sapiens maakte kunst.

5 § 1 De Agrarische revolutie
Hoofdstuk 1 § 1 De Agrarische revolutie De agrarische revolutie 7 De middelen van bestaan veranderden volledig: mensen waren niet langer afhankelijk van wat de natuur toevallig aan voedsel opleverde, maar zij namen de productie ervan in eigen hand. 8 Voor boeren waren veel kinderen een voordeel omdat zij konden meehelpen op het land. De gemeenschappen van jagers-verzamelaars moesten klein blijven, omdat de directe leefomgeving niet genoeg voedsel bood voor grote groepen mensen. Daar was het hebben van veel kinderen een nadeel. 9 Potten en een pottenbakkersoven waren zwaar en potten waren breekbaar. Ze waren dus niet praktisch voor mensen die een nomadisch bestaan leidden, maar wel praktisch voor boeren die een sedentair bestaan leidden. 10 De mensen die het jagen en verzamelen verruilden voor een boerenbestaan leidden een zwaar leven. Net als de boeren die in de periode van de industriële revolutie het platteland verlieten om in de fabriek te gaan werken. Maar het feit dat beide groepen toch voor dat nieuwe leven kozen, zou kunnen betekenen dat hun vorige levensomstandigheden nog slechter waren.

6 § 1 De Agrarische revolutie
Hoofdstuk 1 § 1 De Agrarische revolutie De agrarische revolutie 11 Veel verschillende antwoorden mogelijk. Bijvoorbeeld: Nee, we gaan niet in een stijgende lijn omhoog. De overgang op landbouw heeft ongelijkheid onder mensen mogelijk gemaakt en uiteindelijk geleid tot uitbuiting van de ene door de andere groep. Terwijl sommige mensen in grote welvaart leven, leven anderen in enorme armoede. Of: Nee, in onze (westerse) samenleving kennen we wel meer materiële welvaart, maar het is niet zeker of we gelukkiger zijn. Veel mensen lijden bijvoorbeeld aan eenzaamheid, een probleem dat onder jagers-verzamelaars waarschijnlijk niet voorkwam. Of: Nee, we denken dat we beter zijn, omdat we over meer technische kennis beschikken, maar jagers-verzamelaars hadden andere kennis en vaardigheden die wij niet hebben. Waarschijnlijk zou niemand van ons in staat zijn om in de natuur te overleven. Of: Ja, het leven van de mens is er sinds de tijd van jagers-verzamelaars duidelijk op vooruitgegaan. De eerste boeren hadden het moeilijk, omdat landbouw nieuw voor hen was. Maar inmiddels levert de landbouw een enorme variatie aan groenten en fruit en is de levensverwachting van mensen met grote sprongen gestegen.

7 § 1 De Agrarische revolutie
Hoofdstuk 1 § 1 De Agrarische revolutie Historisch denken 12 Omdat het antwoord (gedeeltelijk) aangeeft of we van oorsprong goed of slecht zijn. Als de eerste jagers-verzamelaars al oorlog voerden, zou dat betekenen dat de mens vroeger niet beter was dan wij nu zijn. Het zou een aanwijzing zijn dat de mens niet ‘puur’ en goed op aarde is verschenen (zoals bijvoorbeeld in de Bijbel staat) en pas bedorven raakte toen de agrarische revolutie ongelijkheid in macht en bezit met zich meebracht. Het zou betekenen dat geweld en agressiviteit bij de aard van de mens horen en dat oorlogvoering niet valt uit te bannen. Als de eerste jagers-verzamelaars niet aan oorlog deden, versterkt dat het idee dat de mens van oorsprong goed is. 13 a Bron 6: Nee, oorlogvoering komt pas in het neolithicum, als de agrarische revolutie leidt tot meer welvaart. Bron 7: Ja, ook bij jagers-verzamelaars komt georganiseerde oorlog voor. Bron 8: Nee, jagers-verzamelaars vochten wel, maar dat was geen oorlog. Bron 9: Ja, ook jagers-verzamelaars voeren oorlog, soms zelfs zeer frequent, maar wel minder vaak dan agrarische culturen.

8 § 1 De Agrarische revolutie
Hoofdstuk 1 § 1 De Agrarische revolutie Historisch denken 13 b Bron 6: Archeologische vondsten van omheiningen en greppels wijzen daarop. Bovendien is het logisch, want pas met de landbouw verzamelden mensen bezit en werden rooftochten zinvol. Bron 7: Rotstekeningen van Australische Aboriginals, die nog leven als jagers- verzamelaars, laten zien dat zij aan georganiseerde oorlogvoering deden. Bron 8: Geeft feitelijk geen harde argumenten: hij stelt alleen vast dat er geen bewijs is voor ‘echte oorlogshandelingen’. Bron 9: Prehistorische jagers-verzamelaars zijn te vergelijken met hedendaagse jagers-verzamelaars, en sommige daarvan voeren wel degelijk oorlog. 14 a Nee. Sommige auteurs (bron 6 en 8) beschouwen rooftochten e.d. niet als echte oorlogshandelingen, anderen (bron 7 en 9-10) zien rooftochten e.d. wél als een vorm van oorlogvoering.

9 § 1 De Agrarische revolutie
Hoofdstuk 1 § 1 De Agrarische revolutie Historisch denken 14 b Dat is belangrijk omdat de andere definitie grotendeels verklaart waarom de auteurs verschillend denken over oorlogvoering bij jagers-verzamelaars. Als ze allemaal de ruime definitie zouden gebruiken, zouden ze de vraag of prehistorische jagers-verzamelaars oorlog voerden, allemaal met ja beantwoorden. 15 a De aanname dat jagers-verzamelaars uit de prehistorie te vergelijken zijn met jagers-verzamelaars van nu. b Hij is discutabel. Als je in bron 9 kijkt, zie je dat de hedendaagse jagers- verzamelaars nogal verschillen als het gaat om oorlogvoering: sommigen voeren voortdurend oorlog, anderen (bijna) niet. Als jagers-verzamelaars nu al zo veel kunnen verschillen, wie zegt dan dat de jagers-verzamelaars van toen lijken op die van nu?

10 § 1 De Agrarische revolutie
Hoofdstuk 1 § 1 De Agrarische revolutie Historisch denken 16 Je eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Het lijkt waarschijnlijk dat prehistorische jagers-verzamelaars onderling wel vochten, zoals onder andere te zien is op oude Australische rotstekeningen en zoals sommige jagers-verzamelaars ook nu doen. Geen van de geciteerde auteurs ontkent dat. Maar het zou goed kunnen zijn dat met de komst van de landbouw oorlog frequenter is geworden (bron 9) en misschien ook beter georganiseerd – al geeft geen van de citaten voor dat laatste een harde aanwijzing. Het is ook goed mogelijk dat er grote regionale verschillen zijn: als prehistorische jagers-verzamelaars uit Australië oorlog voerden, wil dat niet zeggen dat prehistorische jagers-verzamelaars uit Noord-Afrika dat ook deden.

11 § 2 Het ontstaan van steden
Hoofdstuk 1 § 2 Het ontstaan van steden Casus - De begrafenis van koningin Pu-Abi 1 In de eerste boerendorpen was iedereen min of meer gelijk, terwijl in Ur grote sociale verschillen bestonden. De heersers waren zo belangrijk dat voor hen zelfs mensenoffers werden gebracht. 2 Uit bron 1 en uit de beschrijving van de kunstschatten en de hoofdtooi van Pu- Abi: deze waren zo vakkundig gemaakt dat dit het werk moet zijn geweest van gespecialiseerde handwerkslieden, zoals edelsmeden. 3 Een landbouwoverschot was noodzakelijk om te zorgen voor voedsel voor de koningen, soldaten en de andere inwoners van Ur die zich niet met landbouw bezighielden.

12 § 2 Het ontstaan van steden
Hoofdstuk 1 § 2 Het ontstaan van steden Casus - De begrafenis van koningin Pu-Abi  4 Verschillende antwoorden mogelijk, bijvoorbeeld: de mensen uit die tijd geloofden in het hiernamaals. De koningen en koninginnen namen daarom bedienden mee om in het leven na de dood voor hen te werken. Of: men geloofde dat de overledene een moeilijke reis moest afleggen om in het hiernamaals te komen. De koningen namen soldaten en bedienden mee om hen tegen gevaren onderweg te beschermen en kunstschatten om kwade geesten mee te paaien.

13 § 2 Het ontstaan van steden
Hoofdstuk 1 § 2 Het ontstaan van steden De eerste steden: Soemerië 5 In gebieden met een regelmatige regenval hoefden boeren geen kunstmatige irrigatie toe te passen, maar daardoor bleven hun oogsten kleiner dan in gebieden waar kunstmatige irrigatie wel noodzakelijk was. Er ontstonden geen voedseloverschotten, waardoor de bevolking niet kon groeien. 6 Het voedseloverschot moet zo groot zijn dat veel mensen zich met andere activiteiten kunnen gaan bezighouden. 7 Jagers-verzamelaars en eenvoudige boeren dreven ook al handel, maar zij deden dat toen naast hun andere activiteiten. Pas in de stedelijke samenleving werd handeldrijven een apart beroep.

14 § 2 Het ontstaan van steden
Hoofdstuk 1 § 2 Het ontstaan van steden De eerste steden: Soemerië 8 Vele antwoorden mogelijk, bijvoorbeeld: waar veel mensen samenwonen is de kans op conflicten en misdrijven groter en moet er een soort rechtssysteem komen. Of: waar veel mensen samenwonen moeten openbare voorzieningen worden gecreëerd, zoals een afvoer voor afvalwater. 9 Om een stad te besturen en zaken te organiseren heb je ambtenaren nodig en die moeten betaald kunnen worden.

15 § 2 Het ontstaan van steden
Hoofdstuk 1 § 2 Het ontstaan van steden De ontwikkeling van het schrift 10 Nee, het einde van de prehistorie verschilt van gebied tot gebied. In 3300 v.C. kwam wel een einde aan de prehistorie in Soemerië, maar in Nederland eindigde de prehistorie bijvoorbeeld pas in 50 v.C. 11 Niet alle aspecten van de samenleving werden op schrift gesteld, vooral niet in het begin, toen het schrift alleen werd gebruikt voor economische en administratieve doeleinden. 12 Verschillende antwoorden mogelijk, bijvoorbeeld: om bij te houden wat het land aan oogst opleverde, of de bewoners hun bijdrage voor de tempels hadden afgedragen, om een loonadministratie te voeren.

16 § 2 Het ontstaan van steden
Hoofdstuk 1 § 2 Het ontstaan van steden De ontwikkeling van het schrift 13 a - de bestuurlijke macht: door het schrift konden de koningen een krachtiger bestuur voeren en controle uitoefenen over grotere gebieden. Zij konden bijvoorbeeld beter bijhouden wie nog belasting moest betalen, welke reparaties aan de irrigatiewerken moesten worden uitgevoerd en welke producten moesten worden ingekocht. Ook waren ze beter op de hoogte van wat zich in hun koninkrijk afspeelde, doordat ambtenaren verslagen konden opstellen. Zelf konden ze makkelijker orders uitdelen door instructies op schrift te laten zetten. Ten slotte konden ze wetten op schrift zetten, zodat die voor iedereen duidelijk en hetzelfde waren en rechters niet naar willekeur handelden; - de economie: met het schrift konden leningen, voorschotten en handelsafspraken worden vastgelegd. Dit stimuleerde de economie, omdat mensen minder bang waren om overeenkomsten aan te gaan; - de wetenschap: met het schrift kon kennis worden vastgelegd en overgedragen. Hierdoor werd de ontwikkeling van wetenschappen mogelijk gemaakt; - de cultuur: door het schrift werd de creatie van literatuur mogelijk. Ook konden mensen hierdoor hun kennis en gevoelens beter overdragen aan volgende generaties dan via mondelinge overlevering.

17 § 2 Het ontstaan van steden
Hoofdstuk 1 § 2 Het ontstaan van steden De ontwikkeling van het schrift 13 b Je eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Ja, de uitvinding van het schrift was van even groot belang, want net als de agrarische revolutie veranderde het de samenleving volledig. Het maakte het ontstaan van grote steden mogelijk en ook de ontwikkeling van wetenschappen. Zonder wetenschappen zouden we nooit de levensstandaard hebben bereikt die we nu in het Westen kennen. Of: Nee, de uitvinding van de landbouw was belangrijker, want daarmee werd de basis gelegd van de levenswijze die we nu hebben. Door de landbouw gingen mensen op een vaste plek wonen, kon de bevolking groeien en werd het ontstaan van verschillende beroepen mogelijk. Zonder landbouw zou er überhaupt nooit een schrift hebben bestaan.

18 § 2 Het ontstaan van steden
Hoofdstuk 1 § 2 Het ontstaan van steden De ontwikkeling van het schrift 14 Omdat kennis macht betekent: het feit dat priesters tot de weinige mensen behoorden die konden schrijven, versterkte hun positie in de samenleving. Het was daarom niet in hun belang dat de massa van de bevolking ook kon lezen en schrijven. Het beperkte gebruik van het schrift versterkte ook de machtspositie van de koningen. Het gaf hun bijvoorbeeld een monopolie op de informatievoorziening aan de bevolking. Door ambtenaren teksten te laten voordragen aan de bevolking konden ze makkelijk propaganda voor zichzelf voeren, want andere informatiebronnen waren er nauwelijks. Ook konden zij allerlei gegevens nauwkeurig laten vastleggen, terwijl anderen dat niet konden.

19 § 2 Het ontstaan van steden
Hoofdstuk 1 § 2 Het ontstaan van steden Historisch denken (Was Çatal Hüyük een stad?) 15 a De auteur ziet in de uniformiteit van de woningen een aanwijzing dat in Çatal Hüyük een gelaagde samenleving bestond, omdat een krachtig bestuur nodig was om ervoor te zorgen dat iedereen zijn woning op dezelfde manier bouwde. b Volgens bron 9 werden kennis en gebruiken van de ene op de andere generatie overgeleverd. Er was geen krachtig bestuur voor nodig om te bepalen hoe de bewoners hun huizen moesten bouwen, want dat leerden jongeren vanzelf in de praktijk van alledag. 16 a Religie en godsdienstige rituelen leken een belangrijke plaats in te nemen in het leven van de bewoners van Çatal Hüyük. Er waren speciale ruimtes, bedekt met wandschilderingen, die bestemd waren voor de uitoefening van hun godsdienst. b Volgens de auteur van bron 6 was er een machtige priesterschap in Çatal Hüyük, maar volgens de auteur van bron 8 waren er geen tempels en werd de godsdienst uitgeoefend in de eigen woning van de mensen. Volgens hem zijn er geen aanwijzingen dat er een machtige groep van priesters bestond.

20 § 2 Het ontstaan van steden
Hoofdstuk 1 § 2 Het ontstaan van steden Historisch denken 17 a De nederzetting heeft een grote omvang, kent een centraal bestuur, heeft een gelaagde samenleving en gebruikt het schrift. b Omvang van de nederzetting: Çatal Hüyük had een groot aantal inwoners voor die tijd. Bestuur: alle huizen waren gelijk, maar over hoe dat kon verschillen de meningen. Volgens bron 9 gaven de bewoners hun kennis door en was er geen centraal of krachtig bestuur nodig (zoals bron 6 beweert) om die gelijksoortige huizen te maken. Gelaagde samenleving: er werden in Çatal Hüyük verschillende ambachten uitgevoerd en de kunstwerken die zijn gevonden getuigen van een groot vakmanschap. Er bestond dus wel een arbeidsdeling. De langeafstandshandel lijkt er ook op te wijzen dat er mensen waren die zich hadden gespecialiseerd in het beroep van koopman. Maar er is geen bewijs dat er een bestuurlijke, ambtelijke of religieuze elite bestond, want alle huizen waren gelijk en er zijn geen grote tempels of paleizen gevonden. Gebruik van schrift: in Çatal Hüyük werd geen schrift gebruikt.

21 § 2 Het ontstaan van steden
Hoofdstuk 1 § 2 Het ontstaan van steden Historisch denken 17 c Çatal Hüyük voldoet niet aan alle kenmerken van een stad. Het had wel redelijk veel inwoners en er bestond een zekere arbeidsdeling. Maar er was waarschijnlijk geen centraal bestuur en ook niet echt een gelaagde samenleving, want geen enkel huis was groter of luxueuzer dan een ander. Ook werd er in Çatal Hüyük geen schrift gebruikt.

22 § 2 Het ontstaan van steden
Hoofdstuk 1 § 2 Het ontstaan van steden Historisch denken (Hebben de Egyptenaren het schrift afgekeken van de Soemeriërs?) 18 Omdat het Egyptische schrift al snel na het spijkerschrift is ontstaan en omdat Egypte en Mesopotamië relatief dicht bij elkaar lagen. 19 Drie van de volgende antwoorden: - In de tijd dat het Egyptische schrift werd ontwikkeld bestond er al contact tussen de Egyptenaren en de Mesopotamiërs. - Er bestond een culturele invloed van de Mesopotamiërs op de Egyptenaren. - Net als in het spijkerschrift werden in het hiërogliefenschrift rebussen en pictogrammen gebruikt. - Er zijn in Egypte geen bewijzen gevonden die duiden op een ontwikkeling van een schrift. Het hiërogliefenschrift lijkt heel plotseling te zijn ontstaan.

23 § 2 Het ontstaan van steden
Hoofdstuk 1 § 2 Het ontstaan van steden Historisch denken 20 - De vroegste inscripties die in Abydos zijn opgegraven zijn ouder dan het oudste schrift dat in Mesopotamië is teruggevonden (dat dateert van 3300 v.C.) . - De opgravingen tonen aan dat er wel een ontwikkeling van het schrift heeft plaatsgevonden. 21 Verschillende antwoorden mogelijk, bijvoorbeeld: - omdat het onwaarschijnlijk lijkt dat er contacten tussen Mesopotamië en Egypte bestonden, zonder dat er informatie is uitgewisseld over het schrift; - omdat van de ontwikkeling van het Mesopotamische schrift over een veel langere periode sporen zijn teruggevonden dan van het Egyptische schrift.

24 § 3 Machtige rijken in het Midden-Oosten
Hoofdstuk 1 § 3 Machtige rijken in het Midden-Oosten Casus - Ramses II wijdt een nieuwe tempel in 1 Het bestuur moest zeer goed georganiseerd zijn om duizenden mensen in dienst te nemen en te transporteren naar de moeilijk toegankelijke plek van de tempel (in de woestijn). Ook moest het bestuur deze mensen huisvesten, voeden en van gereedschap voorzien, erop toezien dat iedereen wist wat hij moest doen en de middelen vinden om het hele project te bekostigen. 2 Je kunt dit opmaken uit het feit dat (twee van de volgende antwoorden): - de tempel in Nubië stond, in het uiterste zuiden van het Egyptische Rijk; - Ramses ook oorlog voerde in Kadesh, wat in het huidige Syrië ligt; - Ramses in bron 1 ‘heerser over beide landen’ wordt genoemd, wat wijst op een groter gebied dan alleen een stad.

25 § 3 Machtige rijken in het Midden-Oosten
Hoofdstuk 1 § 3 Machtige rijken in het Midden-Oosten Casus - Ramses II wijdt een nieuwe tempel in    3 Je kunt dit opmaken uit (twee van de volgende antwoorden): - de enorme afmeting van de standbeelden aan de ingang van de tempel; - het feit dat de andere figuren nog niet tot zijn knieën reikten; - het feit dat Ramses even groot werd afgebeeld als de goden aan wie de tempel was gewijd; - het feit dat kosten noch moeite werden gespaard om de wil van Ramses II (de bouw van de tempel) uit te voeren; - het opschrift onder de beelden ‘Ramses, zon der heersers’ (bron 1): hieruit blijkt dat Ramses zichzelf boven alle andere heersers verheven voelde. 4 Kennelijk had hij het vermoeden dat sommige mensen het niet eens waren met zijn heerschappij en/of zijn positie wilden overnemen. Met dit soort imposante bouwwerken kon hij hen imponeren en afschrikken.

26 § 3 Machtige rijken in het Midden-Oosten
Hoofdstuk 1 § 3 Machtige rijken in het Midden-Oosten De vroegste staten 5 Het Egyptische Rijk had een centraal bestuur: alle macht lag bij de farao. De rechtspraak van de farao gold voor het hele land. De farao’s hadden een geweldsmonopolie en zij waren verantwoordelijk voor de bescherming van de landsgrenzen. 6 Betrouwbaar zouden kunnen zijn: de datering van de slag (a) en de omschrijving van de tegenstanders (c), omdat er meestal geen noodzaak is hier iets te verhullen. Twijfel is op zijn plaats bij het verloop en de afloop van de strijd (b); die zijn misschien mooier voorgesteld dan ze waren. 7 a In beide gevallen hadden de rechtsregels een goddelijke oorsprong. b Omdat veel wetten en bijbehorende straffen vastlagen en voor iedereen zichtbaar waren, werd het voor lokale rechters moeilijk om hiervan af te wijken. Omdat de wetten in steen waren gegrift, waren ze onveranderbaar, zelfs voor de koning.

27 § 3 Machtige rijken in het Midden-Oosten
Hoofdstuk 1 § 3 Machtige rijken in het Midden-Oosten De vroegste staten 8 Wel mee eens: de farao kon het uitgestrekte Egyptische Rijk onmogelijk in zijn eentje besturen en had ambtenaren nodig om daarbij te helpen. De ambtenaren waren onmisbaar bij alle belangrijke activiteiten van het land: zij organiseerden de landbouwwerkzaamheden, zorgden voor de uitvoering van grote bouwwerken en zagen erop toe dat de orders van de farao in het hele land werden uitgevoerd. 9 Het is voor een leger moeilijker om door te dringen tot de rivierstrook via de woestijn dan wanneer er een overgangsgebied ligt met voedsel en water voor de soldaten.

28 § 3 Machtige rijken in het Midden-Oosten
Hoofdstuk 1 § 3 Machtige rijken in het Midden-Oosten Macht en religie 10 Overeenkomsten: Beide godsdiensten waren polytheïstisch. Beide waren natuurgodsdiensten. Zowel in Egypte als in Mesopotamië was de godsdienst verweven met alle aspecten van het leven. Zowel de farao’s als de koningen van Mesopotamië werden gezien als opperpriesters. Verschillen: Egyptenaren stelden het leven na de dood mooier voor dan de Mesopotamiërs. Egyptenaren vereerden de farao als god, terwijl de koningen van Mesopotamië slechts hun macht van een god zouden hebben ontvangen.

29 § 3 Machtige rijken in het Midden-Oosten
Hoofdstuk 1 § 3 Machtige rijken in het Midden-Oosten Macht en religie 11 Uit Mesopotamië: daar heerste de overtuiging dat de mens na zijn dood niets goeds te wachten stond en dat voor hem geen eeuwig leven was weggelegd. Hij kon daarom maar beter zoveel mogelijk genieten van het leven op aarde. Deze overtuiging komt naar voren in bron 6. In de bron is niets te merken van de Egyptische overtuiging dat je na je dood moest verschijnen voor een rechtbank, die oordeelde of je wel goed geleefd had op aarde en die je, als je je goed had gedragen, een gelukkig en eeuwig leven in het hiernamaals bezorgde. 12 Omdat de manier waarop de wereld functioneert helemaal valt terug te voeren op de godin Maät. Andere goden, zoals de zonnegod Re, waren slechts verantwoordelijk voor een onderdeel van de kosmische orde, maar Maät was verantwoordelijk voor het geheel.

30 § 3 Machtige rijken in het Midden-Oosten
Hoofdstuk 1 § 3 Machtige rijken in het Midden-Oosten Macht en religie 13 In Mesopotamië waren mensen vrij om internationaal handel te voeren, maar in Egypte stond de internationale handel onder controle van de staat. 14 De Egyptische religie, want net als in het christendom werden mensen na hun dood beoordeeld op hun daden: er stond hun een gruwelijk lot te wachten als ze slecht hadden geleefd (vergelijkbaar met de hel of het vagevuur in het christendom) en mochten ze heerlijk verder leven als ze zich goed hadden gedragen (vergelijkbaar met het paradijs in het christelijke geloof).

31 § 3 Machtige rijken in het Midden-Oosten
Hoofdstuk 1 § 3 Machtige rijken in het Midden-Oosten Historisch denken   15 Een hervorming is een beperkte, geleidelijke aanpassing van de bestaande situatie. Een revolutie is een abrupte, ingrijpende aanpassing, een veelomvattende breuk met het verleden, een ‘omwenteling’. 16

32 § 3 Machtige rijken in het Midden-Oosten
Hoofdstuk 1 § 3 Machtige rijken in het Midden-Oosten Historisch denken   17 a De priesters verloren inkomsten en misschien zelfs wel hun werk, want hun tempels werden gesloten. b De ambtenaren moesten verhuizen naar een nieuwe hoofdstad. c De boeren konden geen offers meer brengen aan de traditionele goden, maar verder veranderde er voor hen niet zoveel. 18 a Latere farao’s hebben de nagedachtenis van Akhenaten en zijn opvolgers uitgewist. Kennelijk waren ze het oneens met zijn veranderingen. b Je zou de beschikking moeten hebben over soortgelijke koningslijsten van latere farao’s. Als Akhenaten daar ook in ontbreekt, dan is deze bron representatief. Omgekeerd: als Seti I daarin ontbreekt en Akhenaten komt er wel in voor, dan zou het kunnen zijn dat latere farao’s de mening van Seti I over Akhenaten niet deelden.

33 § 3 Machtige rijken in het Midden-Oosten
Hoofdstuk 1 § 3 Machtige rijken in het Midden-Oosten Historisch denken    19 Ja, Akhenaten was in elk geval op religieus gebied een revolutionair: hij zorgde voor een radicale breuk met het verleden. Niet alleen moderne historici als Richard Hamilton onderstrepen de vele veranderingen die hij doorvoerde, maar ook Seti I en zijn zoon Ramses II zagen hem al als zo afwijkend dat ze hem niet als farao erkenden. Wel plaatst de moderne historicus Dimitry Laboury de kanttekening dat Akhenatens religieuze ideeën niet helemáál nieuw waren: hij borduurde voort op ideeën over het belang van de zon die al eerder waren ontwikkeld.

34 Hoofdstuk 1 Afsluiting 1 a Eigen antwoord leerling. Hieronder enkele suggesties. De levenswijze van jagers-verzamelaars: - Mensachtigen gebruiken voor het eerst stenen werktuigen (ca. 2,5 miljoen jaar geleden): het gebruik van steen als materiaal voor gereedschappen was voor jagers-verzamelaars van groot belang om te overleven. - Het verschijnen van de homo sapiens ( v.C.): met de komst van de homo sapiens werden werktuigen meer gespecialiseerd. Daarmee verbeterden de jachtmethoden en bijvoorbeeld de wijze waarop kleding in elkaar werd gezet. Ook werd het maken van kunst nu een onderdeel van de levenswijze van de mens. (Het is niet uitgesloten dat de voorgangers van de homo sapiens ook kunstwerken maakten, maar hiervan zijn geen overblijfselen gevonden.) - Het einde van de laatste ijstijd ( v.C.): je zou hiervoor kunnen kiezen, omdat met het einde van de ijstijd ook de flora en fauna veranderden. De jagers-verzamelaars moesten daardoor overschakelen op de jacht op andere diersoorten. Ook nam in het Midden-Oosten de regenval toe en ontstond een vruchtbaar gebied, waar zoveel voedsel te vinden was dat mensen er op sommige plekken een sedentair bestaan konden gaan leiden.

35 Hoofdstuk 1 Afsluiting Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen: - Het einde van de laatste ijstijd ( v.C.): het feit dat mensen langer op dezelfde plek bleven wonen bevorderde de overgang op landbouw, want er is gebleken dat de eerste mensen die aan akkerbouw gingen doen al een sedentaire levensstijl hadden. - Het begin van een koude, droge periode na de laatste ijstijd (rond v.C.): mogelijk heeft deze klimaatverandering een belangrijke rol gespeeld in de eerste overgang op landbouw. - Mensen gaan aan veeteelt doen (7500 v.C.): de overgang op veeteelt was belangrijk, want daardoor ontstond een nieuwe bestaanswijze, met geheel nieuwe producten als melk, leer en wol. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen: - Boeren in Soemerië gaan aan kunstmatige irrigatie doen (vierde millennium v.C.): dit was een absolute voorwaarde voor het ontstaan van steden, want zonder kunstmatige irrigatie hadden de Soemeriërs geen voedseloverschotten kunnen produceren.

36 Hoofdstuk 1 Afsluiting - De uitvinding van het schrift (3300 v.C. in Mesopotamië, 3000 v.C. in Egypte): steden konden zich pas goed ontwikkelen wanneer er gebruik werd gemaakt van het schrift. Daartegenover zou je kunnen stellen dat het schrift werd uitgevonden op het moment dat steden al begonnen te ontstaan. Want pas toen bleek dat koningen en tempels een instrument nodig hadden om hun bestuur en administratie goed te kunnen blijven uitvoeren. b Eigen antwoord leerling. Hieronder enkele suggesties. De levenswijze van jagers-verzamelaars: - In Zuid-Europa worden grotschilderingen gemaakt (tussen en v.C.): de grotschilderingen zijn interessant, omdat zij aantonen dat jagers- verzamelaars geen lompe barbaren waren, maar over een grote creativiteit en artistieke vaardigheden beschikten. Tegelijkertijd gaat het om een fenomeen dat zich beperkte tot een relatief kleine regio: buiten Zuid-Europa zijn er maar weinig grotschilderingen aangetroffen.

37 Hoofdstuk 1 Afsluiting Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen: - Boeren in Abu Hureyra gaan selectief graan kweken (rond v.C.): voor de bewoners van Abu Hureyra was dit belangrijk, want door het verbouwen van graan konden zij op dezelfde plek blijven wonen. Maar een grootschalige overgang op landbouw begon in het Midden-Oosten pas rond 9000 v.C. Tegelijkertijd is het ook mogelijk om het standpunt te verdedigen dat het kweken van graan in Abu Hureyra wél van groot belang is geweest voor het kenmerkende aspect, omdat het ontstaan van landbouw hiermee begon. Mogelijk heeft de akkerbouw in Abu Hureyra uiteindelijk ook een rol gespeeld in de grootschalige overgang op landbouw, doordat over zaaien en oogsten kennis werd opgebouwd, die daarna in de omgeving verder is verspreid. - Mensen in de Vruchtbare Halvemaan gaan gepolijst steen gebruiken (rond v.C.): het gebruik van gepolijst steen heeft niet geleid tot het ontstaan van landbouw of landbouwsamenlevingen, maar was wel heel handig voor boeren, omdat gepolijst steen zo scherp was dat ze er stukken grond mee konden ontbossen.

38 Hoofdstuk 1 Afsluiting - Mensen in het Midden-Oosten ontdekken hoe ze brons kunnen maken (rond 3000 v.C.): dit had geen invloed op het ontstaan van landbouw of landbouwsamenlevingen, maar het gebruik van brons was wel van belang voor de landbouwsamenlevingen, omdat met brons sikkels en ander gereedschap – zoals messen en beitels – gemaakt konden worden. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen: - Koningin Pu-Abi van Ur wordt met haar dienaren en veel kunstschatten begraven (ca v.C.): op de ontwikkeling van het kenmerkende aspect hebben de begrafenissen geen enkele invloed gehad, maar zij illustreren wel mooi hoe de stedelijke samenleving van toen in elkaar zat: met een rijke en machtige elite, die zichzelf met veel pracht en praal kon omgeven.


Download ppt "§ 1 De Agrarische revolutie"

Verwante presentaties


Ads door Google