Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
3.2 Zien 1ste klas
2
Iris Pupil Oogwit
3
Opbouw oog: 3 lagen
4
Onderdelen Oog
5
Pupilreflex
6
Waardoor zie je altijd scherp?
De lens maakt het beeld scherp op je netvlies
7
DOEN: Werking van de lens
Neem een potlood en houd dit met gestrekte arm voor je oog. Kijk met één oog over het potlood naar de muur van het lokaal. Kun je tegelijkertijd zowel potlood als muur scherp zien? - Geef een verklaring
8
Accommoderen Platte lens: veraf Bolle lens: dichtbij
9
Kringspier: Het straallichaam
10
DOEN: Nabijheidspunt Bepaal het nabijheidspunt bij jezelf door een boek steeds dichter naar je ogen te brengen. Op hoeveel centimeter van je ogen kun je nog goed lezen? Is de lens dan bol of plat?
11
Wanneer heb je een bril nodig?
Twee oorzaken: Je ooglens niet goed plat of bol kan worden. Doordat de vorm van je oogbol niet goed is.
12
Bijziend: kun je voorwerpen van dichtbij scherp zien - Bolle lenzen (+ bril) Verziend: kun je in De verte scherp zien. - Holle lenzen (- bril)
14
Bijziend De oogbol te lang Bijziend: kunt dichtbij scherp zien.
Bril met holle lens (- bril) Het beeld valt voor het netvlies!
15
Verziend De oogbol te kort Verziend: je kunt in de
verte scherp zien. Bril met bolle lezen (+ bril) Het beeld valt achter het netvlies!
16
Netvlies 2 soorten zintuigen: Kegeltjes: kleur Werken overdag,
bij veel licht Ligging: in de gele vlek Staafjes: zwart, wit en grijs tinten Werken bij weinig licht Ligging: rondom de gele vlek
17
Kegeltjes 3 kleuren Paars: rode en blauwe kegeltjes geprikkeld
Hersenen: verwerken dit tot één kleur.
18
Gezichtsbedrog
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.