Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Geschiedenis 3de jaar
2
De macht in de domaniale samenleving
3
Wie drukt hier zijn stempel op de middeleeuwen?
4
Merovech (5de eeuw) Sage: verwekt door Quinotaur (zeemonster) toen moeder een bad nam. Naamgever van de Merovingers Grootvader van CLOVIS
5
Weet je nog? Clovis, de Merovingische koning
6
POLITIEK: een opmerkelijke machtswissel
Merovingers wanneer? van 500 tot 751 naam? Merovech = legendarische koning (grootvader van Clovis) belangrijkste persoon: Chlodovech = Clovis positief: gebiedsuitbreiding Uitbreiding gezag negatief: na Clovis: schijnkoningen hofmeiers deden al het werk 751: hofmeier Pepijn III eist macht op en wordt door paus tot koning gezalfd.
7
POLITIEK: een opmerkelijke machtswissel
Karolingers wanneer? van 751 tot 987 naam? Karel Martel = hofmeier (grootvader van Karel de Grote) belangrijkste persoon: Karel de Grote positief: verdere uitbreiding / steviger gezag 751: hofmeier Pepijn III eist macht op en wordt door paus tot koning gezalfd.
8
Een opmerkelijke machtswissel in 749
Lees de bron op blz. 42 (doc 38) en vul de drie vraagjes aan. Wat laat Pepijn aan de paus vragen? Wat antwoordt de paus? Waarom zou de paus vandaag van betrokkenheid in een staatsgreep worden beschuldigd? Is het wel oké dat de Merovingers de titel van koning droegen, terwijl ze geen macht hadden? Nee, wie geen macht heeft, mag geen titel dragen. Wie wel macht heeft, moet koning worden. Staatsgreep = (poging tot) illegale afzetting van een regering. Dat is wat de paus in de middeleeuwen heeft gedaan.
9
Karel de Grote, beroemde vorst
Tekenopdracht biografie (hb. blz. 43) Komt Karel de Grote positief of negatief uit de biografie? Karel kwam positief uit de biografie. Einhart dikte zijn leiderskwaliteiten wat aan.
10
RUIMTE (wb. blz. 24 hb. blz. 44) Karel had een groot rijk. Wat stel je vast? Heel wat problemen om het te besturen, want er waren veel verschillende talen, volkeren en culturen.
11
Welke mogelijkheden ondervindt een vorst als hij zo’n rijk erft en moet organiseren? Waarom liet Karel de Grote het grensgebied aan de Pyreneeën extra versterken? Hij geeft een stuk aan iemand uit de adel. Hij kan dat stuk besturen i.p.v. de koning. Gevaar op indringers uit het Kalifaat van Cordoba: de moslims (of moren).
12
Slag bij Poitiers, 732
13
(vandaag: in Frankrijk)
Wie? Karel Martel vs. Abdul Rahman Waar? Aanleiding? Constante dreiging van de Arabieren uit het westen POITIERS (vandaag: in Frankrijk)
14
Slag bij Poitiers, 732 Karel Martel vs. Abdul Rahman
= Franken versus de Moren Winnaar: de Franken Gevolg: Het Arabische leger trok zich terug over de Pyreneëen. einde van islamitische opmars in Europa
15
Leenstelsel
16
Hoe kon Karel de Grote zo’n groot rijk besturen?
17
Vazalliteit – Rollenspel
Pionier, blz. 46 Vazalliteit – Rollenspel Wie? Graaf Floris en Karel de Grote Wat? Graaf Floris zweert trouw aan KDG In ruil: KDG geeft een stukje grondgebied
18
kroonvazal (hoge adel)
koning Opperste leenheer grond bestuur Helpen waar nodig leenman leenman leenman kroonvazal (hoge adel) leenman leenman leenman Achtervazal (lage adel) Achter-achtervazal (boer) achterleenman achterleenman achterleenman
19
Vazalliteit – Rollenspel
Pionier, blz. 43 Vazalliteit – Rollenspel Wie? Boudewijn I en Karel de Grote Wat? Boudewijn I zweert trouw aan KDG In ruil: KDG geeft een stukje grondgebied Aan welke ceremonie doet dit je denken? Een trouwceremonie
20
Welke voordelen levert het feodale systeem op voor de koning?
Welke problemen kunnen zich op lange termijn voordoen? Wanneer het oorlog werd, kon de koning rekenen op de steun van trouwe onderdanen. Ze waren daartoe verplicht. De adel hielp ook met het bestuur van het land. De leenmannen worden op hun beurt leenheer van de lage adel en de boeren. Bij ruzie tussen de koning en de adel, kan de graaf/hertog rekenen op een groot leger.
21
3 soorten lenen GRONDleen = een gebied krijgen in leen Voorbeeld: een tenure (grond) GELDleen = jaarlijkse som kunnen innen Voorbeeld: tolweg AMBTSleen = een speciale functie krijgen in leen Voorbeeld: graaf/hertog
22
Belangrijke begrippen
Overheer: de leenheer van je eigen leenheer Achtervazal: achterleenman, vazal van je eigen vazal, van adelijke afkomst Leenhulde: eed van trouw aan de leenheer
23
KAREL WORDT KEIZER Wanneer? 25 december 800 Waar? Rome
Door wie? Paus Leo III
24
Karel de Grote wordt keizer
25
Karel de Grote wordt keizer
Waarom was de keizerstitel symbolisch heel belangrijk voor het Westen? Sinds 476 was er geen keizer meer in het Westen door de val van het West-Romeinse rijk. Karel de Grote bracht eenheid, rust en structuur door zijn wetten (capitularia).
26
De dood van Karel de Grote
27
Gevolgen van erfrecht voor het Karolingische rijk na de dood van Karel de Grote
Germaans erfrecht: iedere zoon krijgt een deel bij de dood van de vader. Karel de Grote moest zijn gronden verdelen onder zijn zonen. Er was één zoon geschikt: Lodewijk I, de Vrome. 814: Karel de Grote sterft 814 – 840: Lodewijk de Vrome regeert
28
Slecht bestuur = slechte wegen = weinig contacten Plaatselijke leenmannen werden onafhankelijker
29
843 – Lodewijk De Vrome sterft 'Karel [de Kale] ontmoette zijn broers te Verdun om te onderhandelen. Daar werd de verdeling bepaald. Lodewijk kreeg alle streken aan de overkant van de Rijn en aan deze zijde de bisschoppelijke steden Spiers, Worms en Mainz met hun gouwen. Lotharius kreeg het hele gebied dat gelegen was tussen de Rijn en de Schelde tot haar monding; aan de andere zijde het Kamerijkse, Henegouwen, het land van Lomme en Mézières en de graafschappen die gelegen zijn langs de Maas tot aan de samenvloeiing van de Saône en de Rhône tot aan de zee met de graafschappen aan beide oevers. Daarenboven ontving hij Atrecht, waarvan zijn broer Karel vrijwillig afstand deed. Het overige tot Spanje werd aan Karel afgestaan.' Uit: J. Demey e.a., Geschiedenis in documenten (Amsterdam 1974), blz
30
Verdrag van Verdun Oost-Francië = na de dood van Lodewijk werd het rijk verdeeld onder zijn drie zonen West-Francië Midden-Francië
31
Cultuur Leven in dienst van God
33
Karel de Grote en onderwijs
Wb. blz. 32 Karel de Grote en onderwijs Link: nodigde-geleerden-uit-op-zijn-paleis/ Waarom hechtte Karel de Grote veel belang aan onderwijs? Kennis zorgt voor vooruitgang. God heeft mensen verstand gegeven om te studeren. Op wie rekende hij voor de organisatie van het onderwijs? De clerus
34
De zeven vrije kunsten – artes liberales
reken-kunde meet-kunde muziek astro-nomie filosofie redenaarskunde Gramma-tica
35
Paltskapel Palts van KDG
36
En Karel zelf?
37
Invloed van KDG nu...
38
Pater noster, qui es in caelis, Sanctificetur Nomen Tuum
Pater noster, qui es in caelis, Sanctificetur Nomen Tuum. Adveniat Regnum Tuum. Fiat voluntas tua, Sicut in caelo et in terra. Panem nostrum quotidianum da nobis hodie, Et dimitte nobis debita nostra, Sicut et nos dimittimus debitoribus nostris. Et ne nos inducas in tentationem: Sed libera nos a malo. Amen
39
Het kloosterleven in de middeleeuwen
40
Groepswerk: het kloosterleven in de middeleeuwen
Wat is een klooster en hoe werd het georganiseerd in de middeleeuwen?
41
Groepswerk: het kloosterleven in de middeleeuwen
Stap 1: aparte bronnenstudie in groepje (10 min) Stap 2: nieuwe groepjes = jij bent expert (6 min) Stap 3: vragen van de lerares beantwoorden Klok:
42
Wat hebben deze biermerken gemeen met elkaar?
43
Kloosterleven, blz. 31 Ontstaan in Egypte en Syrië Verspreiding naar het westen door Benedictus van Nursia 9de – 10de eeuw: kerkelijk leven in verval door corruptie
44
Problemen
45
start van kloosterhervorming Abdij van Cluny = benedictijns klooster
Succes! Leven in volstrekte armoede Moeten bedelen voor levensonderhoud = Gregoriaanse hervorming Reconstructietekening van de abdij van Cluny omstreeks 1150.
46
Wereldlijke macht Geestelijke macht
47
Hervorming
48
Kerk staat los van wereldlijke inmenging
veranderingen: celibaat werd ingevoerd kerkelijke ambten worden niet meer gekocht paus benoemt de bisschoppen, niet de keizer
49
Actualisatie – Is de invloed van het kloosterleven nog merkbaar?
50
Handboek blz. 108, document 93 Lees de tekst. Verklaar de volgende begrippen. Leken: gelovigen die geen geestelijke functie (pater, priester...) bekleden. Ketters: mensen die afdwalen van de officiële, kerkelijke leer. Inquisitie: een kerkelijke rechtbank die was opgericht om ketterij te onderzoeken en te bestraffen.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.