Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdFloris de Backer Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
Hoe vind ik mijn weg in het Omgevingsbesluit Schakeldag 29 juni 2017
Lidia Palm IenM/HBJZ
2
Inhoud presentatie Hoofdlijnen Omgevingsbesluit
Highlights behandeling Eerste en Tweede Kamer Vervolg-proces Kleine enquete: Wie werkt er bij een gemeente? Provincie? Waterschap? Tussentijds vragen: breek gerust in!
3
Op welke vraag biedt het omgevingsbesluit antwoord?
Bij welk bevoegd gezag moet ik zijn voor mijn vergunningaanvraag? Welke procedure voor vergunning wordt daarbij gevolgd? Wie worden daarbij betrokken? Welke procedurele regels gelden er? Welke (aanvullende) regels gelden er voor het projectbesluit, mer, kostenverhaal en financiële zekerheid? Wie is er bevoegd voor toezicht en handhaving? Wat moet ik digitaal beschikbaar stellen?
4
Omgevingsvergunning Let op: vergunningvrije en vergunningplichtige gevallen in het Bal Uitgangspunt: decentraal, tenzij In het Ob: bevoegd gezag betrokkenheid andere bestuursorganen: advies en instemming Voorbereidingsprocedure Handhaving
5
Omgevingsvergunning: 4 vragen
1 activiteit of meer activiteiten? Is één van de activiteiten een magneetactiviteit? Gaat het om een complex bedrijf? Is één van de activiteiten een wateractiviteit?
6
Vraag 1: enkelvoudig of meervoudig
Provincie voor activiteiten met bovenlokale afweging, bv Zwaardere’ RIE-categorie en BRZO Ontgronding land en in winterbed rijksrivier Rijk voor activiteiten met bovenregionale afweging, bv: Ontgrondingen in rijkswater, niet winterbed rivier. Nationale veiligheidsbelang (BAL) Beperkingengebiedactiviteit rijk: spoor, luchthaven Territoriale zee en exclusieve economische zone Provincie bevoegd gezag voor: Afwijkactiviteiten van provinciaal belang Vergunningplichtige activiteiten ogv de provinciale verordening Milieubelastende activiteiten met bovenlokale effecten / waar het niet doelmatig is dat de gemeente vergunt – ‘zwaardere’ RIE-categorieën en BRZO N2000 en Ffw-activiteiten Beperkingengebieden regionale luchthavens en hoofdspoornet (Activiteiten m.b.t. gesloten stortplaatsen, is nu nog opgenomen. Kan zijn dat deze bij invoeringswet geschrapt wordt. Geeft Jitske nog uitsluitsel over) Rijk is bevoegd gezag voor: Afwijkactiviteiten van nationaal belang N2000- en Ffw-activiteiten van nationaal belang militaireluchthaven Individuele activiteiten van nationaal veiligheidsbelang (TNO, Koninklijk Huis) Waar staan deze, in de wet? Beperkingengebiedactiviteiten m.b.t. rijkswegen, hoofdspoorwegen, militaire luchthavens en nationale luchthavens Mijnbouwactiviteiten en beperkingengebieden rond mijnbouwinstallatie Activiteiten in zee (EEZ), Waterstaatswerken in beheer bij het Rijk. Ministerie van Infrastructuur en Milieu 17 september 2018
7
Vraag 2: magneetactiviteit?
Provinciale magneetactiviteiten: Afwijkactiviteiten van provinciaal belang RIE/Seveso Grote ontgrondingen Rijksmagneetactiviteiten: Afwijkactiviteit van nationaal belang Defensie en nationale veiligheid (? ) Mijnbouw Meerdere magneetactiviteiten: hoogste bevoegd gezag beslist Werkt niet door in de tijd Bij meervoudige activiteiten geldt nog steeds decentraal, tenzij. Dus in principe B&W of waterschap beslist Voor sommige activiteiten geldt dat vanwege specifieke kennis of bovenregionale afweging de bevoegdheid bij een hoger orgaan komt te liggen. Als activiteiten worden gecombineerd met een magneetactiviteit, dan trekt de magneetactiviteit de bevoegdheid als het ware naar zich toe (ook voor de andere activiteiten). NB: magneetactiviteit werkt niet door in de tijd Ministerie van Infrastructuur en Milieu 17 september 2018
8
Vraag 3: complex bedrijf?
Eens bevoegd gezag, altijd bevoegd gezag Complexe bedrijven (Seveso/RIE) vergen integrale beoordeling. Daarom: eens bevoegd gezag, altijd bevoegd gezag regel: Seveso, RIE en overige installatie (meestal GS = bevoegd gezag); GS ook bevoegd voor alle andere activiteiten (vergunningplicht en algemene regels) binnen de omgrenzing van de activiteit . Werkt door in de tijd Ministerie van Infrastructuur en Milieu 17 september 2018
9
Vraag 4: wateractiviteit?
Wateractiviteiten en niet-wateractiviteiten: aparte aanvraag Wel tegelijk aanvragen, coördinatieregeling (in de tijd) Ook hier geldt: decentraal, tenzij => waterschap bevoegd Uitzondering provincie/Rijk grote grondwateronttrekking provincie eigen werk van Minister lozing uit IPPC-installatie / Seveso-inrichting op Rijkswater Waterschap behoudt gewoon huidige bevoegdheden, daar wijzigt verder niets v.w.b. Enkelvoudige aanvragen Ministerie van Infrastructuur en Milieu 17 september 2018
10
Flexibiliteitsregeling bevoegd gezag
Artikel 5.16 Ow: bestuursorganen kunnen bevoegdheden met wederzijds goedvinden aan elkaar overdragen. Delegatie in de zin van de Awb. Voor individuele vergunningen. Voor samenstel van vergunningen (bijvoorbeeld een heel project of een heel bedrijventerrein). Mededeling aan vergunninghouder en belanghebbenden. Ministerie van Infrastructuur en Milieu 17 september 2018
11
Advies met instemming Advies met instemming: voor wie een ‘losse’ vergunning of daarmee gelijk staand instrument aanvraagt (zoals een vvgb) ‘andere’ bestuursorganen bij meervoudige aanvraag 4 weken extra termijn. Geen instemming = geen vergunnning. Beoordelingsregels voor ‘losse’ activiteiten van overeenkomstige toepassing. Niet zelfstandig vatbaar voor bezwaar en beroep. Mogelijkheid om zelf te handhaven Andere bevoegde bestuursorganen bij meervoudige aanvraag NB B&W bij afwijkactiviteiten Provincie voor bij verordening aangewezen afwijkactiviteiten BZK bij afwijken Bouwbesluit OCW bij archeologische rijksmonumenten IenM bij ontgrondingen in winterbed rivieren Ministerie van Infrastructuur en Milieu 17 september 2018
12
Advies Advies; voor wie voorheen ook een adviesrecht had
Voorbeeld: veiligheidsregio, beheerder rwzi. Geen extra proceduretijd. Bevoegd gezag mag gemotiveerd afwijken. Niet zelfstandig vatbaar voor bezwaar en beroep. B&W bij bouwactiviteit in meervoudige aanvraag cf. huidig Bor Gemeenteraad bij afwijkactiviteiten (aan B&W) OCW / GS bij monumentenactiviteiten cf. huidig recht Veiligheidsregio en ILT cf. huidig Bevi en Bor Defensie in radarverstoringsgebieden cf. huidig Barro GS bij in verordening aangewezen afwijkactiviteiten Delegerend bestuursorgaan bij toepassen flexibiliteitsregeling Waterbeheerder bij indirecte lozingen Ministerie van Infrastructuur en Milieu 17 september 2018
13
Voorbereidingsprocedure omgevingsvergunning
Uitgangspunt is reguliere procedure Uitgebreide procedure geldt bij internationale (inspraakverplichting) Denk aan mer, seveso, rie In de Invoeringswet: “op verzoek of met instemming” Plaatje met smilie? Ministerie van Infrastructuur en Milieu 17 september 2018
14
Projectprocedure Eén uniforme procedure voor initiatieven met een nationaal of provinciaal belang Sneller en Beter aanpak: Integrale verkenningen Trechtering van alternatieven Vroegtijdige participatie Verplicht voor aanleg en wijziging (auto)wegen, vaarwegen, spoorwegen en primaire waterkeringen Aanwijzing (huidige) RCR-projecten voor de projectprocedure via de E-wet De harmonisatie leidt tot snellere en betere besluitvorming. Sneller omdat besluitvorming coördineert waardoor er veel minder separate toestemmingen nodig zijn. Bv vergunningen. (Meenemen in projectbesluit: verkeersbesluiten wegenverkeerswet; vergunnignen wet windenergie op zee; vergunningen kernenergiewet artikel 15b; onttrekking van wegen aan openbaar verkeer wegenwet. Inhoudelijk toetskader blijft wel bestaan). Integraal omdat alle belangen worden meegenomen. En omdat participatie wordt gestimuleerd. Gaat o.a. om proces en inhoudelijke eisen die aan de besluiten wordt gesteld. Uitgangspunten zijn vertrouwen: dus bv geen proceseisen bovenop Awb en terughoudend met verplicht stellen van de voorkeursbeslissing. Verplichte voorkeursbeslissing. Geen uitbreiding van gevalleen waarvoor voorkeursbeslissing nodig is (alleen wanneer dat nu voor Tracewet geldt). Verplicht voor: - rijksinfrastructuur (Tracéwet) - aanleg, verlegging, versterking primaire waterkeringen aangewezen energieprojecten (Electriciteitswet, mijnbouwwet, Gaswet) nationaal, provinciaal “waterstaatsbelang”” Tot slot participatie: mn aandacht voor gevraagd in de kamer (dik faber). Uiterlijk bij aanvang van de verkenning moet bevoegd gezag kennis geven van de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen zullen worden betrokken. Het Ob bevat daarover nadere regels.
15
Projectprocedure Omgevingbesluit stelt nadere regels over
Voornemen Voorkeursbeslissing (o.a. wanneer verplicht) Projectbesluit (o.a. welke besluiten kunnen meegenomen in projectbesluit) Publieksparticipatie: kennisgeving participatie en toegankelijkheid informatie (motie Smaling) Sneller en Beter aanpak met integrale verkenning, trechtering van alternatieven en vroegtijdige participatie is verbreed vanuit de Tracéwet naar alle ruimtelijke projecten van publiek belang. Denken in oplossingsrichtingen en niet meteen richten op 1 oplossing (oplossingsrichtingen hangen natuurlijk wel af van de opgave, gaat het om de doorstroming op een snelweg over mobiliteitsvraagstuk voor een stad). Trechteren tot voorkeursbeslissing (in aantal gevallen verplicht). Breed gedragen voorkeursrichting en een politiek-bestuurlijk besluit op strategisch niveau over de noodzaak van het project Fasering besluitvorming door voorkeursbeslissing (niet altijd), projectbesluit en uitvoeringbesluiten Daarnaast vrijwillige keuze voor volgen projectprocedure Aanwijzing moet nog door EZ geregeld worden in de Elektricteitswet Ministerie van Infrastructuur en Milieu 17 september 2018
16
Milieueffectrapportage
Uitgangspunten voor de Omgevingswet en dit besluit: Aansluiten bij EU-richtlijnen. Mer geen moetje, draagt bij aan besluitvorming. Zoveel mogelijk geïntegreerd in procedure plan of project. Het bevoegd gezag is verantwoordelijk voor de kwaliteit. PM: herziene mer-richtlijn wordt via Invoeringswet en Invoeringsbesluit geïmplementeerd. Korte introductie: Mer regelgeving afkomstig uit twee richtlijnen, dat is de basis. Bij eerdere modernisering was al vrij strak geïmplementeerd, dus nu geen grote veranderingen Wat mer-plichtig is en wat mer-beoordelingsplichtig is, is niet gewijzigd. 1 nieuw instrument: plan-mer-beoordeling: daarmee kan in gevallen waar geen aanzienlijke milieugevolgen zijn worden afgezien van een mer-plicht Duidelijke, uniforme procedures. PM: de mer-richtlijn voor projecten is in 2014 herzien. De omzettingstermijn is mei 2017, daarom aparte omzetting in Wm noodzakelijk. In de Ow en dit besluit is nu geen rekening gehouden met deze herziene mer-richtlijn, dit wordt via de Iw en Ib overgezet. Helaas zijn daarom veel artikelen van de project-mer nog leeg (gereserveerd). Ministerie van Infrastructuur en Milieu 17 september 2018
17
Milieueffectrapportage
Wet o.a.: procedure vereenvoudigd (geen verplichte kennisgeving bij start) advies Cie mer bij project mer facultatief altijd 3.4 Awb bij mer-plicht Generieke aanwijzing plannen/programma’s Omgevingsbesluit nadere regels o.a.: Plan-mer-beoordeling De inhoudseisen van het plan-MER en project MER Eisen aan de besluitvorming en inhoud als gevolg van de gevoerde mer-procedure Bekendmaking van het vastgestelde plan of programma Monitoringsmaatregelen Grensoverschrijdende mer
18
Milieueffectrapportage
Vereenvoudiging lijsten mer-plichten waardoor meer helderheid ontstaat (1 lijst mer plicht en mer beoordelingsplicht) Mer beoordelingsprocedure vormvrij Commissie voor de mer in hoofdstuk over adviesorganen. Ik loop niet alle punten door. De belangrijkste wijzigingen, punten zijn: Vereenvoudiging door opnemen van 1 lijst waarin mer plicht en beoordelingsplicht naast elkaar staan Vormvrije mer beoordeling lasten verlichting: van 2 procedures naar 1 en wel de vormvrije. Er is allereerst invulling gegeven aan de bij amendement toegevoegde grondslag voor de toepassing van de plan-mer-beoordeling. Dit biedt een verduidelijking van wanneer de plan-mer-beoordeling kan worden toegepast of anders gezegd: wanneer sprake kan zijn van “kleine gebieden op lokaal niveau”of “kleine wijzigingen”. De invulling van deze grondslag is gebaseerd op de door de Europese Commissie opgestelde guidance van artikel 3 lid 3 van de smb-richtijn . Algemeen is geregeld dat een plan-mer-beoordeling niet mag plaatsvinden als het een kader vormt voor een aangewezen mer-plichtig project. In dat geval zijn aanzienlijke milieugevolgen namelijk niet uit te sluiten. De gebruikte formulering van “kleine gebieden op lokaal niveau” geeft aan dat het niet kan gaan om regionaal of nationaal niveau. Om die reden is een plan-mer-beoordeling alleen toegestaan aan gemeenten en niet voor plannen en programma’s die hun hele grondgebied beslaan. Voor het beoordelen of sprake is van “een kleine wijziging” zijn de criteria uit de guidance overgenomen. Daarnaast blijft de specifieke situatie van een plan of programma echter van belang.
19
Betere inzichtelijkheid
Van twee bijlagen (C- en D-lijst) naar één bijlage Indeling in herkenbare categorieën, bijvoorbeeld infrastructuur, metaalindustrie en waterbeheer nr. Activiteit Gevallen C 20.2 De oprichting, wijziging of uitbreiding van een industriële installatie bestemd voor het vervaardigen van papier of karton. In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een productiecapaciteit van meer dan 200 ton per dag. D 20.2 In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een productiecapaciteit van 100 ton per dag of meer. nr. Project Mer-plicht Mer-beoordeling H2 Industriële installaties voor het vervaardigen van papier of karton Oprichting, wijziging of uitbreiding van installatie met een productiecapaciteit van meer dan 200 ton per dag Oprichting, wijziging of uitbreiding De vraag die voorligt is: heeft mijn project wel/niet verplichtingen met de mer? Het antwoord is eenvoudiger te vinden. De bijlage C en D bij het Besluit mer zijn geïntegreerd tot 1 bijlage bij het Omgevingsbesluit. Bovendien zijn de projecten ingedeeld in categorieën: daardoor wordt sneller het juiste project gevonden. Ministerie van Infrastructuur en Milieu 17 september 2018
20
Inzet van financiële instrumenten
Kostenverhaal Vereenvoudiging van het verhalen van kosten die de overheid maakt voor de ontwikkeling van een gebied. Financiële zekerheid Bevoegdheid om bij majeure risicobedrijven in een vergunning financiële zekerheid te stellen. Ruimte om zelf de vorm van de zekerheid te bepalen.
21
Kostenverhaal Kostenverhaal:
Het gaat om kostenverhaal van publieke voorzieningen en niet om gemeentelijke grondexploitatie (gemeentelijk eigendom). Regeling is stok achter de deur. Botsproeven, motie TK, reactie op pre-consultatie geven aanleiding tot verdergaande vernieuwing. In de pre-consultatieversie was eindbeeld uitgewerkt. Nu: invulling grondslagen uit de wet (h12). Hele stelsel, met verdergaande vernieuwing pas gereed na aanvullingswet grond en invoeringswet. (Nb update nav wetsbehandeling) Kostenverhaal riolering, straatverlichting e.d. bij initiatiefnemer Is stok achter de deur. Vaak komen gemeenten en initiatiefnemers er samen uit (overeenkomst). Belangrijk: aanvullingswet grond & Amvb tegelijkertijd in consultatie, maar niet hetzelfde: Er missen nog grondslagen hier. Totale plaatje moet in samenhang bezien worden. Nu vooral kleine verbeteringen. Oude manier van kostenverhaal met exploitatiebijdragen blijft mogelijk indien wenselijk. Wat zijn de belangrijkste wijzigingen? Er komen voor gemeenten meer mogelijkheden om af te zien van kostenverhaal. Zo kunnen gemeenten in het omgevingsplan opnemen dat kosten voor bijvoorbeeld groenvoorzieningen niet verhaald worden. Dat kan alleen als dat binnen de hele gemeente niet gebeurd. Verder kunnen gemeenten in het omgevingsplan bepalen dat bij activiteiten die deel uitmaken van een in de omgevingsvisie aangewezen project (geheel of gedeeltelijk) van het verhalen van kosten wordt afgezien. Daarbij gelden een aantal voorwaarden. Zo moeten deze projecten tot oogmerk hebben om bepaalde beleidsdoelen te realiseren, bijvoorbeeld transformatie-, herstructurerings- en krimpopgaven. Ook mag de keuze om af te zien van kostenverhaal niet leiden tot selectieve begunstiging van één of meerdere ondernemingen. In plaats van grondexploitatie wordt gesproken van kostenverhaal. Gemeenten geven in het omgevingsplan aan hoe de kosten over de initiatiefnemers (of: activiteiten) worden verdeeld. Er is geen verplichting meer om een exploitatieopzet te maken (en de daarbij behorende verplichting om inbrengwaarden van percelen door onafhankelijke taxateurs te ramen). Ook de verplichte toepassing van de zogenaamde macro-aftopping vervalt. De in hoofdstuk 12 van de Omgevingswet opgenomen bepalingen over locatie-eisen, woningbouwcategorieën en fasering worden geschrapt nu deze eisen al in het omgevingsplan zelf kunnen worden opgenomen. Ministerie van Infrastructuur en Milieu 17 september 2018
22
Voordelen Gebruiksvriendelijker en inzichtelijker door het samenbrengen van rekenregels. Vooraf is duidelijk welke kosten kunnen worden verhaald. Dit geeft helderheid voor initiatiefnemers, maakt de regeling minder tijdrovend en leidt tot minder juridische procedures. Eenvoudige gevallen, eenvoudige manier kostenverhalen. Alle rekenregels van ontwikkelen van een gebied zijn samengebracht en logischer gestructureerd. Hierdoor is de regeling voor de gebruiker inzichtelijker en gebruiksvriendelijker geworden. Dat geldt ook voor de artikelen over het bepalen van de exploitatiebijdrage. Het is vooraf duidelijke welke kosten kunnen worden verhaald (transparantie). Dit geeft helderheid voor initiatiefnemers, maakt de regeling minder tijdrovend en leidt tot minder juridische procedures. Eenvoudige gevallen kunnen sneller worden afgehandeld. Hierdoor wordt het voor gemeente makkelijker op dit in eigen beheer uit te voeren zonder afhankelijk te zijn van kostbare externe deskundigheid. Daarnaast is nu voor eenvoudige gevallen ook een eenvoudige manier voor het verhalen van kosten mogelijk, bijvoorbeeld doordat de waardebepaling van de grond in die gevallen niet hoeft te worden berekend. Hierdoor nemen de administratieve lasten af en kan het bouwen eerder starten. Ministerie van Infrastructuur en Milieu 17 september 2018
23
Financiële zekerheid Financiële zekerheid kan worden gesteld (art 13.5 Ow) - voor het nakomen van een vergunningplicht; - ter dekking van aansprakelijkheid voor schade aan de fysieke leefomgeving Doel: borgen dat de financiële risico’s worden afgedekt (vervuiler betaalt) Huidige grondslag Ow gaat uit van een bevoegdheid Via de Invoeringswet wordt de grondslag uitgebreid naar een verplichting Financiële zekerheid kan alleen worden gekoppeld aan een vergunningplichtige activiteit - In artikel 13.5 van de Ow is de grondslag opgenomen voor het bevoegd gezag om aan de vergunning een voorschrift te verbinden dat degene die de activiteit verricht financiële zekerheid stelt. De gevallen waarvoor financiële zekerheid kan worden gesteld worden aangewezen in het Omgevingsbesluit. - Financiële zekerheid kan alleen worden gekoppeld aan een vergunningplichtige activiteit die significante nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving kan hebben. - Grondslag wordt uitgebreid naar verplichting vanwege Europese richtlijnen en het beleidsneutraal omzetten bestaande regelingen. Mogelijk wordt de grondslag in de Ow uitgereid naar maatwerkvoorschriften. Dit voorstel is opgenomen in de Aanvullingswet bodem. Ministerie van Infrastructuur en Milieu 17 september 2018
24
Financiële zekerheid In het Omgevingsbesluit worden gevallen aangewezen waarbij het bevoegd gezag kan beslissen dat degene die de activiteit verricht financiële zekerheid stelt. De volgende gevallen zijn aangewezen: een wateractiviteit; een ontgrondingsactiviteit; de exploitatie van majeure risicobedrijven (nieuw) Het Ob bepaalt dat wanneer financiële zekerheid wordt gesteld in het vergunningvoorschrift de vorm, hoogte en duur van de zekerheidsstelling wordt vastgesteld. Via het invoeringsspoor worden de gevallen aangewezen waarbij het stellen van financiële zekerheid een verplichting wordt. majeure risicobedrijven zijn bedrijven binnen de chemische industrie die een ippc-installatie exploiteren en bedrijven die onder de Seveso-richtlijn vallen. de mogelijkheid om financiële zekerheid te kunnen stellen bij een wateractiviteit en een ontgrondingsactiviteit is beleidsneutraal overgenomen uit respectievelijk de waterwet en de ontgrondingenwet. de mogelijkheid om financiële zekerheid te kunnen stellen bij majeure risicobedrijven is nieuw. Het faillissement van twee grote chemiebedrijven die met hun bedrijfsactiviteiten ernstige schade aan de fysieke leefomgeving hebben veroorzaakt, waarbij de zeer hoge kosten vanwege faillissementen zijn afgewenteld op de overheid (en indirect de samenleving) waren de aanleiding om te beoordelen of voor deze categorie bedrijven financiële zekerheid moet worden ingevoerd. In 2013 en 2014 zijn twee moties aangenomen waarbij de regering is verzocht de mogelijkheden te onderzoeken om majeure risicobedrijven zelf de kosten van sanering te laten dragen en de kosten voor de overheid daarvoor te beperken. Het bevoegd gezag heeft afwegingsruimte bij het bepalen van de vorm, hoogte en duur van de zekerheid. Verder bevat het Ob een artikel over de afwegingscriteria voor het bevoegd gezag bij het opheffen van de financiële zekerheidsstelling. Via de Invoeringswet wordt de grondslag voor dit artikel uitgebreid naar het opleggen, zodat deze afwegingscirteria zowel bij het opleggen als het opheffen van toepassing zijn. Bij de verplichte zekerheidsstelling worden naar verwachting via het Invoeringsbesluit de volgende gevallen aangewezen: het storten van baggerspecie op land, voor het nakomen van bepaalde voorschriften; het storten van overige afvalstoffen, voor het nakomen van bepaalde voorschriften; het storten of verzamelen van winningsafvalstoffen; de opslag van vloeibare brandstof of afgewerkte olie in een ondergrondse opslagtank, voor zover dit onderdeel is van een vergunningplichtige activiteit; het opslaan, herverpakken of bewerken van vuurwerk en pyrotechnische artikelen voor theatergebruik. Ministerie van Infrastructuur en Milieu 17 september 2018
25
Participatie Maatschappelijke ontwikkelingen
Betrekken partijen bij besluitvorming Initiatieven van onderop, burgerinitiatieven Energieke samenleving, digitalisering Participatie en de energieke samenleving is uitgangspunt Uitgangspunt van de wet is vertrouwen Hoe het participatie traject moet worden ingericht is NIET in de wet en het omgevingsbesluit vastgelegd. Ministerie van Infrastructuur en Milieu 17 september 2018
26
Hoe is participatie geregeld?
Gebaseerd op vertrouwen: wel dat, maar niet hoe! Participatie bij projectbesluit (verkenning met participatie). Geen aparte ‘participatiestappen’ voor andere instrumenten. Wél extra borging participatie bij: Omgevingsvergunning (aanvraagvereiste); Omgevingsplan; Omgevingsvisie en; Programma’s. Veel aandacht bij voorhang Het hoe en wanneer is niet uitgewerkt. Vertrouwen dat participatietraject vorm wordt gegeven dat past bij het besluit. projectbesluit: procedure regels m.b.t. participatie. bij verkenning moeten belangen breed in kaart worden gebracht. Bijbekend maken bij voornemen aangeven hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere overheden bij besluitvorming zullen worden betrokken. In projectbesluit aangeven wat met participatie is gedaan. Wél extra borging participatie bij: Omgevingsvergunning in wet is opgenomen dat initiatiefnemer aangeeft hoe derde partijen bij project zijn betrokken. (aanvraagvereiste) Omgevingsplan in besluit wordt aangegeven hoe participatietraject heeft plaats gevonden. Ook is het mogelijk om bij de kennisgeving van het voornemen participatie op te nemen. Omgevingsvisie en Programma’s, verantwoording in het besluit opnemen. Voorhang: Motie Smaling: op toegankelijke wijze beschikbaar stellen van alle benodigde informatie bij de projectprocedure Motie van Veldhoven: bij de kennisgeving omgevingsplan aangeven hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties worden betrokken. Toezeggingen TK: Ook helder maken WAT er met de inbreng is gedaan In de motiveringsplicht participatie: ook ingaan op aspect gelijkwaardigheid Ministerie van Infrastructuur en Milieu 17 september 2018 26
27
Handhaving Hoofdlijnen in wetsvoorstel:
Bevoegd gezag algemene regels, omgevingsvergunning en projectbesluit is ook bevoegd voor toezicht en handhaving Overige gevallen: B&W Ob bevat afwijkingen van de hoofdregel in de Ow voor onder andere activiteiten in de territoriale zee, zwemverbod etc. Ministerie van Infrastructuur en Milieu 17 september 2018
28
Digitale voorzieningen
Uitbouw-hoofdstuk: digitale stelsel via de Invoeringswet, Invoeringsbesluit en Invoeringsregeling Nu al opgenomen: elektronische aanvraag Omgevingsdocumenten Ministerie van Infrastructuur en Milieu 17 september 2018
29
Wat tref je nog niet in het Ob aan?
Wijzigingen als gevolg van de aanvullingswet grondeigendom Wijzigingen als gevolg van de aanvullingswet natuur Wijzigingen als gevolg van de herziening van de mer-richtlijn Wijzigingen in verband met de wijziging van de Wabo ter verbetering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) Wijzigingen in verband met de wijziging van het Besluit omgevingsrecht het Besluit milieueffectrapportage en het Besluit algemene regels milieu mijnbouw (vergunning aanleg boorgat) Aanwijzing van gevallen waar bevoegd gezag verplicht financiële zekerheidsstelling moet regelen Verdere uitwerking van juridische basis van het DSO Overgangsrecht
30
Vervolgproces Aanbieding aan de Raad van State van amvb’s en invoeringswet Voorbereiding Invoeringsbesluit en ministeriële regeling Aanvullingswetten en –besluiten: bodem, geluid, grondeigendom, natuur Bodem, geluid: najaar indiening TK, nu advies Raad binnen Grond: najaar aanbieding Raad Natuur: aanbieding raad voor de zomer Planning:
31
Vragen? 25 juni 2015
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.