De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Thema 4 Voeding en vertering En van mond tot kont

Verwante presentaties


Presentatie over: "Thema 4 Voeding en vertering En van mond tot kont"— Transcript van de presentatie:

1 Thema 4 Voeding en vertering En van mond tot kont
In dit thema worden de voedselopname en de voedselvertering bij de mens behandeld. In het voedsel komt een groot aantal voedingsstoffen voor. We gaan eerst in op de verschillende functies die deze voedingsstoffen kunnen hebben. Daarna komt het samenstellen van een verantwoord voedselpakket aan bod. In het verteringsstelsel van de mens wordt het voedsel verteerd. Hierbij spelen verschillende enzymen een rol. Bij de vertering ontstaan verteringsproducten die in het bloed worden opgenomen. De onverteerde voedselresten verlaten het lichaam met de ontlasting. P. Kunne 2006 © ZSC - Terneuzen

2 Waarom en wat eten we? We eten om ervoor te zorgen dat voedingsstoffen in ons bloed wordt opgenomen. Dankzij deze stoffen kan in een cel verbranding plaats vinden. Wat eten we? In ons voedsel zitten allerlei stoffen, dankzij deze stoffen kunnen er nieuwe cellen gemaakt worden en kan er verbranding plaats vinden. Deze stoffen zijn Koolhydraten, eiwitten, mineralen, vetten, vitamines en water.

3 Hoe en waar wordt voedsel verteerd?
Voedsel wordt verteerd in het spijsverteringsstelsel, het wordt verteerd door middel van enzymen. Deze enzymen knippen de “grote” voedingsstoffen klein, zo kan het door het bloed worden opgenomen. De organen van de spijsvertering zijn: Mondholte, slokdarm, maag, lever, alvleesklier, galblaas, twaalfvingerige darm, dunne darm, dikke darm, endeldarm, anus.

4 Het rijk van de Bacteriën

5

6 Voeding Meestal dode resten van organismen
Goede opruimers in de natuur! Inclusief ons eigen voedsel.. Rotten en bederven van fruit, groenten en vlees

7 Ziekteverwekkende bacteriën
Infectie: bacterie veroorzaakt een ziekte Voorbeelden Infectieziekten: Cholera Longontsteking Oorontsteking Tuberculose Bestrijding met antibiotica

8 Helpende bacteriën Helpen bij maken van voedingsmiddelen: Zuurkool
Kaas Yoghurt

9 Het rijk van de Schimmels

10 Voeding Meestal dode resten van organismen
Goede opruimers in de natuur! Inclusief ons eigen voedsel.. Beschimmelen van fruit, brood, groenten enz.

11 Ziekteverwekkende schimmels
Schimmelinfectie: schimmel veroorzaakt een ziekte Voorbeelden Schimmelinfectie: Zwemmerseczeem

12 Helpende schimmels Helpen bij maken van voedingsmiddelen: Brood (gist)
Bier en Wijn (gist) Schimmelkaas Eetbare paddestoelen

13 Ingredienten declaratie, voedingswaarde tabel

14 Conserveren van voedsel
Om voedsel langer te kunnen bewaren, kunnen we de houdbaarheidsduur verlengen door ……..

15 Wat houdt dit in en geef ook een aantal voorbeelden van voedingsmiddelen:
Inmaken Drogen Pasteuriseren Steriliseren Vacuümverpakken Verpakken onder beschermde atmosfeer Diepvriezen Doorstralen

16 Bs 3 Gezonde voeding Door het conserveren van voedsel worden de omstandigheden voor micro-organismen ongunstig gemaakt: - Invriezen - Pasteuriseren  gedurende korte tijd verhitten tot 72 °C - Steriliseren  verhitten tot 130 à 140 °C Vacuum verpakken zuurstof weghalen zodat een micro-organisme niet kan leven. Drogen water weghalen, micro-organismen kunnen niet leven Additieven (toegevoegde stoffen) - Natuurlijke conserveermiddelen om voedsel langer houdbaar te houden: - Zuur (azijn) - Suiker - Zout - Onnatuurlijke conserveermiddelen: E-nummers: - Antioxidanten  tegengaan dat voedingsmiddelen ranzig worden - Emulgatoren  om voedingsmiddelen in de juiste toestand te houden - Kleurstoffen  voedingsmiddelen zien er aantrekkelijker uit - Geurstoffen - Smaakstoffen

17 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Voedingsmiddelen: alles wat je eet of drinkt. Voedingsmiddelen bevatten allerlei voedingsstoffen. Veel plantaardige voedingsmiddelen bevatten bovendien voedingsvezel. Bestaat voornamelijk uit cellulose zit alleen in planten Functie voedingsvezel: darmbeweging en stoelgang bevorderen. Functies van voedingsstoffen: - Bouwstoffen: worden in het lichaam gebruikt bij de vorming van cellen en weefsels  groei en ontwikkeling, vervanging en herstel. Brandstoffen: worden gebruikt om energie te leveren  verrichten van arbeid en op peil houden van lichaams-temperatuur en beweging. Beschermende stoffen: zorgen ervoor dat alle processen goed verlopen, dat je gezond blijft. Resereve stoffen: slaat het lichaam op en kunnen later worden gebruikt Voedingsmiddelen

18 Groepen voedingsstoffen:
Koolhydraten: zetmeel, suiker, glucose,cellulose Eiwitten Vetten Water mineralen=zouten vitamines

19 Bs 1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Neem het volgende schema over en vul het in. Voedingsstoffen Bouwstof Brandstof Beschermende stof Reservestof Eiwitten X X Noooooiiiiiiiit Melk, kaas, peulvruchten Koolhydraten X X x Aardappels, jam,brood Vetten X X x Boter, mayonaise, melk,koffiemelk Water X Melk, groente en fruit, drinkenf Mineralen=zouten X x Vis, groente en fruit,melk Vitamines X x Groente en fruit, margarine, vis, melk

20 Bs 2 Het aantonen van voedingsstoffen
Indicator: een aantoonstof Jodium is een indicator voor zetmeel. Jodium is geel of rood-geel of geel rood. Als jodium in aanraking komt met zetmeel kleurt het blauwzwart of…………Als in een stof geen zetmeel zit houdt het z-n eigen kleur. Wat is een indicator voor koolzuurgas ????????????

21 Bs 3 Gezonde voeding De basis van gezonde voeding is variatie. Belangrijk is ook dat het voedsel op een goede manier wordt bewaard en bereid. Verder mogen in het voedsel niet te veel additieven (toegevoegde stoffen) voorkomen. Behalve de variatie is ook de hoeveelheid voedsel van belang voor een gezonde voeding. De hoeveelheid die je nodig hebt is afhankelijk van: - Geslacht - Leeftijd - Lichaamsgewicht - Lichamelijke inspanning

22 Hoeveelheid ENERGIE die iemand nodig heeft is afhankelijk van:
GESLACHT LEEFTIJD LICHAAMSBOUW LICHAMELIJKE ARBEID MILIEU TEMPERATUUR

23 Ben ik te zwaar of te licht?
lichaamsmassa in kg (lichaamslengte in m)2 Q-index (Quételet-index) B.M.I. (Body Mass Index) Indien de Q-index < 18 : te mager 18-25 : normaal 25-27 : neiging tot overgewicht 27-30 : zwaarlijvig, gezondheidsrisico’s, gelieve te vermageren 30-40 : obesitas, gewichtsvermindering noodzakelijk > 40 : acuut gevaar!

24

25 Hoeveel gram water zit er in Brinta? In 100 gram Brinta zit:
11 gram eiwitten 65 gram koolhydraten 2,1 gram vetten 10,5 gram voedingsvezels 0,2 gram natrium ,8 gram 100 – 88,8 = 11,2 gram water 30

26 mondholte speekselklieren slokdarm lever maag galblaas alvleesklier dikke darm dunne darm endeldarm anus tong maagportier Het verteringsstelsel van de mens (schematisch) Bij de mens vindt vertering plaats in het darmkanaal (verteringskanaal). De vertering gebeurt met behulp van verteringssappen, die enzymen bevatten, en gemaakt worden in verteringsklieren.

27 Bs 4 Het verteringsstelsel van de mens
Kliertjes in de wand van de maag voegen maagsap toe aan het ingeslikte voedsel. Maagsap bestaat o.a. uit: enzym zoutzuur (HCl)  zuur milieu in de maag, waardoor bacteriën worden gedood slijm  vormt een beschermende laag tegen de binnenzijde van de maagwand De uitgang van de maag wordt afgeloten door een kringspier, het maagportier. voedsel samentrekking van kringspieren in darmwand ontspannen van maag maagportier twaalfvingerige darm slokdarm Verplaatsing van voedsel door de slokdarm richting de maag

28 Bs 4 Het verteringsstelsel van de mens
Het voedsel ondergaat in het darmkanaal allerlei mechanische bewerkingen, waardoor vertering beter kan plaatsvinden. Het kauwen gebeurt door de kiezen. Snijtanden en hoektanden dienen vooral voor het afbijten van stukken voedsel. Bij kauwen wordt het voedsel in kleine stukjes verdeeld, waardoor het totale oppervlak van het voedsel wordt vergroot. Het voedsel wordt gemengd met speeksel. Speeksel bevat o.a. slijm en een enzym (amylase). tanden snijtand hoek- tand kies tong speekselklieren Het gebit (schematisch)

29 Melkgebit Tandformule: 212 = 20

30 Bouw van een tand Kroon Wortel Fibreuze tandzak Glazuur of email
Tandbeen of dentine Tandvlees Fibreuze tandzak Tandholte met pulpa Wortelkanaal Wortel Cement

31 Tandverzorging = verwijderen van tandplak

32 Tandverzorging tandsteen plak

33 tandcariës

34 Bs 4 Het verteringsstelsel van de mens
De slikreflex (schematisch) Voedsel in de keelholte veroorzaakt prikkels die de slikreflex in werking zetten. De neus wordt afgesloten met de huig. Het strottenhoofd beweegt iets omhoog en het strotklepje kantelt naar achteren, zodat de toegang naar de luchtpijp wordt afgesloten. Het voedsel kan dan alleen nog de slokdarm in.

35 Bs 4 Het verteringsstelsel van de mens
In de wand van het hele darmkanaal bevinden zich kringspieren en lengtespieren. Door het afwisselend samentrekken van deze spieren ontstaat de darmperistaltiek: - Voedselbrij voortduwen - Voedselbrij kneden - Voedselbrij mengen met verteringssappen Kringspieren en lengtespieren (schematisch)

36 Bs 5 De verteringssappen
In de maagwand wordt zoutzuur gemaakt dat bacterien doodt en een enzym dat eiwit afbreekt. Spijsverteringssap Samenstelling Functies en bijzonderheden Maagsap 1,5-2,5 Ldag-1 pH = 1,5-3,5 enzym eiwitvertering zoutzuur Doodt micro-organismen; Slijm Beschermt de maagwand tegen inwerking van zoutzuur en enzymen uit het maagsap Water Oplosmiddel

37 Bs 4 Het verteringsstelsel van de mens
De ligging van de maag, lever, galblaas, alvleesklier en twaalfvingerige darm (schematisch) In de twaalfvingerige darm monden de afvoerbuizen van de lever en de alvleesklier uit. De lever produceert gal. Gal wordt tijdelijk opgeslagen in de galblaas. Via de galbuis wordt gal naar de twaalfvingerige darm afgevoerd. De alvleesklier produceert alvleessap.

38 Vetten in emulsie brengen
Functie van de gal: vetdruppels verdelen GAL Vetten in emulsie brengen

39 Water, voedingsstoffen en verteringsproducten worden door de cellen van de darmwand opgenomen tegen.
In de darmvlokken bevinden zich haarvaten en lymfevaten. Aminozuren en suikers worden opgenomen in de haarvaten en via de poortader vervoert richting de lever. Vetten worden opgenomen in de lymfe in de lymfevaten.

40 Bs 6 Resorptie De onverteerde voedselresten komen terecht in de dikke darm. Vlak onder de overgang van dunne darm naar dikke darm ligt de blindedarm met de appendix (het wormvormige aanhangsel). In de dikke darm wordt veel water in het lichaam opgenomen en onder andere cellulose (in de celwanden van planten) verteren, waarbij glucose ontstaat. Enkele soorten bacteriën produceren vitamines (waaronder vitamine K). De ligging van dunne darm, blindedarm met appendix, dikke darm en endeldarm met anus Onverteerbare voedselresten worden in de endeldarm verzameld. De endeldarm wordt afgesloten door een kringspier, de anus.

41 Tandformule : hond 1 6

42 Tandformule Koe

43 Tandformule varken 1 7

44

45 Tanden en Kiezen Planteneters Vleeseters Alleseters Herbivoor
Carnivoor Omnivoor Naam Kiezen: Plooikiezen Knipkiezen Knobbelkiezen Lengte Darmen: Lang Kort Gemiddeld 50


Download ppt "Thema 4 Voeding en vertering En van mond tot kont"

Verwante presentaties


Ads door Google