Thema 6: Beweging Basisstof 3.

Presentatie over: "Thema 6: Beweging Basisstof 3."— Transcript van de presentatie:

1 Thema 6: Beweging Basisstof 3

2

3 Spieren Glad spierweefsel
In huid en wand van buisvormige / holle organen (o.a. darm, bloedvat, urinebuis) O.i.v. autonoom zenuwstelsel Werkt traag / niet snel vermoeid Dwarsgestreept spierweefsel Bestaat uit spiervezels Vooral skeletspieren (en enkele huidspieren) O.i.v. animale zenuwstelsel Werkt snel / snel vermoeid

4

5 Bouw spierfibril Animatie actine en myosine
Mitochondriën maken energie m.b.v. glycogeen

6

7 Antagonisten Animatie antagonisten

8 Trainen Kracht (explosiviteit) Spieren krijgen dikkere spiervezels
(meer filamenten in spierfibril)  Wit spierweefsel Uithouding  Doorbloeding van spier verbeteren = minder snelle verzuring  Hartspier versterken  Longinhoud vergroten  Rood spierweefsel --

9 Uithoudingsvermogen - Kracht
Rood (aerobe vezels) Wit (anaerobe vezels) Langdurige inspanning Vermoeibaar Steady state Kracht / explosiviteit / snelheid Vnl. vetzuurverbranding Vnl. glucoseverbranding Maximaal 1 motorneuron per 100 spiervezels Maximaal 1 motorneuron per 2000 spiervezels Veel mitochondrien Meer myoglobine Goede haarvatenstelsel Meer actine/myosine per vezel

10 Training Spierverbetering Meer actine en myosine per vezel kracht
Meer kernen, meer mitochondrien duur Beter haarvatenstelsel duur Duurtraining: meer rode vezels duur Krachttraining: meer witte vezels kracht Biochemisch Grotere glycogeenvoorraad duur Meer myoglobine duur Grotere ATP en creatine voorraad kracht Meer oxidatieve enzymen duur Toename Calciumconcentratie in spier kracht

11 Spierpijn 1) C6H12O6  2 C3H6O3 (melkzuur) + ATP
Melkzuur prikkelt zenuwuiteinden 2) Microscheurtjes in bindweefsel en spiervezels  na herstel spier sterker (maximaal 2 dagen na inspanning spierpijn, anders = overbelasting) Voorkomen spierpijn? Cooling down Spreiden in training van verschillende spiergroepen in trainingsschema