De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Voorbereiden op het Omgevingsplan

Verwante presentaties


Presentatie over: "Voorbereiden op het Omgevingsplan"— Transcript van de presentatie:

1 Voorbereiden op het Omgevingsplan
Slagsessies 1e kwartaal 2018

2 Programma Inleiding Wat is het omgevingsplan?
Het project Handvatten omgevingsplan Staalkaart Centrum stedelijk Discussie en vragen

3 Ik ben Adsmo en neem jullie vandaag mee in de wereld van het omgevingsplan.

4 Wie bereidt zich al voor op het omgevingsplan?
Doorvragen, wat zijn ervaringen, hoe aangepakt? Wie is er al bezig met een CHW traject En wat zie je voor verschillen met een echt omgevingsplan

5 “Niet de ander in jouw wereld trekken, maar samen een nieuwe wereld bouwen”

6 (instructieregel) omgevings-verordening
gemeente Samenhang omgevingsvisie, programma, omgevingsplan, waterschaps-/omgevingsverordening omgevingsvisie programma programma programma (instructieregel) omgevings-verordening instructieregels besluit kwaliteit leefomgeving omgevings-visie omgevingsplan omgevingsvisie provincie rijk Relatie omgevingsvisie omgevingsplan: In de omgevingsvisie wordt beschreven wat de gemeente wil bereiken, welke maatschappelijke opgaves er zijn, welke ambitie zij heeft over de volle breedte van de fysieke leefomgeving. In een omgevingsplan neemt zij regels op die bijdragen aan het realiseren van deze doelstellingen. De doelen in de visie hoeven niet met regels te worden afgedwongen, In een programma kan een gemeente ook andere maatregelen opnemen zoals subsidieregeling om initiatieven die aan de doelen bijdragen te ondersteunen of fysieke maatregelen. Een bestuursorgaan kan er voor kiezen om het beleid uit de omgevingsvisie voor een gebied of voor onderwerpen uitwerken/specificeren in een programma. Het programma bevat dan ook beleid voor de fysieke leefomgeving dat invloed op het omgevingsplan of de drager van de instructieregels. Omgevingsvisies van het rijk en van de provincies werken niet rechtstreeks door in de omgevingsvisie van de gemeente. De wet bepaalt wel dat bestuursorgaan rekening moet houden met de taken en bevoegdheden van een ander bevoegd gezag. Echter de omgevingsvisie van het rijk en van provincies motiveren de instructieregels die respectievelijk in het Besluit kwaliteit leefomgeving en omgevingsverordening van de provincie zijn opgenomen. In het Besluit Kwaliteit Leefomgeving zijn ook instructieregels opgenomen die rechtstreeks doorwerken in het omgevingsplan, waterschap/omgevingsverordening. Verder leggen de instructieregels van het rijk in het Besluit Kwaliteit Leefomgeving op dat het waterschap rekening houdt met het regionale waterprogramma van de provincie. De provincie kan dit programma vertalen in instructieregels in de omgevingsverordening. Partijen kunnen er ook voor kiezen om gezamenlijk een waterprogramma opstellen of afspraken maken in bijvoorbeeld bestuurlijk convenant. De provinciale omgevingsverordening kan ook instructieregels voor de waterschapsverordening bevatten. Tussen waterschapsverordening en omgevingsplan bestaat een wisselwerking. Zo kan het waterschap in haar verordening ruimte bieden voor bijvoorbeeld regenwaterlozingen op het oppervlaktewater, waardoor de gemeente deze lozingen niet op het vuilwaterriool hoeft te te stan als op het oppervalktewater geloosd kan worden. En vergt de toebedeling van functie aan locatie in het omgevingsplan wellicht aanpassing van regels in de waterschapsverordening. Rijk , provincie en gemeente zijn verplicht 1 omgevingsvisie vast te stellen, maar partijen kunnen ook gezamenlijk een regionale omgevingsvisie vaststellen. waterschapverordening programma waterschap

7 Wat is dat eigenlijk het omgevingsplan? Wat is er nieuw?

8 Bestaande instrumenten die opgaan in het omgevingsplan:
Bestemmingsplannen en beheersverordeningen Deel van de gemeentelijke verordenende bevoegdheden Bruidsschat vanuit rijksregelgeving Mogelijkheid om omgevingswaarden vast te stellen

9 Transitie naar het omgevingsplan (2017 – 2029)

10 Kan het programma: Aan de slag met de Omgevingswet ons helpen?

11 Doel van het project • Ontwikkelen inhoud voor omgevingsplan: staalkaarten • Ontwikkelen en verspreiden van kennis over omgevingsplan; • Afstemming met de wetgever; • Afstemming met Digitaal Stelsel Omgevingswet.

12 Wat is dat een staalkaart?

13 Een staalkaart is: I. Selectief: niet een geheel omgevingsplan, maar een deel: Centrumgebied Energietransitie II. Samenhangend: opgebouwd volgens DNA-Omgevingswet fysieke leefomgeving activiteiten in de leefomgeving beoordeling in regels en besluiten III. Representatief: laat nieuwe mogelijkheden zien die de Ow biedt: - open en gesloten normen - rol: toelaten, faciliteren, uitnodigen - kwaliteitsniveau: basis, middel, hoog.

14 Nu: eerste tranche Gebiedsgericht Centrum stedelijk
Buiten centrum stedelijk Thematisch Bedrijfsmatige activiteiten Energietransitie

15 Leuk hoor die staalkaart maar wat kan ik ermee
Leuk hoor die staalkaart maar wat kan ik ermee? Kan je niet wat laten zien?

16 Staalkaart Centrum stedelijk: Van visie naar plan

17 Voorbeeld uitwerking naar kernkwaliteiten:
Wat voor stad wil Schiedam zijn in 2040? ruimte en economie: vitaal, levendig en historie (jeneverstad, molens) verkeer: duurzame bereikbaarheid sociaal: kansen voor alle doelgroepen water: veiligheid, kwaliteit en beleving van het water Milieu: duurzaam en gezond wonen en leven

18 Welke rol speelt de gemeente?
De gemeente kan verschillende rollen kiezen om te zorgen dat ambities gehaald worden. Een gemeente met de ambitie van een levendige binnenstad kan kiezen voor een actief sturende rol en 6 Raamwerk staalkaart centrum stedelijk concept, zelf aan de slag gaan om ondernemers te vinden die bijdragen aan de levendige stad. De gemeente kan vanuit dezelfde ambitie ook kiezen voor een afwachtende rol door goed vast te leggen wat de gebruiksmogelijkheden zijn in het centrum en af te wachten of zich ondernemers melden. Tussenvormen zijn ook mogelijk door een regeling op te stellen die uitnodigt of juist minder dwingend voorschrijft waar welke functies moeten komen (branchering).

19 Geef eens een voorbeeld?

20 Voorbeeld leegstand in relatie tot het gebiedsdoel 'levendig en historisch stadscentrum'
Leegstand heeft betrekking op de activiteit 'het langdurig laten leegstaan van vastgoed'. Als deze activiteit in een straat te vaak voorkomt blijkt dat de levendigheid aan te tasten en/of wordt het gewenste historisch straatbeeld aangetast. Op dat moment is het vanuit de gebiedsdoelen noodzakelijk om de activiteit het laten leegstaan van vastgoed terug te dringen. Alvorens over te gaan tot het stellen van regels stellen wij voor om bij iedere regel na te gaan of er een koppeling is te leggen met de relevante gebiedsdoelen. Bij de problematiek van leegstand gaat het niet om het terugdringen van leegstand op zich maar om het achterliggende doel: levendigheid. Dat gebiedsdoel staat iedere keer voorop als het gaat op de vraag welke regel uit het keuzemenu gaan we inzetten.

21 Ik wil wat met ons winkel gebied; wat moet ik doen?

22 Stap Wat zijn de ambities
Gemeente X heeft nog geen omgevingsvisie maar de ambities voor het centrum stedelijk gebied zijn wel helder: a. ruimte en economie: een levendig centrum, meer bezoekers en bewoners b. verkeer: duurzame bereikbaarheid c. sociaal: kansen voor alle doelgroepen d. water: veiligheid, kwaliteit en beleving van het water e. milieu: duurzaam en gezond leven In het kader van de op te stellen omgevingsvisie zal een deel van dit gebied functioneel als winkelgebied worden aangemerkt.

23 Stap kaders a. Bestaande situatie: een gebied met leegstand en gebiedsvreemde functies; b. Bestaand beleid: niet aanwezig; c. Wetgeving: Besluit kwaliteit leefomgeving, provinciale verordening.

24 Stap integrale gebiedsbeschrijving
In gemeente X zal dit gebied in de omgevingsvisie als winkelgebied worden aangewezen. Het betreft een gebied bestaande uit winkelpanden in één laag met deels een overdekte winkelpassage. De gemeente zet voor dit gebied volledig in op winkelen. Dit vertaald zich in de volgende gebiedsdoelen: a. economisch trekkracht: activiteiten in het centrum die een bovenlokale publiekaantrekkende werking hebben; b. variatie: activiteiten gericht op het winkelend publiek die onderscheidend zijn ten opzichte van bestaande activiteiten. Dat wil zeggen alle ruimte voor winkels en functies die een bijdrage leveren aan de beleving als winkelgebied zoals horeca en evenementen. Om het winkelgebied goed te laten functioneren moeten de bezoekersaantallen omhoog, veel ondernemers dreigen kopje onder te gaan. De gemeente wil meer bezoekers van buiten de gemeente aan trekken door een onderscheidend winkelaanbod. De gemeente kiest daarom voor een actieve sturende rol. Er is nog geen concreet beleid. Wel ligt er vanuit de provincie de beperking dat het aantal vierkante meter detailhandel niet meer mag toenemen. Tot slot zitten in winkelgebied nog diverse panden met kantoren waarvan een deel leeg staat. De gemeente zou het liefst zien dat deze panden omgezet worden naar functies die bijdragen aan het winkelgebied. De gemeente heeft zelf geen budget om deze panden aan te kopen. Uitgaande van een feitelijk bestaande situatie die niet overeenkomt met de toekomstige ambities van de gemeente kan worden vastgesteld dat er een noodzaak is om in het gebied ruimte te maken voor nieuwe activiteiten en andere activiteiten uit te sluiten.

25 Stap Werkingsgebied Het werkingsgebied voor de functie winkelgebied wordt bepaald op basis van de bestaande situatie in combinatie met de doelstellingen voor het centrum stedelijk gebied als geheel. De omgevingsvisie is de belangrijkste inhoudelijke basis voor de begrenzing.

26 Stap Toelichting op de regels
2.1 gebiedsdoelen 2.2 toegestaan gebruik 2.3 tevens toegestaan gebruik na melding 2.4 maatwerkvoorschriften 2.2 Aanloopgebied De regel voor het Kernwinkelgebied gebied is opgebouwd uit de volgende onderdelen: 2.1 gebiedsdoelen 15 Raamwerk staalkaart centrum stedelijk concept, De gebiedsdoelen 'trekkracht' en 'variatie' geven aan met welk doel de regels in dit artikel worden gesteld. Daarmee wordt beoogd te regelen dat bij de uitvoering en toepassing van de regels in dit artikel altijd het achterliggende doel moet worden betrokken. 2.2 toegestaan gebruik In dit deelgebied zijn in ieder geval activiteiten toegestaan die betrekking hebben op winkelen. Dat geldt zowel in de winkelpanden als ook op straat. Daarnaast zijn in ieder geval de bestaande functies toegestaan, ook als die vanuit het gebiedsdoel onwenselijk wordt geacht. Dit heeft de maken met het gegeven dat de gemeente geen middelen beschikbaar heeft voor een regeling nadeelcompensatie. Voor de leegstaande panden wordt bepaald dat op dit moment geen bestaande functie aanwezig is, dus ook niet in planologisch opzicht. Voor de panden die leegstaan en voorheen de bestemming kantoor hadden, is geen bestaande gebruiksactiviteit toegekend. Dat betekent dat op deze panden functie kantoor niet meer terugkomt. Zie ook de paragraaf nadeelcompensatie PM. NB: Wij stellen voor het toedelen van bestaande gebruiksactiviteiten te regelen via een 'gebruikslaag'. Dat wil zeggen een databestand waar per adres is vastgelegd welke functies zich in het pand bevinden, vastgelegd in m2 brutovloeroppervlak. Op deze manier kan bijvoorbeeld een bestaand pand met de activiteiten kantoor toch worden voortgezet, ondanks dat het geen bijdrage levert aan het gebiedsdoel trekkracht voor winkelend publiek. 2.3 tevens toegestaan gebruik na melding Alle activiteiten die niet zijn toegestaan op basis van lid 2.2mogen toch uitgeoefend worden, mits deze passen in de gebiedsdoelen en gemeld worden aan de gemeente. Daarnaast is het van belang dat voldaan wordt aan de eis uit de provinciale verordening dat er geen overaanbod aan winkels en/of woningen ontstaat. Voor het kernwinkelgebied is daartoe vastgelegd wat het maximale programma is aan winkels. Omdat in de gebruikslaag het bestaande programma is vastgelegd is deze regel eenvoudig te toetsen en uit te voeren. Door de open formulering van de gebiedsdoelen, zal voor ondernemers niet altijd duidelijk zijn of de gebruiksactiviteit als passend wordt geacht. Gemeente X kiest er voor om toch met deze open norm aan de slag te gaan. Mocht dit in de praktijk onduidelijkheden opleveren dan bestaat de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften op te stellen of in de cyclische totstandkoming van het omgevingsplan (stap 8) te gebruiken om het omgevingsplan aan te passen. Het gebiedsdoel zal dan een nadere objectivering kunnen krijgen. 2.4 maatwerkvoorschriften Door de melding kunnen burgemeester en wethouders nagaan of inderdaad wordt voldaan aan de gebiedsdoelen. Indien nodig kunnen maatwerkvoorschriften worden gesteld. Deze maatwerkvoorschriften moeten er op toezien dat de betreffende functie gericht is op een winkelend gebied qua openingstijden en toegankelijkheid voor publiek.

27 Leuk hoor maar waar staan dan de artikelen?

28 Artikelen in een omgevingsplan
2.1 gebiedsdoelen a. trekkracht: activiteiten die voor winkelend publiek een publieksaantrekkende werking hebben; b. variatie: activiteiten gericht op het winkelend publiek die onderscheidend zijn ten opzichte van bestaande activiteiten.

29 2. 2 toegestaan gebruik a. detailhandel op de begane grond b
2.2 toegestaan gebruik a. detailhandel op de begane grond b. wonen op de verdiepingen c. <<bestaande functies uit onderliggende gebruikslaag>> d. openbaar gebied...PM

30 2. 3 tevens toegestaan gebruik na melding a
2.3 tevens toegestaan gebruik na melding a. ieder gebruik gemeld gebruik <<link melding>> dat bijdraagt aan de gebiedsdoelen als bedoeld in lid 2.1 en past binnen het programma als bedoeld onder b; b. binnen het Winkelgebied geldt het volgende maximaal toegestane programma: 1. detailhandel: m2 c. na melding passen burgemeester en wethouders de gebruikslaag aan overeenkomstig het gemelde gebruik.

31 2.4 maatwerkvoorschriften Burgemeester en wethouders kunnen voorschriften stellen aan de gebruiksactiviteit als bedoeld in lid 1.3 indien de gemelde activiteit naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet bijdraagt aan de gebiedsdoelen

32 Heb je nog een voorbeeld?

33 De staalkaart richt zich op bedrijfsmatige activiteiten die via de functietoedeling worden gereguleerd: Bedrijfsmatige activiteiten uit het Bal, inclusief vergunningplichtige activiteiten. Bedrijfsmatige activiteiten die niet vallen onder het Bal, zoals scholen, horeca en sport. Bedrijfsmatige activiteiten aan huis, zoals een pianoleraar, kapsalon of yogastudio. Door het principe van scheiding van activiteiten en een beperkte milieugebruiksruimte per bedrijfsmatige activiteit die mede afhankelijk is van de afstand tot woongebieden, alsmede door het uitsluiten van bepaalde typen zware bedrijvigheid, is het op een relatief eenvoudige en arbeidsextensieve wijze mogelijk bedrijfsmatige activiteiten evenwichtig toe te delen aan locaties. De toelating van bedrijfsmatige activiteiten wordt daarbij niet gekoppeld aan een Staat van bedrijfsactiviteiten met milieucategorieën. Net als in de huidige praktijk kan verdeling van milieugebruiksruimte (met name geluid via geluidverkaveling) en toetsing en bewaking van cumulatie vanwege de bedrijfsmatige activiteiten achterwege blijven. Dit laat onverlet dat gemeenten er voor kunnen kiezen de beschikbare milieugebruiksruimte wél te verdelen. Van belang hierbij is dat de gebruiksruimte niet direct wordt gekoppeld aan gevoelige bouwwerken of locaties, maar geldt op een vaste afstand van de bedrijfsmatige activiteit. De regels voor de verdeling van gebruiksruimte per bedrijfsmatige activiteit kunnen worden beschouwd als een slot op de deur. Niet alle activiteiten zullen deze ruimte nodig hebben. En het zal lang niet altijd nodig zijn om te onderzoeken of kan worden voldaan of om periodiek de cumulatie van activiteiten te toetsen en bewaken. Dit is conform de huidige praktijk. Belangrijk voordeel van de nieuwe benadering in de staalkaart is dat bedrijfsmatige activiteiten op grotere afstand van woningen geen ‘onbeperkte’ gebruiksruimte krijgen. Zie verder bijlage 2 (overgenomen uit de pilot bedrijventerrein).

34 Welke thema’s zijn relevant voor deze staalkaart (onder meer op basis van instructieregels Bkl):
Geluid Geur Trillingen Externe veiligheid Stofhinder Lichthinder Luchtkwaliteit Verkeersaantrekkende werking Parkeren

35 Maatwerkregels aanvullend op regels Bal
In de staalkaart willen wij een voorbeeldmaatwerkregel ter inspiratie uitwerken. Eventueel in combinatie met een in het omgevingsplan vast te stellen omgevingswaarde, indien dit meerwaarde heeft voor de praktijk. Dit laat onverlet dat gemeenten er voor kunnen kiezen in het omgevingsplan géén maatwerkregels en/of géén omgevingswaarden vast te stellen

36 En hoe zit dat dan met energietransitie?
Hier graag reacties vanuit de zaal

37 De gemeentelijke ambities en visie voor de energietransitie kunnen stapsgewijs worden vormgegeven:
Stap 1: Cijfers op orde (energievraag in de toekomst; energie opwekpotentieel in de gemeente/ regio); Stap 2: Dialoog en participatie, afstemming overheden netbeheerders; Stap 3: Afstemmen andere opgaves; Stap 4: Passende energiemix en oplossingen; Stap 5: Uitvoeringsagenda, maatregelen en financiële aspecten.

38 En komt er iets van een format?

39 TPOD Omgevingsplan Hoofdstuk 1 Inleidende regels—17 Hoofdstuk 2 Functietoedeling—17 Hoofdstuk 3 Regels over overige activiteiten—18 Hoofdstuk 4 Algemene regels—19 Hoofdstuk 5 Omgevingswaarden en programma's—20 Hoofdstuk 6 Overgangs- en slotregels—20 Toepassingsdomein Dit document beschrijft de toepassing van het Informatiemodel voor Officiële Publicaties (IMOP) in het domein van de Omgevingswet en specifiek voor het omgevingsplan. Het IMOP bevat de generieke, abstracte basis voor beschrijving van structuur en inhoud van officiële publicaties in officiële publicatiebladen van overheden en de daaruit afgeleide consolidaties, alsmede het aan die publicaties gerelateerde berichtenverkeer. In dit document wordt IMOP ingevuld met specifieke eigenschappen en waardenlijsten, van het omgevingsdocumenttype omgevingsplan. 1.2 Normatieve referenties TPOD (Toepassingsprofiel voor omgevingsdocumenten) is een toepassing van IMOP dat weer een onderdeel is van de Standaard Officiële Publicaties (STOP) en moet begrepen worden in samenhang met het Berichtenmodel en het Presentatiemodel van STOP.

40 Is dit format bruikbaar voor de praktijk?
Hier graag reacties vanuit de zaal

41 Hoe voorbereiden op komst omgevingsplan?
inventariseer wat je hebt en wie daarvan "eigenaar" is; ga met elkaar in gesprek; Wat is status van de vigerende plannen en regels (lopen er herzieningen of plannen daarvoor?); Welke regels wil je behouden, waar kan/wil je dereguleren? Breng in kaart: Welke applicaties gebruik je momenteel? Relatie met omgevingsdienst, wat pakken zij op? Overweeg om te oefenen via CHW; Sluit aan bij de omgevingsplan community van Handvatten Omgevingsplan: Wie heeft er aanvullingen?

42 Vragen aan jullie Wat is je top 3 van belangrijkste vragen of issues in het voorbereiden op het omgevingsplan? Wat verwacht je van de staalkaarten? Welke staalkaarten – naast de genoemde – zou je graag ontwikkeld willen zien?

43 Vragen aan jullie Aan welke ondersteuning buiten de staalkaarten hebben jullie behoefte in voorbereiding op het omgevingsplan? Wie is al met collega’s van andere vakgebieden in gesprek? Hoe loopt dat en welke tips en trucs kan je delen? Wat heb je nodig in relatie met het projectbesluit?

44 Stelling Om tot een goed omgevingsplan te komen is regionale samenwerking noodzakelijk Leg uit: waarom ben je het eens of oneens met deze stelling?

45 Vraag Hoe zie je de relatie tussen de omgevingsvisie en het omgevingsplan?

46 Evaluatie


Download ppt "Voorbereiden op het Omgevingsplan"

Verwante presentaties


Ads door Google