Belasting en wetgeving

Presentatie over: "Belasting en wetgeving"— Transcript van de presentatie:

1 Belasting en wetgeving
Les 3; belastingen AOC-Oost J. Kamphuis Wikiwijsnr

2 AGENDA Les 1: ondernemingsvormen Les 2: ondernemingsvormen
Les 3: Belastingen Les 4: Verzekeringen Power point zelfstudie Les 5: Toets

3 Doel van deze les Aan het eind van deze les kun je;
Je kan het doel van de belastingheffing omschrijven Je kan aangeven welke belastingen de ondernemer moet betalen Je kan een berekening maken van de inkomstenbelasting of de vennootschapsbelasting

4 Wat gaan we doen? Herhaling ondernemingsvormen via KAHOOT
Theorie Belastingen Opgaven belastingen

5 De plaats van het belastingrecht in het recht
Het nederlands recht bestaat uit twee delen; Privaatrecht; tussen twee natuurlijk- of rechtspersonen. (burgers en bedrijven) Publiekrecht; in dit recht treedt de overheid op als gezagsorgaan, dus de overheid is één van de partijen. Belastingrecht valt onder het publiekrecht.

6 Doel van de belastingheffing
Belastingen moeten worden geheven in verband met de financiering van de overheidsuitgaven

7 Wat zijn dan de overheidsinkomsten en de overheidsuitgaven?

8

9 De overheid int de belasting op 4 niveaus;
Rijksoverheid; Belastingdienst Dienst justitiële incasso; verkeersboetes Provincies; Milieuheffingen Gemeente; Onroerende zaakbelastingen Hondenbelasting ……schappen Bv waterschappen

10 Belastingheffing Directe belasting;
Kunnen niet worden “afgewenteld” op een ander. Je moet het zelf betalen Bv. Inkomstenbelasting, onroerende zaak belasting, vennootschapsbelasting, dividendbelasting, schenk- en erfbelasting, Indirecte belasting; Worden “afgewenteld” (doorberekend) op een ander. Bv. Omzetbelasting (BTW), accijns, invoerrechten

11 3 soorten belasting voor ondernemers die gaan starten
Inkomstenbelasting Omzetbelasting (BTW) Vennootschapsbelasting

12 INkomstenbelasting Belasting over het inkomen van de ondernemer zelf. (net als iemand in loondienst) Als volgt samengesteld; Box 1; Werk en woning Box 2; aanmerkelijk belang = samen met zijn/haar echtgenoot 5% of meer van de aandelen in bezit van de b.v. Box 3; inkomen uit sparen en beleggen Daarvan af gaan de heffingskortingen. Daar gaan we deze lessen niet op in.

13 Inkomstenbelasting (vervolg)
Iemand die voor zichzelf werkt is niet altijd een ondernemer Dit wil iedereen die voor zichzelf werkt wel graag want dan ondernemersaftrek; Zelfstandigenaftrek (startersaftrek) meewerkaftrek Voorwaarde; Urencriterium (=1225 uur per jaar werken in de onderneming) behalve bij de startersaftrek

14 Inkomstenbelasting (vervolg)
Nog een extraatje voor ondernemers; De MKB-vrijstelling Geldt voor elke ondernemer (je hoeft niet te voldoen aan het urencriterium) Bedraagt een vrijstelling van 14% van de winst nadat deze is verminderd met de ondernemersaftrek

15 Inkomstenbelasting (vervolg)
De inkomstenbelasting geldt voor de volgende ondernemingsvormen; Eenmanszaak Vennootschap onder firma Commanditaire vennootschap (let op; de commandieten zijn geen ondernemers) maatschap

16 OMzetbelasting De BTW De belasting wordt uiteindelijk betaald door de consument De BTW wordt per maand of per kwartaal afgedragen door de ondernemer De ondernemer mag zijn betaalde BTW aftrekken en moet zijn ontvangen btw betalen De tarieven bedragen nu; 0%, 6% en 21%

17 vennootschapsbelasting
De vennootschapsbelasting bedraagt; 20% tot en met een winst van eur ,-. 25% voor een winst meer dan eur ,-. De directeur die in dienst is betaald wel inkomstenbelasting over zijn loon Als hij/zij dividend krijgt dan een tarief van 25% = aanmerkelijk belang box 2 van de inkomstenbelasting

18 Vennootschapsbelasting (vervolg)
De vennootschapsbelasting geldt voor de volgende ondernememingsvormen; Besloten vennootschap (BV) Naamloze vennootschap (NV) Bepaalde verenigingen en stichtingen

19 huiswerk VERZEKERINGEN
De opgaven belastingen in de wikiwijs nr (soortgelijke opgaven krijg je op de toets) Volgende keer ; VERZEKERINGEN