Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Semantiek week 7
2
Hoe kan het dat we soms aan een half woord genoeg hebben?
1. We zeggen veel dingen zonder ze te zeggen: veel informatie blijft impliciet tijdens het spreken en schrijven. 2. Ons brein kan moeiteloos verschillende bronnen van informatie samenvoegen om in communicatie tot een zinnige interpretatie te komen.
3
Opdracht 1 - inleiding Kun je op deze vragen antwoord geven? Waarom wel/niet? Eerst individueel maken, daarna in drietallen bespreken en ten slotte plenaire bespreking.
4
Opdracht 1 Pragmatiek Paul Grice: coöperatieprincipe 1. Relevantie
2. Kwantiteit 3. Kwaliteit 4. Stijl
5
Opdr. 2 - Zinnig of onzinnig?
Allemaal uitingen die grammaticaal keurig in orde zijn: voldoen aan de grammaticale selectierestricties. Toch ook hier soms weer gekke gevallen: hoe komt het dat die zinnen gek zijn? Eerst individueel maken, daarna in drietallen bespreken en ten slotte plenaire bespreking.
6
Opdr. 2 - Zinnig of onzinnig?
Features kunnen botsen. Concept + semiotische driehoek. (Zie week 2.)
7
3. Typen presupposities Eerst individueel maken, daarna in drietallen bespreken en ten slotte plenaire bespreking.
8
3. Typen presupposities 1. iets bestaat wel of niet (existentieel) De man liep op de stoep. (er is een man, er is een stoep) 2. iets had wel of niet een bepaalde eigenschap (transpositioneel) Het kopje was gebroken. (het kopje was eerst heel) 3. iets is waar of onwaar (factief) Ik weet dat sommige mensen erg van smurfen houden. (sommige mensen houden erg van smurfen) 4. iets is wenselijk of onwenselijk (wenselijk) Als je lief bent, dan beloof ik je een ijsje. (het krijgen van een ijsje is iets wenselijks)
9
3. Typen presupposities 5. iets is wel of niet eerder gebeurd (frequentatief) Jan herhaalde de vraag. (er is eerder een vraag gesteld) 6. de spreker heeft een positieve of negatieve mening over iets (meninggevend) Gelukkig hebben we geen meerkoet in ons huis. (het hebben van een meerkoet in huis is onwenselijk voor de spreker) 7. de spreker en de hoorder hebben een bepaalde relatie (pragmatisch) Hé, doe es snel koffie zetten! (de spreker staat in een hogere positie dan de hoorder)
10
4. Samenhang en betekenis
De getuige zegt tegen de agent: "De overvaller is in de keuken!"
11
4. Samenhang en betekenis
De getuige zegt tegen de agent: "De overvaller is in de keuken!" De agent rent de keuken in, waar hij twee personen ziet: een ongeschoren type in spijkerbroek en camouflagejas en een bejaarde vrouw in een bloemetjesjurk.
12
4. Samenhang en betekenis
De getuige zegt tegen de agent: "De overvaller is in de keuken!" De agent rent de keuken in, waar hij twee personen ziet: een ongeschoren type in spijkerbroek en camouflagejas en een bejaarde vrouw in een bloemetjesjurk. De agent werpt de man tegen de grond.
13
4. Samenhang en betekenis
De getuige zegt tegen de agent: "De overvaller is in de keuken!" De agent rent de keuken in, waar hij twee personen ziet: een ongeschoren type in spijkerbroek en camouflagejas en een bejaarde vrouw in een bloemetjesjurk. De agent werpt de man tegen de grond. De overvaller loopt ondertussen de keuken uit.
14
4. Samenhang en betekenis
De getuige zegt tegen de agent: "De overvaller is in de keuken!" De agent rent de keuken in, waar hij twee personen ziet: een ongeschoren type in spijkerbroek en camouflagejas en een bejaarde vrouw in een bloemetjesjurk. De agent werpt de man tegen de grond. De overvaller loopt ondertussen de keuken uit. De agent merkt zijn fout pas op als hij de getuige in de tuin hoort schreeuwen.
15
4. Samenhang en betekenis
Andrea staat onder de douche.
16
4. Samenhang en betekenis
Andrea staat onder de douche. Buiten zingt een merel.
17
4. Samenhang en betekenis
Andrea staat onder de douche. Buiten zingt een merel. Andrea aait de vogel.
18
4. Samenhang en betekenis
Andrea staat onder de douche. Buiten zingt een merel. Andrea aait de vogel. Die vliegt naar binnen.
19
4. Samenhang en betekenis
Andrea staat onder de douche. Buiten zingt een merel. Andrea aait de vogel. Die vliegt naar binnen. Andrea ziet het niet.
20
4. Samenhang en betekenis
Andrea staat onder de douche. Buiten zingt een merel. Andrea aait de vogel. Die vliegt naar binnen. Andrea ziet het niet. Hij blijft buiten onder de douche staan en wacht tot zijn vrouw de kraan opendraait.
21
4. Samenhang en betekenis
Andrea staat onder de douche. Buiten zingt een merel. Andrea aait de vogel. Die vliegt naar binnen. Andrea ziet het niet. Hij blijft buiten onder de douche staan en wacht tot zijn vrouw de kraan opendraait. De beroemde operazanger doucht graag in de achtertuin.
22
Hoe kan het dat we soms aan een half woord genoeg hebben?
1. We zeggen veel dingen zonder ze te zeggen: veel informatie blijft impliciet tijdens het spreken en schrijven. 2. Ons brein kan moeiteloos verschillende bronnen van informatie samenvoegen om in communicatie tot een zinnige interpretatie te komen.
23
Hoe kan het dat we soms aan een half woord genoeg hebben?
1. Welke rol speelt het coöperatieprincipe van Grice bij de interpretatie van uitingen? 2. En welke rol spelen prototypen hierbij? 3. En welke rol spelen features hierbij? 4. Hoe verhouden features, concepten en prototypen zich met elkaar?
24
Praktisch Volgende week geen college: week 8 was de uitlooples.
Proeftentamen + tentamenstof: op BB.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.