Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
PIT – Project in Thema’s
2
Lesweek 1 Les vervallen ivm introductie
3
PIT – Project in Thema’s
4
Lesweek 2 Wat neem je mee Uitleg PIT Uitleg periode De eindproducten
Veilige leeromgeving
5
Wat neem je mee naar de les?
Laptop Boek “Ontwikkeling en Omgeving” Pen en papier
6
Regels in de klas Mobiel en oortjes alleen wanneer dat nodig is voor de les en met toestemming van de docent!
7
Kort voorstelrondje
8
IK Uitleg deze periode 9 lesweken (10e week is bufferweek)
Periode 1: thema IK Theorie ontwikkelingspsychologie (thema 4) Theorie sociologie (thema 5) Maken van de eindproducten over jezelf IK
9
De eindproducten Deelproduct 1: het leven van anderen
Deelproduct 2: het IK boek Deelproduct 3: Brief aan jezelf Deze 3 deelproducten samen vormt de eindopdracht. Beoordeling: presentie, inzet, eindopdracht
10
Uitleg PIT jaar 1 Periode 1: Wie ben ik als instrument?
Periode 2: Ik en mijn doelgroep. Periode 3: Ondersteunen bij wonen Periode 4: Ondersteunen bij dagbesteding Het leerplanschema kun je vinden in de Wiki.
11
Wiki van de PIT bekijken
Zoek de deelproducten en de planning van de PIT op in onze klassengroep op de Noorderportal Lees de tekst helemaal door Bespreek in tweetallen Noteer belangrijke data in je agenda! 15
12
Veilige leeromgeving
13
Lesweek 2 Theorie ontwikkelingspsychologie Zelfstandig werken
14
De levensloop van de mens
15
4.1 Sociale wetenschappen
Psychologie Onderzoekt gedrag v/d gezonde mens Sociologie Kijkt naar de manier waarop mensen met elkaar omgaan en elkaar beïnvloeden Psychiatrie Diagnose en behandeling van psychische, emotionele en gedragsstoornissen Pedagogiek Houdt zich bezig met de invloed v/d opvoeding op de ontwikkeling Orthopedagogie Onderzoekt stoornissen in de normale ontwikkeling
16
4.2 Ontwikkelingsaspecten
Sociaal-emotionele ontwikkeling Cognitieve ontwikkeling Seksuele ontwikkeling Lichamelijke ontwikkeling Motorische ontwikkeling
17
4.3 De baby Schema in boek blz. 92
18
4.3.3 Motorische ontwikkeling
1.40
19
4.3.4 Cognitieve ontwikkeling
Ontwikkeling gaat razendsnel Elke dag nieuwe neuroverbindingen Baby gaat de wereld beter begrijpen Leren gaat via zintuigen Proeven, ruiken, voelen Assimilatie= het structureren van informatie Accommodatie= het plaatsen van de informatie in de juiste context
20
4.3.5 Sociaal-emotioneel In een veilige situatie hecht de baby zich aan de primaire verzorgers In deze band ligt de basis voor onze sociale omgang met anderen. Zonder veilige hechting: een groot risico op ontwikkelingsstoornissen Gevoelige fase: eenkennigheidsfase
21
Warm en veilig gevoel…..
22
4.3.6 Orale fase (sensueel) Aanraking is essentieel om uit te groeien tot een mens dat zich veilig en de moeite waard voelt. Babymassage kan dit positief beïnvloeden
23
4.4 De dreumes Lichamelijk: groei vooral in de breedte (gewicht neemt toe) Zonder slaap geen groei Groei stimuleren door te laten spelen Motorisch: Exploratiedrang! Cognitief: veel leren door doen Leert dagelijks nieuwe woorden Sociaal emotioneel: imitatie. Bewust van verschil tussen ‘ik en de ander’ sensomotorische ontwikkeling Sensueel: Ontdekt eigen geslacht
24
4.5 De peuter Lichamelijk: Puppyvet. Fase waarin peuter voorkeur voor voedsel ontwikkelt. Melkgebit is volledig ontwikkeld Motorisch: Vooral grove motoriek. Cognitief: Taalontwikkeling gaat razendsnel. Woordenschat van 250 naar 1500 woorden. Peuter leert met taal gevoelens duidelijk te maken: Differentiatiefase Magisch denken (nog geen onderscheid tussen werkelijk en fantasie) Sociaal emotioneel: driftbuien Sensueel: Ontdekt eigen geslacht
25
4.5 De peuter Sociaal emotioneel: driftbuien, blijven weigeren, zin willen hebben: koppigheidsfase Sensueel: Anale fase (Freud). Zindelijkheidstraining. Kind leert gevoel van onlust van ophouden van ontlasting en lust van het kunnen laten gaan.
26
Lesweek 3 Herhalen theorie ontwikkelingspsychologie Zelfstandig werken
27
Lesweek 3 – 20 september 2017 Theorie ontwikkelingspsychologie Filmpje
Zelfstandig werken
28
4.6 Het jonge schoolkind Lichamelijk: puppyvet maakt plaats voor spieren. Gevoelige fase voor obesitas. Melkgebit maakt plaats voor definitief gebit Motorisch: moeite met stil zitten. Cognitief: fantasie maakt plaats voor realiteit. Zicht op oorzaak en gevolg. Denkt meer intuïtief (aanvoelen) dan rationeel (verstand) Egocentrisch: eigen denken staat centraal
29
4.6 Het jonge schoolkind Sociaal emotioneel: vriendschappen worden belangrijk. Imitatiefase: bootst gedrag na om erbij te horen. Groepsregels, groepsgedrag en rolverdeling zijn belangrijk Kind weet wat wel en niet mag. Bij een tekort aan aandacht: kan het kind ongehoorzaam zijn (aandacht trekken) Sensueel: vieze woorden en niet meer samen in bad pre-operationele fase
30
4.7 Het oudere schoolkind Lichamelijk: lichaamsverhoudingen in evenwicht. Verschillen tussen jongens en meisjes steeds groter Prepuberteit. Door aanmaak van hormonen ook wisselende emoties. Motoriek. Fijne en grove motoriek uitstekend. Ook oog-hand coördinatie. Cognitief. Van concreet denken naar abstract denken Sociaal-emotioneel: identificeert zich vaak met idolen. Veroveren van een plekje in de groep gaat vaak ten koste van anderen. Sensueel: fysiek contact. Latente fase
31
4.8 De puber Lichamelijk: rond 12 jaar jongens groeispurt
Cognitief. Veel activiteit in hersenontwikkeling Sociaal-emotioneel: Erbij willen horen. Soms ongewenst gedrag. Seksueel: heftige verliefdheid. Experimenteren en ontdekken of ze hetero of homo zijn. 2.56
32
4.9 De adolescent Lichamelijk: spierkracht en uithoudingsvermogen zijn optimaal Cognitief. Zwart-wit denken maakt plaats voor maatschappelijke interesses en duidelijke statements Sociaal-emotioneel: er wordt veel verwacht qua zelfstandigheid. Dit kan voor problemen zorgen: Geen vertrouwen maar wantrouwen in buitenwereld Geen zelfstandigheid ontwikkelen maar twijfel of schaamte Geen initiatief ontplooien maar doelloosheid ervaren Niet opbouwend zijn, maar je minderwaardig voelen Extreme denkbeelden en gedragingen door het gevoel dat je bent achtergesteld in status of positie Seksueel: intimiteit. Vinden van een partner wordt serieuzer
33
Zelfstandig werken Opdracht 3 en opdracht 4 maken
34
4.10 De volwassene Ontwikkeling van een volwassene verloopt niet zo voorspelbaar. Iedereen doorloopt het op zijn eigen manier Vanaf 30 wordt het haar bij mannen dunner Rond 35 hoopt vet zich op en neemt spiermassa af Soms rond de 40 een midlifecrisis Formeel-operationeel denken: abstract, flexibel en complex over ideeën en problemen nadenken (niet iedereen bereikt dit!) Spitsuur van het leven.
35
4.11 De jongere oudere Mensen voelen en gedragen zich vaak veel langer ‘jong’ Reactiesnelheid neemt af, gezichtsvermogen Pijnlijke knieën, heupen, ruggenwervels (artrose) Overgang door afname hormoonproductie. Menstruatie stopt: menopauze Bij man: testosteronpeil minder: penopauze Sociaal-emotioneel: rollen verschuiven. Kinderen de deur uit, meer tijd voor hobby’s, kleinkinderen. Met pensioen gaan.
36
4.12 De oudere Zichtbare veroudering Afnemende hersencapaciteit
Nieuwe rollen. Participeren in de samenleving blijft hierbij belangrijk Afscheid en intimiteit Kijk voor een totaaloverzicht op blz. 115
37
Zelfstandig werken Opdracht 5 en opdracht 7
38
Lesweek 4 – 25 september 2017 Herhaling vorige les Opdracht 5 + 7
39
Lesweek 4 Herhaling vorige les Theorie thema 5: het socialisatieproces
40
Lesweek 5 Herhaling vorige les Theorie thema 5: het socialisatieproces
41
5.1 Het socialisatieproces
Het socialisatieproces is een leertraject, waarin elk mens zich normen en waarden eigen maakt. Ontwikkeling tot volwassen persoonlijkheid Weet hoe je met anderen moet omgaan Leert om goed te functioneren in de maatschappij Door een steeds veranderende maatschappij is dit proces steeds in ontwikkeling. Om te kunnen socialiseren moet jij je waarden en normen eigen maken.
42
5.1.1 Waarden en normen Waarden zijn de zaken die we binnen onze cultuur belangrijk vinden. Bijvoorbeeld: ‘eerlijkheid’ Normen zijn regels die voortkomen uit deze waarden. Bijvoorbeeld: ‘je mag niet liegen’. Voor een bepaalde groep Voor de hele maatschappij
43
5.1.2 Aangeboren en aangeleerd gedrag
Aangeboren gedrag= erfelijk bepaald Aangeleerd gedrag= gedrag geleerd door ervaring
44
5.1.3 Internaliseren Internaliseren= het proces waarin iemand zich regels eigen heeft gemaakt.
45
5.1.4 Cultuur Cultuur= een geheel van waarden en normen dat mensen aan elkaar overdragen. Subcultuur= bepaalde groep binnen de samenleving met eigen waarden en normen. Voorbeelden?
46
Aangeboren persoonlijkheid
(karakter) Cultuur (land, geloof) Waarden Normen (regels) Belonen/straffen Internaliseren
47
5.2 Aspecten die horen bij het socialisatieproces
Primaire socialisering Secundaire socialisering In het gezin Op school Peergroeps Verenigingen
48
5.2.4 Geslachtspecifieke socialisatie
49
5.2.5 Milieuspecifieke socialisatie
Inkomen Huisvesting Leefstijl Beroep van je ouders Opdracht: Bespreek in tweetallen waarom deze zaken invloed hebben op jouw socialisatieproces. Daarna bespreken we het in de klas na Inkomen Huisvesting Leefstijl Beroep van je ouders Opdracht: Bespreek in tweetallen waarom deze zaken invloed hebben op jouw socialisatieproces. Daarna bespreken we het in de klas na 5 min 5 min
50
Aangeboren persoonlijkheid
(karakter) Cultuur (land, geloof) Waarden Normen (regels) Belonen/straffen Internaliseren
51
5.3 Knelpunten bij socialisatie
Het socialisatieproces verloopt niet altijd vanzelf. Factoren die dit beïnvloeden: 5.3.1 Identiteit (weer aanpassen bij nieuwe groep) 5.3.2 Macht (wie de macht heeft bepaald de regels) 5.3.3 Nut (welke nut heeft de nieuwe groep voor je?) 5.3.4 Acceptatie (je wilt erbij horen) 5.3.5 De multiculturele samenleving (soms botsen deze met elkaar)
52
5.5 De rol van de digitale media
Lees blz. 127, 128 en 129 zelf door.
53
Lesweek 5 Herhaling vorige les Theorie thema 5: het socialisatieproces
54
Lesweek 6 Herhaling vorige les Verder met brononderzoek
Inleveren brononderzoek! Start levensboek
55
Lesweek 6 Herhaling vorige les Verder met brononderzoek
Inleveren brononderzoek! Start levensboek
56
Uitleg eindopdracht Deel 1: brononderzoek in groepjes van 4. Deze les aan werken en aan het einde van de les van 9 oktober inleveren. Deel 2: levensboek over jezelf schrijven. 30 oktober vertelt iedereen tijdens de les zijn of haar levensboek Groepjes indelen voor het brononderzoek.
57
Aangeboren persoonlijkheid
Het socialisatieproces Aangeboren persoonlijkheid (karakter) Cultuur (land, geloof) Waarden Normen (regels) Belonen/straffen Internaliseren
58
Uitleg levensboek Volg de 7 stappen: Omschrijf je ontwikkeling
Omschrijf je socialisatieproces Maak er een mooi verhaal van (foto’s toevoegen) Maak een boekje, vlog of website 30 oktober inleveren bij docent en vertellen in de klas
59
Lesweek 7 Verder met levensboek schrijven
60
Lesweek 7 Verder met levensboek schrijven
61
Lesweek 8 Inleveren levensboek Presenteren levensboek
62
Lesweek 8 Presenteren levensboek
63
Lesweek 9 Reflecteren Brief schrijven aan jezelf
64
Lesweek 9 Reflecteren Brief schrijven aan jezelf
Uiterste inlevermoment!!
65
Lesweek 10 Bufferweek
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.