Klimaten van Europa Klas 2.

Presentatie over: "Klimaten van Europa Klas 2."— Transcript van de presentatie:

1 Klimaten van Europa Klas 2

2

3 Breedteligging Op hogere breedte moeten de zonnestralen:
Een langere afstand afleggen door de atmosfeer; Een groter oppervlak verwarmen.

4 Land en zee verdeling Land en zee verwarmen anders. Twee regels:
1. Land wordt warmer dan water, maar ook kouder. 2. Land warmt sneller op maar koelt ook sneller af.

5 * Winter * Zomer Aanlandige wind 25ºC 20ºC 16ºC Land Zee

6 Wind- en zeestromen Wind- en zeestromen brengen warmte of kou van elders naar een bepaald gebied. De Warme Golfstroom brengt warm zeewater richting Europa. Hierdoor is het op 50° NB in Europa warmer dan in gebieden die op vergelijkbare breedteligging liggen.

7 Vraag Hoe komt het dat de havens in Noorwegen niet bevriezen in de winter en in Canada wel?

8 Hoogteligging Regel: wanneer je meter stijgt, wordt het 6 graden kouder Hoe hoger, hoe kouder. De dampkring laat zonnestralen door die vallen op het aardoppervlakte. Hierdoor verwarmt het aardoppervlakte dat weer warmte uitstraalt naar de lucht erboven. De dampkring wordt van onderuit verwarmd.

9 Verschil tussen noord- naar Zuid-Europa
Als we van Noord- naar Zuid-Europa gaan, dan gaan we van een toendraklimaat naar een Middellands Zeeklimaat. In het Noord-Europa is het kouder dan in Zuid-Europa. Verklaring: breedteligging

10 Verschil tussen west- naar Oost-Europa
Als we van West- naar Oost-Europa gaan, dan gaan we van een gematigd zeeklimaat naar een landklimaat. De verschillen tussen zomer- en wintertemperatuur in het oosten worden groter en jaarlijkse neerslag neemt af. Verklaring: de zee heeft geen temperende invloed op het binnenland van Europa.