De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

2. Geïntegreerde telen.

Verwante presentaties


Presentatie over: "2. Geïntegreerde telen."— Transcript van de presentatie:

1 2. Geïntegreerde telen

2 Wat is geïntegreerde gewasbescherming?
Voorkomen en bestrijden van ziekten en plagen alle maatregelen ter voorkoming zo weinig als mogelijk chemisch rekening houdend met een lage belasting van Mens, dier en milieu

3 Beheersingstrategie 3 stappen voor geïntegreerde aanpak: preventie
vaststellen noodzaak tot ingrijpen Ingreep Silent Spring (DDT) Rachel Carson strijdt tegen pesticiden STILLE LENTE

4 Nota “Gezonde groei, duurzame oogst”
Emissie beperken door: Preventieve maatregelen Resistente rassen Zaadcoating ipv volvelds spuiten Sleepdoek techniek Luchtondersteuning Antidriftdoppen Druppelen ipv spuiten Mechanische en biologische bestrijding

5 Doelstellingen: Voldoen aan nationale en internat. eisen m.b.t. milieu, water en voedselveiligheid, menselijke gezondheid en arbo. Geïntegreerde toepassing gewasbesch. Waterkwaliteit in 2023 op orde; 2018; 50% verminderding normoverschrijving i.v.m. 2013

6 Drift beperken met 75% driftreductiedoppen
Biodiversiteit middels akkerranden en teeltvrije zones Voedselveiligheid Bescherming werknemers. Risico inventarisatie en evaluatie Werknemers moeten op de hoogte zijn Herbetredingstermijn en jeugdigen Bescherming omwonenden communicatie

7 Europese richtlijn Is bestrijden nodig? Allereerst voorkomen
Vruchtwisseling Teelttechniek (grondbewerking) Resistente rassen Juiste bemesting en watervoorziening Hygiëne Nuttige insecten beschermen

8 Scouten Drempelwaarde bepalen Biologische, fysische en andere niet chemische methoden Selectief werkende middelen met weinig neveneffect Minimale hoeveelheid onder juiste omstandigheden Antiresistentie strategie Registreren en controleren resultaat

9 2.2 Geïntegreerd telen in de praktijk
5 stappen; Preventie Waarneming Niet chemisch bestrijding Chemische bestrijding Evalueren Engelstalige film IPM;

10 Geïntegreerd telen Preventie Kennis ziekten en plagen
Gezond plantmateriaal Resistente rassen Infectie bronnen verwijderen, bedrijfshygiëne Grondgebonden ziekten (aaltjes) bestrijden door vruchtwisseling Goede groeiomstandigheden

11 Geïntegreerd telen Waarneming Grondonderzoek Scouten Signaleren
Vangbakken, vangplaten, feromoonvallen, etc Grondonderzoek Aaltjes Voedingsniveau m.b.t. gebrekziekten

12 Scouten Is bestrijden (chemisch of biologisch) nodig?
Wanneer moet deze worden uitgevoerd? BOS (Beslissings Ondersteunings Systemen) geeft advies over bestrijding Waar moet worden bestreden? Welke bestrijdingsmethode? Is bestrijding succesvol geweest? Is correctie nodig

13 Hoe scouten? Wekelijks minstens 2 uur per ha. intensief zoeken naar symptomen Verdachte planten inspecteren (loep) Registeren (electronisch of op plattegrond) Labelen Gebruik hulpmiddelen Loepje Eenvoudige binoculair (40x; op kantoor) Plattegrond Gekleurde labels Signaalplaten Vallen

14 Feromoonvallen

15 Signaalplaten wekelijkse inspectie Foto: Wageningen UR

16 elke plaag zijn eigen kleur
haarden labelen elke plaag zijn eigen kleur Foto: Wageningen UR

17 Elektronisch registeren

18 Geïntegreerd telen Niet chemisch bestrijding Biologisch
Mechanische bestrijding Fysische bestrijding GNO

19 Geïntegreerd telen Chemische bestrijding Evalueer
Pleksgewijs ipv volvelds Zaadcoating of plantmateriaal behandelen Lage milieubelasting –meetlat Selectieve middelen Lage doseringssystemen en beslissings- ondersteunende zoals Scoutbox, MLDH, Plantplus, Gewis Schade drempels Evalueer

20 GENOEG Gewasbeschermingsmiddelen van natuurlijke oorsprong
effectief gebruiken

21 Wat zijn Natuurlijke Middelen?
GENOEG Wat zijn Natuurlijke Middelen? “niet-synthetisch” micro-organismen virussen feromonen (plant)extracten Fermentatieproducten mineralen natuurlijke gassen (plantversterkers)

22 NM in IPM Toegelaten natuurlijke middelen: NM in IPM
Spruzit (pyrethrin) M-pede, savona, ea (insect zeep) Bacillus Zwavel Citrex Ferramo/ ferri fosfaatl streptomycine Verzadigde vetzuren Mierenzuur Gibberelline Ferri sulfaat kleinfruit diverse fruit, groente fruit, aardbei aardappel boomkwekerij openbaar groen groente bloemen en bomen insecten luis, wittevlieg Rupsen schimmel phytophthora Slakken bacteriën Onkruid schimmels Groeiregulator slakken

23 NM in IPM Toegelaten natuurlijke middelen in glas: NM in IPM
Spruzit (pyrethrin) div.abamectine prod. Pyrethrinen + PBO mycotal M-pede, savona, ea (insect zeep) Bacillus Zwavel Ferramol / ferri fosfaat insecten witte vlieg, trips, spint luis, wittevlieg Rupsen schimmel slakken

24 Milieuwinst NM bacillus zwavel Spruzit mbp 1 730 Chemie deltamethrin
NM in IPM Milieuwinst NM bacillus zwavel Spruzit mbp 1 730 Chemie deltamethrin Carbendazim pirimor mbp 170 26 110 Spruzit = plantenextract (waterleven, per kg a.i.)

25 Bedenk met je buurman antwoord op de volgende vragen
Noem voor jouw sector enkele preventieve maatregelen ter voorkoming van infectie of verspreiding. Waarom moet je bij geïntegreerde teelt zo veel mogelijk selectieve middelen gebruiken? Welke methoden worden op jouw bedrijf gebruikt om waar te nemen Geef 2 voorbeelden van geïntegreerde bestrijding op jouw bedrijf.

26 Preventieve maatregelen
Bedrijfshygiëne Bodemstructuur Zwakte parasieten Afvalhopen en afval grond Maak machines schoon (ontsmetten) Ziektevrij plantmateriaal Schone compost of mest i.v.m. onkruidzaad

27 Preventieve maatregelen
Zieke planten in plastic zak afvoeren Reinig de kas Ontsmet water Gastjassen, voetenbak, insectengaas Ontsmet messen en scharen Laat monster onderzoeken of je ontsmetting heeft geholpen Hygiëne protocol

28 Besmettingsbronnen Water Klimaat Bodem (zwakteparasieten)
Waterontsmetting UV-licht, waterstofperoxide, perazijnzuur, Ozon. Klimaat Hoge RV, schommelingen, temp. verdeling Bodem (zwakteparasieten) Stomen Biologische grondontsmetting in boomteelt (na 6 weken ziekten verdwenen)

29 Bodem resetten tomaat en aardbei:
Bodem resetten met Herbie eiwit  snelle vertering  zuurstof niveau verlaagd CO2 verhoogd Bodem resetten tomaat en aardbei:

30 RUB (regeling uitzonderingen bestrijdingsmiddelen)
Deze lijst is afgeschaft nu hebben alle middeltjes een dure toelating nodig “huis-tuin en keuken middelen” Toch nuttig : vb. uit glas Magere melk (onderdompelen) Pijpzwavel (verdamper) Spiritus / zeep Kalkstikstof Kokos/zonnebloemolie (0.1%) Kaliumfosfiet Virussen Meeldauw Insecten en mijten Onkruiden en schimmels Insecten schimmel

31 2.3 Teeltmaatregelen Ras- en cultivarkeuze Veredeling
Iep m.b.t. iepenziekte Aardappel m.b.t. Phytophthora Tomaat m.b.t. fusariumvoetziekte Chrysant m.b.t. gevoeligheid voor mineervlieg Veredeling Nieuwe stammen, fysio’s, biotypen of pathotypen (aardappel moeheid) Genetische verandering - mutatie

32 Resistentie Monogene (op 1 gen berustend)
Polygene (op meerdere genen berusten) Fysio specifieke resistentie Sla: ‘t wit –valse meeldauw Aardappel - aardappelmoeheid Veld resistentie Natuurlijke weerstand (=duurzamer) Tolerant ras Wel drager - niet ziek Overgevoeligheidsresistentie Positieve zelfbescherming van het ras door afsterving blad delen waarin het virus zit.

33 Problemen bij geen vruchtwisseling
Maïsteelt 20 jaar op hetzelfde perceel Problemen met grasachtige onkruiden: Hanepoot, naaldaar, haagwinde Akkerbouw Aardappel- en bietencyste aaltje Bollenteelt Bodemschimmels Botrytis tulipae, Fusarium en Rhizoctonia Glastuinbouw Vrijlevende- en wortelknobbelaaltjes

34 Vruchtwisseling Waardplant – waardplantenreeks Groenbemester telen
Tweezaadlobbigen gevoelig voor noordelijke wortelknobbelaaltje Dus graansoorten telen- waarom? Groenbemester telen Bodemstructuur beter Minder structuurbederf bij veel neerslag Voeding voor bodemleven en org. stof

35 Natuurlijke plaagbeheersing
Samenhang ondergronds en bovengronds! bladluizen Natuurlijke plaagbeheersing spinnen loopkevers Bemesting Vruchtwisseling Bewerkingen Bacteriën en schimmels mijten aaltjes springstaarten OS Bodem-weerbaarheid Bodemleven: b.v. regenwormen Met dank aan Boots & Brussaard (2006)

36 Zaaien, planten en poten
Op tijd. Vroeg poten betekent minder last van luis bij sla. Juiste diepte. Te diep zwakker Ondiep  vogels pikken zaad op, eerder losgetrokken bij onkruidbewerking Juiste diepte  gelijkmatigere groei Niet te dicht op elkaar

37 Beïnvloeding ziekte gevoeligheid
Bodem Structuur, ontwatering en bemesting Bemesting Teveel stikstof  weelderig gewas  ander microklimaat  gewas gevoeliger Preparaten Linafer-P  effectievere opname van meststoffen plantversterkers

38 Plantweerbaarheid Plant maakt zelf Salicylzuur bij een infectie door schimmel,  cellen sterven af blokkeren de schimmel waardoor plant weerbaar wordt. Kan ook met plantversterkende meststoffen of door Salicylzuur te spuiten. Bij aanval door beestjes maakt de plant Jasmonzuur  meer eiwit  smaakt bitterder.

39 Plantweerbaarheid Rood licht Elicitor: (chemische stof)
 plant maakt meer salicylzuur aan waardoor hij beter beschermd is tegen meeldauw. Elicitor: (chemische stof) Stoffen die de genen activeren, weerstand plant verhogen  plant maakt antistoffen aan. Vacciplant (werkzame stof uit bruine algen lamarine) bij aardbei, peer, appel tegen meeldauw

40 Plantsapmeting Grote N- gift  lage Mg
meer last van bladluis en meeldauw, taksterfte in Buxus Je ziet met 25-50% lagere gift een hoger brixgehalte  plant minder aantrekkelijk voor luis Meer vatbaarheid meeldauw wat komt door een hogere bladgroenwaarde. Zodra deze toeneemt is er binnen 3 weken kans op meeldauw. Lage pH bij Hypericum (kruidachtige plant) meer roest

41 Weerbaarheid in substraatteelt
Betere wortelkwaliteit Trichoderma harzianum Compostthee Huminezuren

42 Weerbaar telen Biopol Natural; http://youtu.be/kEGqVfWWOgw
biodiversiteit onderhouden Vooral in volle grond maar ook in steenwol en kokos.

43 Weerbaar telen Plant Health Cure;
Mycorrhiza sporen vergroeien met wortels en hierdoor betere opname water en mineralen in ruil voor suiker. Minder aaltjes, betere fosfaat opname Alleen voor kokos, perlite en grond

44 Weerbaar telen Koppert Biological Systems
Natugro-systeem met biologische fungiciden en insecticiden, meststoffen en biostimulators Trianum; Trichoderma verhoogd plantweerbaarheid tegen bodemschimmels Grond levert de beste resultaten, maar kan ook in steenwol

45 Vragen Tegen welke ziekten is een ruime vruchtwisseling interessant?
Aaltjes 2. Waarom is veldresistentie duurzamer dan fysio-resistentie? Is van nature

46 Vragen 3. Wat kun je doen om de bodemvruchtbaarheid te verbeteren?
Groenbemester toepassen / vruchtwisseling 4. Wat is de werking van elictor? Chemische stof die de plant anti-stoffen laat maken 5. Wat is de relatie tussen plantsapmeting en gewasbescherming? Je kunt door juiste waardes aan te houden ziektedruk verminderen.

47 Enten Onderstam Resistent tegen ziekten Voorbeelden? Tegen Fusarium, Phomopsis, Phytophthora Sluitende beplanting of bodembedekker (cacaodoppen, houtsnippers, bark)

48 2.4 Waarnemen, bestrijdingsdrempel en waarschuwingssytemen
Scouting Systematisch Registreren Conclusie trekken Bestrijdingsdrempels vaststellen

49 Waarschuwingssystemen
NAK geeft bij aardappelteelt info over bladluisdruk Teletekst en internet Bladvlekkenziekte in suikerbieten Wortelvliegen bij wortel en knolselderij Signaalplanten Feromoonvallen Tijdens het werk markeren met clips Verklikkerplanten ijsbergsla naast botersla of anemoon naast tulp om bladluis te signaleren

50 Verschillende vangtechnieken
Gele vangbak Potval Slagnet Feromoonval Plakval Klopmonster Elke techniek is selectief!!

51 Gele vangbak voor vliegende insecten
Sluipwespen Zweefvliegen Gaasvliegen Aantrekking (geel) Vliegende insecten Veel klein spul (moeilijk) Water + beetje zeep (evt. conserveermiddel) Vliegen Hommels & bijen Galmuggen Bladluizen Muggen Tripsen

52 Potval voor op de bodem levende insecten
Spinnen Loopkevers “valkuil” voor actieve lopers geen absolute dichtheid, maar “activiteits-dichtheid” dus vooral jagers Water + beetje zeep (evt. conserveermiddel) Duizendpoten Kortschildkevers

53 Feromoonvallen Lokstof (b.v. sexgeur)
Zeer specifiek, vangt vaak maar één soort Goed als waarschuwing voor een opkomende plaag Veel in de fruitteelt (voor bladrollers en fruitmot) Akkerbouw: kniptorkit Fruitmot Kniptor

54 Plakvallen Aantrekking op kleur, soms met lokstof
Trekt bladluizen, (wortel)vliegen, trips e.d. Goed als waarschuwing voor een opkomende plaag Veel in de glasteelt (voor trips, witte vlieg, luis) Akkerbouw: wortelvlieg Larve wortelvlieg Wortelvlieg

55 Andere methodes Klopmonsters (fruitteelt & boomteelt)
Plagen én natuurlijke vijanden Vuistregels en schadedrempels beschikbaar Slagnet Plagen én natuurlijke vijanden (veel klein spul) Met een vaste methode vergelijking met andere situaties mogelijk

56 Geschikt voor monitoring van effecten
Vergelijking van de relatieve aantallen insecten (plagen en natuurlijke vijanden): tussen verschillende gewassen op verschillende tijdstippen in bloemenrand en in gewas op verschillende afstanden uit de rand vóór en na een bespuiting, etc.

57 Waar vangen? midden in het gewas en vlak langs de rand
in bloemrijke bermen en akkerranden struiken en houtwallen, erfbeplanting afhankelijk van het doel

58 Registratie Registreren middels padregistratie
Sneltest door enkele blaadjes te kneuzen en vervolgens druppel je het sap op een plaatje met antiserum. Soort zwangerschapstest maar dan voor schimmels, bacteriën en virussen.

59 Vragen 1. Wat is scouten? Zoeken naar afwijkingen, ziekten, plagen en onkruiden in je teelt 2. Noem 6 eigenschappen die een scout moet hebben. Kennis ziekten, plagen, middelen en preventieve maatregelen, heeft inzicht, Is op de hoogte van nieuwste ontwikkelingen

60 Vragen 3. Welke 5 hulpmiddelen kun je gebruiken bij het waarnemen van ziekten of plagen? Loep Vangplaten Vanglamp Feromoonval Slagnet en klopval Indicatorplant Sneltest of test in lab.

61 2.5 Biologische gewasbescherming
Biologisch met generalisten (eet meerdere aantasters, maar ook nectar, stuifmeel en plantsap) Alternatief voedsel Bankerplant (Ricinus) Bijvoeden met stuifmeel, of eitjes van kreeft of meelmot Voerstations in chrys.  Orius leeft dan 5 w en legt eitjes Schuilplaatsen (jute, katoen, wol of een strooisel) voor eileg Nawerking gewasbeschermingsmiddelen

62 Zweefvliegen van nature in NL twee vleugels i.p.v. vier
zweven stilstaand in de lucht larven eten bladluizen bloemen nodig Zet eitjes bij bladluiskolonies preventief uit te zetten Foto’s: boven: volwassen zweefvlieg; beneden: zweefvlieglarve eet bladluis Zweefvliegen Komen van nature in NL voor anders dan wespen hebben ze twee vleugels i.p.v. vier zweven stilstaand in de lucht larven eten bladluizen volwassen zweefvliegen hebben bloemen nodig want eten nectar en stuifmeel eitjes worden gelegd bij bladluiskolonies preventief uit te zetten in de kas d.m.v. ophangen kaartjes met zweefvliegpoppen Zweefvliegen zijn dikwijls donkergekleurd met gele banden. De kleuren doen een beetje aan wespen denken. Er zijn meer dan honderd soorten, waarvan de larven bladluizen eten. Zweefvliegen komen op bloemen af om stuifmeel en nectar te eten. De vrouwtjes leggen eieren op bladeren waar bladluizen zitten. Als die eieren uitkomen, verslinden die larven grote hoeveelheden bladluizen. Zweefvliegen zijn daardoor zeer goede natuurlijke vijanden. Zweefvliegen zijn aan te trekken met bloeiende planten. Vooral schermbloemigen en asterachtigen zijn favoriet.

63 Lieveheersbeestjes Eet vooral bladluizen
in kassen, open teelt en groenvoorziening bij kleine bladluiskolonies uitzetten aantallen larven uitzetten Foto boven: Exochomus (4-stip) lieveheersbeestje; foto onder: larve van veelkleurig aziatisch lieveheersbeestje (Harmonia axyridis) welke tegenwoordig in grote aantallen in NL voorkomt Lieveheersbeestjes eet vooral bladluizen, maar ook spint; nectar en stuifmeel als noodrantsoen in kassen, open teelt en groenvoorziening voorwaarden: reeds 6 weken geen schadelijke middelen liever geen mieren (lijmbanden gebruiken) goede timing belangrijk: bij kleine bladluiskolonies uitzetten leverbaar in op te hangen juten zakjes aantallen larven uitzetten: 3 tot 5 per struik tot 600 per grote boom later mogelijk meer uitzetten De oranje lieveheersbeestjes met zwarte stippen kent iedereen wel. De larve lijkt er totaal niet op. Ze worden soms zelfs voor schadelijk gehouden. Niets is minder waar, het zijn net als de volwassen kevertjes bladluiseters. Er zijn veel verschillende soorten lieveheersbeestjes. De meesten zijn rood met zwarte stippen, maar er zijn er ook gele, oranje en zwarte lieveheersbeestjes.

64 Roofwantsen en -kevers
bladluis, wolluis, trips, spint, slakken, eitjes van motten van nature in NL Wantsen zijn vaak platter dan kevers en hebben een zuigsnuit Loopkevers: grote afstanden Foto boven: Anthocoris roofwants prikt bladluis aan; foto onder: Tuinschalebijter, een loopkever die onder andere jaagt op slakken en regenwormen. Roofwantsen en -kevers Tegen bladluis, wolluis, trips, spint, slakken, eitjes van motten Komen van nature in NL voor Roofwantsen en -kevers zijn generalisten: dus hebben meerdere soorten prooidieren Wantsen zijn vaak platter dan kevers en hebben een zuigsnuit Loopkevers lopen grote afstanden vanuit akkerrand naar bijv. bladluis en slakken Uit te zetten in de glastuinbouw: wantsen: bijv. Macrolophus, Orius, Anthocoris kevers: bijv. Stethorus, Cryptolaemus Er zijn verschillende soorten roofwantsen die plaaginsecten eten. Kleine soorten zoals Orius eten spint en eieren van motten. Iets grotere zoals Anthocoris eten bladluizen en bladvlooien. Er zijn ook grotere soorten, die rupsen eten. Ook kevers, zoals Soldaatjes zijn nuttige insecten die schadelijke insecten verorberen.

65 Sluipwespen kleine, zwarte of bruine wespjes
eitjes in of op andere insecten blad-, wol-, dop-, schildluizen, wittevliegen, mineervliegen en rupsen eten van binnenuit of buitenaf op bloemennectar en honingdauw Foto boven: Coccophagus sluipwesp; foto onder: bladluismummie (bladluis waarin de sluipwesp zich ontwikkeld) Sluipwespen Vaak zeer kleine, zwarte of bruine wespjes Sluipwespen leggen leggen hun eitjes in of op andere insecten Goede bestrijders van bladluizen, dopluizen, wittevlieg en rupsen Sluipwesplarven eten hun gastheer van binnenuit of buitenaf op Volwassen sluipwespen eten suikers (bloemennectar en honingdauw) Sluipwespen zijn specialisten: slechts 1 of enkele soorten als gastheer Uitzetten van sluipwespen gebeurt vooral in de glastuinbouw, bijv. d.m.v. het uitstrooien van bladluismummies (poppen) Temperatuur: regelmatig boven 18 °C Er zijn heel veel soorten sluipwespen. Ze leggen hun eitjes in de prooi. Sommige soorten van deze slanke, donkere wespen leggen eieren in bladluizen, andere in rupsen. De larven ontwikkelen zich ten koste van deze plagen. Een sluipwesp kan wel 100 eitjes leggen en dus even zovele luizen doden.

66 Bron: Universiteit van Amsterdam
Roofmijten spint, trips, wittevlieg, galmijten en andere kleine mijten buiten op vooral oudere planten evt. preventief uitzetten Amblyseius soorten Phytoseiulus persimilis Bodemroofmijt Hypoaspis Foto boven: roofmijt A. andersoni eet tripslarve; foto onder: bodemroofmijt Hypoaspis aculeifer eet bollenmijt (Bron: UvA) Roofmijten Tegen spint, galmijten en trips Komen buiten op veel, vooral oudere, planten voor Als geen roofmijten aanwezig dan preventief uitzetten Amblyseius soorten: A.cucumeris, A. swirskii, A. barkeri, A. andersoni (generalisten). Amblyseius andersoni geschikt voor preventief uitzetten buiten en in kas Phytoseiulus persimilis eet alleen spint (dus specialist). Dus alleen uitzetten bij voldoende spint Bodemroofmijt Hypoaspis: o.a. tegen bollenmijt tijdens de bewaring van bloembollen. Is generalist (dus meerdere soorten prooidieren) De roofmijt Amblyseius andersoni is een zeer nuttige hulp tegen spint, galmijten en trips. Deze mijt vindt altijd wel iets te eten. Behalve plagen eet deze soort ook stuifmeel. Daardoor overleeft deze roofmijt ook als spint al opgegeten is. Spint blijft zo langer onder controle en een nieuwe uitbraak kan worden tegengegaan. Andere soorten zijn Phytoseiulus persimilis en Neoseiulus californicus. Deze kunnen ook in buitengewassen worden losgelaten. De roofmijt Phytoseiulus persimilis is een gespecialiseerde opruimer van spint. Als de spint op is gaat deze roofmijt dood van de honger. Bron: Universiteit van Amsterdam

67 Galmuggen larve van Feltiella eet spint
larve van Aphidoletes eet bladluizen eitjes bij kolonies van spint of bladluizen van nature in NL Foto boven: pop van spintetende galmug; foto onder: galmuglarve (Feltiella) eet spintmijt Galmuggen larve van Feltiella eet spint larve van Aphidoletes eet bladluizen galmuggen zijn dus specialisten (1 type prooidier) volwassen galmuggen vliegen naar kolonies van spint of bladluizen om daar eitjes te leggen Deze galmuggen komen in Nederland van nature voor Onder glas Feltiella uitzetten bij hoge spintconcentraties als aanvulling op roofmijten Onder glas Aphidoletes uitzetten: preventief of curatief bij lichte bladluisaantasting De larven van verschillende galmuggen doen veel nuttig werk. De larven van Feltiella eten spint en de galmuglarven van Aphidoletes eten bladluizen. De kleur van de eerste soort is variabel van groen tot donker rood, ze zijn 1,5-2 mm groot. De tweede soort heeft oranje larven en is 2-3 mm.

68 Parasitaire aaltjes Bijv.: Heterorhabditis, Steinernema
Aaltjes dringt larve binnen en heeft bacterie bij zich o.a. B-Green, Larvanem en Terranem Grond vochtig; niet koud bijv. augustus Taxuskeverlarve Varenrouwmuglarve Eikenprocessierups, engerlingen foto boven: parasitair aaltje Steinernema feltiae; foto onder: parasitaire aaltjes Steinernema feltiae Parasitaire aaltjes/nematoden Bijv.: Heterorhabditis en Steinernema Vooral tegen keverlarven in de kas, open teelt en groenvoorziening (grasvelden!). Maar ook tegen varenrouwmuggen. Aaltjes dringen insect binnen; insect sterft O.a. verkrijgbaar als B-Green, Larvanem en Terranem Mengen met water, dan sproeien, druppelen of aangieten Voorwaarden: bodem vochtig, temperatuur niet onder 12°C Nieuw: aaltje (Steinernema kraussei) tegen taxuskeverlarve al werkzaam vanaf 5°C Bovendien worden aaltjes als bladtoepassing gebruikt tegen trips.

69 Aaltjes tegen trips Mengen met water, filters verwijderen om beschadigingen te voorkomen, dan spuiten. Rozenkever bestrijden met aaltjes

70 Vogels Rupsen en larven van bladwespen
In NL vooral kool- en pimpelmezen nestgelegenheid: houtwallen, nestkasten kippen eten o.a. keverlarven Nieuw: Timalia’s tegen rupsen in de kas Foto boven: koolmees; foto onder: larve van de lindebladwesp (‘slakvormige bastaardrups’) en diens vraatschade aan een lindeblad Vogels Insectenetende vogels vooral nuttig tegen rupsen en larven van bladwespen In Nederland vooral kool- en pimpelmezen Zorg voor nestgelegenheid bij planten of gewassen die veel last hebben van rupsen Nestgelegenheid: houtwallen, nestkasten Rondlopende kippen eten o.a. keverlarven Nieuw: tropische vogels (Timalia’s) tegen rupsen in de kas Ook vogels kunnen soms enorme hoeveelheden insecten of rupsen opruimen. Koolmezen kunnen per dag duizenden rupsen verslinden als ze jongen hebben. Sommige paartjes vliegen meer dan 600 keer per dag om insecten of rupsen aan te voeren. Door koolmezen of pimpelmezen op het bedrijf te stimuleren neemt het aantal rupsen drastisch af. Het ophangen van nestkastjes kan dan ook zeer gunstig werken.

71 Schimmels Bijv.: Verticilium lecanii
wittevlieg, trips, spint, bladluis Schimmel dringt binnen o.a. Mycotal, Botanigard, Preferal Mengen met water (+ hulpstof) en verspuiten Warm en niet te lage RV Niet in elke teelt foto boven: katoenluis geïnfecteerd met Verticillium lecanii; foto onder: trips geïnfecteerd met Metarhizium anisopliae Schimmels Bijvoorbeeld: Verticilium lecanii Tegen wittevlieg, trips, spint, bladluis Schimmelspore kiemt op huid van insect en dringt binnen Mycotal (wittevlieg, trips), Botanigard (trips, wants, wittevlieg), Preferal (wittevlieg) toegelaten Mengen met water (evt. hulpstof toevoegen) en verspuiten Hoge luchtvochtigheid en temperatuur (18-28°C) nodig Niet in elke teelt toegestaan. Toelating bij CTB noodzakelijk.

72 Bacteriën Bacillus thuringiensis (Bt) Bacterie eiwitkristallen 
Is een bacterie die de darmwand aantast jonge rupsen van vlinders en motten Bacterie eiwitkristallen  bij afbraak komt toxine vrij wat darmen aantast  kaken verlammen. Na 2 dg dood o.a. Turex, XenTari en Dipel Niet in elke teelt toegestaan Foto boven: rups gedood door Bt (bron: Biobest); Foto onder: Bt is o.a. verkrijgbaar als XenTari (Bron: Biobest). WG staat voor waterdispenseerbaar granulaat, dus korrels die je moet mengen met/oplossen in water. Niet in elke teelt toegestaan. Toelating bij CTB noodzakelijk.

73 Natuurlijke vijanden http://neveneffecten.koppert.nl/
Predators; zuigt leeg of eet op Parasieten; legt ei in of naast gastheer. Volwassen insect eet nectar of stuifmeel Micro-organismen aaltje, schimmel, bacterie. Neveneffectengids Klasse 1: < 25 % sterft Klasse 2: % Klasse 3: % Klasse 4: > 75 % nawerking

74 Hoe te werk? stimuleren natuurlijke vijanden (de voorbereiding)
preventief uitzetten (de verdediging) scout de ontwikkeling van de plaag en de natuurlijke vijanden (volg de wedstrijd) curatief uitzetten (de aanval) ‘De wedstrijd controleren’ (scouten) actiedrempel bereikt? → selectieve middelen toepassen (wisselspeler het veld in) Schadedrempel: voorbeeld uit de akkerbouw: schadedrempel bladluizen op aardappel is 25 tot 50 bladluizen per samengesteld blad (bron: Jeroen Willemse, In: Nieuwe Oogst, special over Functionele Agrobiodiversiteit, 23 juni 2007, p.3). De schadedrempel ligt hoger wanneer het gewas minder kwetsbaar is en/of wanneer er veel natuurlijke vijanden aanwezig zijn. Als de actiedrempel bereikt is, is het tijd om selectieve gewasbeschermingsmiddelen in te zetten waarbij natuurlijke vijanden zo veel mogelijk in leven gelaten worden.

75 Geïntegreerde paprika teelt
Begin schoon en eindig schoon Mogelijkheden; Amblyseius degenerans, A. cucumeris, A. californicus, A. swirskii, A. montdorensis Phytoseiulus persimilis, Orius laevigatus Trips Spint Witte Vlieg (Bemisia)

76 Geïtereerde paprika teelt
Wk 51 uitzet A. cucumeris tegen spint en trips. Bijvoeden met Nutrimite. Wk 10 uitzet Amblyseius degenerans 0,25/m2. Bestrijd ook spint in zomer en neemt zomers taak over van A. cucumeris die dan terrein verliest A. montdorensis is generalist, goed tegen trips, maar minder tegen spint en eet misschien eitjes van Phytoseiulus persimilis op. A. swirskii is generalist en eet eitjes van Phytoseiulus persimilis op.

77 Geïntrigeerde paprika teelt
In de zomer werken Phytoseiulus persimilis vooral goed tegen spint en Orius laevigatus tegen trips. Nieuwe roofmijt Euseius gallicus nog in onderzoek.

78 Meer of minder? Minder bespuitingen
Minder kans op resistentie tegen middelen Minder zorgen om veiligheid en regels Meer waarnemen (‘scouten’) Meer kennis Minder routine Minder zekerheid (niet in glastuinbouw) In de glastuinbouw is de zekerheid vaak groter doordat de inzet van natuurlijke vijanden er relatief succesvol is (gesloten ruimte, geschikt klimaat) en doordat veel plagen snel resistentie ontwikkelen tegen veel gewasbeschermingsmiddelen. Glastuinders zeggen dat er ‘meer rust op de tuin’ komt wanneer er met natuurlijke vijanden wordt gewerkt ipv chemische gewasbescherming.

79 Stimuleren van natuurlijke vijanden
Selectieve i.p.v. breedwerkende middelen In de kas: alternatief voedsel hogere RV organisch materiaal aanbrengen (in onderzoek) In de bewaring (bloembollen): geen of selectieve heetstook/warmwaterbehandeling bollen langer ongeschoond bewaren hoge(re) RV foto boven: houtwal met nestkast; foto onder: bloemstrook op een boomkwekerij Selectieve i.p.v. breedwerkende middelen: Tijdstip bestrijding irt uitzetten nat vij Gebruik neveneffecteninfo producenten nat vij In de kas: Alternatief voedsel: Stuifmeel: Ricinus of wonderboom voor stuifmeel andere prooi (niet plaag): graanpollen met graanluis (= bankerplant), roofmijten kweekzakjes Organisch materiaal aanbrengen om natuurlijke vijanden in de bodem te stimuleren: deze optie is nog volop in onderzoek. Houtwallen en meerjarige gras-/kruidenranden zijn plaatsen waar natuurlijke vijanden kunnen overwinteren. Daarvandaan kunnen natuurlijke vijanden al vroeg in het voorjaar de teelt binnenlopen of –vliegen (kolonisatie van de teelt door natuurlijke vijanden). Bloemstroken en bloeiende planten bieden voedsel aan volwassen sluipwespen, zweef- en gaasvliegen. Maar ook lieveheersbeestjes, roofwantsen en –kevers vinden in de bloemstrook beschutting en alternatief voedsel (bijv. wanneer er in de teelt nog geen voedsel voor ze te vinden is). Vroegbloeiende planten zorgen ervoor dat deze natuurlijke vijanden al vroeg in het voorjaar actief worden. Organisch materiaal toevoeren aan de bodem helpt het natuurlijk evenwicht en de plaagbeheersing in de bodem (parasitaire aaltjes, antagonistische schimmels, roofinsecten).

80 Stimuleren van natuurlijke vijanden
In open teelten: houtwallen, meerjarige gras-/kruidenranden bloemstroken, vroegbloeiende planten organisch materiaal toevoegen aan de bodem foto boven: houtwal met nestkast; foto onder: bloemstrook op een boomkwekerij Selectieve i.p.v. breedwerkende middelen: Tijdstip bestrijding irt uitzetten nat vij Gebruik neveneffecteninfo producenten nat vij In de kas: Alternatief voedsel: Stuifmeel: Ricinus of wonderboom voor stuifmeel andere prooi (niet plaag): graanpollen met graanluis (= bankerplant), roofmijten kweekzakjes Organisch materiaal aanbrengen om natuurlijke vijanden in de bodem te stimuleren: deze optie is nog volop in onderzoek. Houtwallen en meerjarige gras-/kruidenranden zijn plaatsen waar natuurlijke vijanden kunnen overwinteren. Daarvandaan kunnen natuurlijke vijanden al vroeg in het voorjaar de teelt binnenlopen of –vliegen (kolonisatie van de teelt door natuurlijke vijanden). Bloemstroken en bloeiende planten bieden voedsel aan volwassen sluipwespen, zweef- en gaasvliegen. Maar ook lieveheersbeestjes, roofwantsen en –kevers vinden in de bloemstrook beschutting en alternatief voedsel (bijv. wanneer er in de teelt nog geen voedsel voor ze te vinden is). Vroegbloeiende planten zorgen ervoor dat deze natuurlijke vijanden al vroeg in het voorjaar actief worden. Organisch materiaal toevoeren aan de bodem helpt het natuurlijk evenwicht en de plaagbeheersing in de bodem (parasitaire aaltjes, antagonistische schimmels, roofinsecten). Let er wel op dat je niet ook de plaagorganismen stimuleert

81 Stimuleren van natuurlijke vijanden

82 Het scouten Kijken Herkennen Registreren / markeren Hulpmiddelen
signaalplaten vangbekers feromoonvallen UV-lamp Foto linksboven: gele vangplaat; foto rechtsboven: deltatrap (feromoonval); foto onder: UV-lamp Kijken: regelmatig het gewas inspecteren (b.v. eens per twee weken) Herkennen: steek tijd in het leren herkennen van de dieren. Bekijk ze onder een loupe en vergelijk dat wat je ziet met foto’s/afbeeldingen van plaaginsecten en natuurlijke vijanden. Registreren / markeren: noteer waar en welk aantal plaaginsecten en natuurlijke vijanden u aantreft. Kijk ook goed of de plaaginsecten nog leven of dood (gepredeerd of geparasiteerd) zijn. Als de plaaginsecten slechts op enkele plaatsen in grote aantallen vóórkomen dan kunt u die plaatsen markeren en alleen op die plekken plaagbestrijding uitvoeren. Vangbekers: bekers ingraven en bv water met afwasmiddel erin doen. Afdakje erbij. Vangst: m.n. kevers en spinnen

83 Uitzetten van natuurlijke vijanden
Welke? Lieveheersbeestjes, roofmijten en aaltjes kunnen ook buiten uitgezet worden Hoeveel? volg de instructies Methoden, bijv.: strooien (uit flessen of potten) kweekzakjes ophangen Verblazen (bv. bij roofmijten) sproeien, gieten, druppelen (bij aaltjes) Herhaaldelijk uitzetten is nodig Voorwaarden Klimaat, voedsel, gewas Foto boven: roofmijten worden uitgestrooid over bloembollen; foto onder: kweekzakje (links) met inhoud (rechts) Welke natuurlijke vijand uitzetten?: afhankelijk van het gewas, het type teelt, het soort plaag, de ernst van de aantasting. Hoeveelheid uit te zetten natuurlijke vijanden afhankelijk van het doel (preventief of curatief), de grootte van het gewas en de ernst van de aantasting. Volg het advies van de leverancier. Nogmaals uitzetten kan nodig zijn, zeker als de omstandigheden (klimaat, voedsel, gewas) niet ideaal zijn voor de uitgezette natuurlijke vijanden. Klimaat: succesvol uitzetten van natuurlijke vijanden vereist meestal een minimum temperatuur, vaak ook een hoge relatieve luchtvochtigheid (RV) Voedsel: er moet voldoende voedsel aanwezig zijn voor de natuurlijke vijand. Dat kunnen de plaagorganismen zijn, alternatief voedsel (zoals stuifmeel) of voedsel dat door de leverancier meegeleverd wordt bij de natuurlijke vijanden. Gewas: zweefvlieglarven zijn bijvoorbeeld alleen effectief op onbehaarde planten.

84 Geïntegreerde bestrijding
Het bestrijden van een plaag of ziekte met een combinatie van chemische, biologische en fysische methoden Gebruik middelen die de natuurlijke vijanden (bijna) ongemoeid laten. Gebruik middelen met een korte nawerking Voor neveneffecten zie of

85 Biologisch grondontsmetting
Sommige planten vormen tijdens de afbraak gifstoffen tegen ziekten Groenbemesters (mosterd, kool, bladrammenas) Afrikaantjes produceren ozon tegen aaltjes Onkruidvrij houden Blauwzuurgas tegen aaltjes Olifantengras/soedangras Sorghum (oude graansoort) –Vers organische materiaal – asperge Zuurstof onttrekking dood een schimmel

86 2.6 Mechanisch bestrijding
Onkruid Schoffelen, eggen, rijenfrees, aanaarden Veeg en borstelmachines Branders Wiedeg, torsiewieder en vingerwieder sensoren Ziekten en plagen Wegknippen Insectengaas Rollertraps Legringen tegen eileg door koolvlieg

87 2.7 Fysische bestrijding Zuurstof, temperatuur, water en stoom
Verhitting (3500C); loofdoding, onkruid Inunderen tegen aaltjes Groenbemester i.c.m. afdekken Stootbrander en infraroodbrander Heet water, stomen bovengronds

88 Fysische bestrijding Stomen tegen schimmels Bloembollen
Hete lucht Warmwater UV en Ozon voor waterontsmetting

89 Vragen 1.Waarom werkt onkruidbranden niet tegen wortelonkruid?
De penwortel of wortelstok blijft intact. 2. Waarom is het bollen koken geen goede banaming? Het is geen gekookt water maar heet water

90 Chemische bestrijding
BOS (beslissingsondersteunende systemen) Rekenprogramma’s met variabelen Gewis (gewasbescherming en weer) Crop-it registratie programma Dacom advisering Phytophthora bespuiting in aardappel Prophy ,, ,, Optibol advies bestrijding Botrytis in bolgewassen Opticrop advies voor uien LDS (lage doseringssystemen) bij onkruid In jong stadium gevoeliger. Spuiten met lage mix MLHD (minimale letale herbicide dosis) Fotosynthesemeter geeft aan of de dosering voldoende is voor doding

91 Voorbehandeling aardappel,bloembollen
Pleksgewijs onkruid op verhardingen Haarden in de kas Plant en zaad coating ipv volveldsbespuit- ingen bij bietenzaad tegen bladluis, bietenkever, aardvlooi, etc. Voorbehandeling aardappel,bloembollen Geen emissie, geen restvloeistof, minder werkzame stof/ha

92 Middelenkeuze Milieumeetlat Arbeidsveiligheid Selectiviteit
Milieubelastingspunten Grondwater Bodemleven Waterorganismen Werken met milieumeetlat Arbeidsveiligheid Formulering Re-entry Selectiviteit Niet breedwerkend, laten natuurlijke vijand in leven;Plenum tegen bladluis

93 Vragen Wat is MLHD en hoe werkt dit?
Minimale dodelijke dosis onkruidbestrijdings- middel geeft advies over hoeveelheid die nodig is voor doding. 2. Waarmee moet je rekening houden bij de middelenkeuze? Nawerking, nevenwerking, arbeidsveiligheid, reentry, milieubelasting.

94 BOS Geeft advies over dosering en spuitmoment
Effect hangt af van temp., RV, bodemtemp., neerslag, bodemvochtigheid. Type middel Curatief of preventief GEWIS DACOM Prophy Apps


Download ppt "2. Geïntegreerde telen."

Verwante presentaties


Ads door Google