Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdErika Smets Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
Connaître (= kennen) présent ik ken je connais jij kent tu connais
hij/zij/men kent il/elle/on connaît wij kennen nous connaissons jullie kennen/u kent vous connaissez zij kennen ils/elles connaissent
2
passé composé ik heb gekend j’ai connu jij hebt gekend tu as connu hij/zij/men heeft il/elle/on a connu gekend wij hebben gekend nous avons connu jullie hebben/ vous avez connu u heeft gekend zij hebben gekend ils/elles ont connu
3
Op dezelfde manier worden vervoegd:
reconnaître herkennen apparaître verschijnen disparaître verdwijnen Al deze werkwoorden hebben in de passé composé het hulpwerkwoord avoir.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.