De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Vuistregels bij Assemblage

Verwante presentaties


Presentatie over: "Vuistregels bij Assemblage"— Transcript van de presentatie:

1 Vuistregels bij Assemblage
Beslisboom voor watergang-topografie bij data-rijkdom Margot Quist (Gouda) en Rob van Dijk (Rijnland)

2 Uitgangssituatie Gouda
Zowel gemeente, provincie als waterschap hebben gedetailleerde topografische bestanden met watergangen en kunstwerken. Alle bestanden zijn vlakvormig en zijn voorzien van metadata. De kunst is om overal de beste geometrie te gebruiken en voor elke bronhouder de koppelingen tussen geometrie en admin-data te behouden.

3 Uitgangssituatie (detail)
Gouda De opbouw van de digitale GBK van Gouda heeft plaatsgevonden tussen 1988 en Toen de kaart klaar was is deze in het systeem ingelezen, deze lijnen zijn te herkennen aan een datum in 1996 met meetmethode T. Dit bestand is destijds zeer zorgvuldig tot stand gekomen. Via het invoeren van coördinaten van nieuwbouwprojecten, via het karteren van veldwerken en aangevuld met digitalisering van kaartbladen. Nauwkeurigheid is rond de 10cm. De voorgevels en de harde topografie in de binnenstad zijn ingemeten. Dit geldt ook voor de kademuren. De wijken die in de periode 1930 – 1960 zijn gebouwd kan de kwaliteit iets minder zijn, hiervoor zijn luchtfoto’s gebruikt die weer zijn ingepast met behulp van kadastrale gegevens. Daarna zijn mutaties grotendeels terrestrisch ingemeten. Luchtfoto’s zijn gebruikt om achteraf te controleren of de bijhouding volledig was. Ontbrekende mutaties in zachte topo zijn op die momenten via orthofoto’s doorgevoerd. Dit is te herkennen aan de inwinwijze. Waterschap Het waterschap heeft voor al het oppervlaktewater in 2007 een bestand opgebouwd vanuit een luchtfoto met een pixelnauwkeurigheid van 8 cm (voor Gouda). Daarna zijn mutaties via luchtfoto’s van 2010/2011 bijgewerkt. Het waterschap is bronhouder van insteek tot insteek van al het oppervlaktewater (m.u.v. geïsoleerde water als privévijvers en duinwater) Provincie De provincie heeft voor de watergangen waar zij vaarwegbeheerder is (de Gouwe) een uitgebreid beheerregister, incl. kunstwerken en oevers. Ministerie van Economische Zaken De landbouwpercelen zijn minder nauwkeurig gekarteerd. In principe is de insteek de grens.

4 A. Provinciaal water Watergangen waar de provincie vaarwegbeheerder is en het waterschap waterbeheerder, zoals de Gouwe en de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. Een situatie met twee wettelijke bronhouders.

5

6

7 Stappen Provincie is bronhouder voor insteek tot insteek voor watergangen waar zij vaarwegbeheerder is, waterschap is bronhouder van bermsloten naast die vaarwegen. Provincie en waterschap knippen watergangen in vakken die voor beide beheerders voldoen.

8 B. Kant water Vooraf: gemeente en waterschap markeren zoveel mogelijk watergangen waarvan al duidelijk is welke bronhouder water de beste kwaliteit heeft en waar dus geen datavergelijking nodig is. Nu eerst wat voorbeelden

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19 Beslisboom kant water Bij minder dan 15 cm afwijking worden de waterlijnen van de gemeente overgenomen. Hierbij worden punten vergeleken. De kademuren van de gemeente worden overgenomen. Waar een BAG-pand in het water staat wordt de BAG-geometrie gebruikt Bij afwijkingen van > 15 cm wordt de meest actuele lijn overgenomen. Als de actualiteit minder dan jaar uit elkaar ligt wordt gekeken gaat een terrestrische meting voor op een fotokwaliteit. Deze metadata moet uiteraard wel aanwezig en betrouwbaar zijn. De luchtfoto wordt als referentie gebruikt om beslissingen te nemen bij voorgaande punten. Afsluitlijnen van het waterschap worden overgenomen. Dit is nodig om alle vlakken van het waterschap terug te laten komen. Er is een koppeling nodig tussen provinciale vlak en waterschapvlak, bijv. door centerpunten van het waterschap af te nemen. AAN-perceelsgrenzen worden niet gebruikt bij het karteren van kant water.

20 Extra eisen aan assemblage
Zorg dat ook na assemblage de bronhouder een koppeling kan maken tussen zijn registratie en de nieuwe geometrie. Zorg dat vastgelegd is op grond waarvan een bepaalde geometrie gekozen is.

21 C. Insteek, vier belangen
Voor BGT van belang als begrenzing van ondersteunend waterdeel. Voor waterschap van belang als zichtbare grens, maar ook als juridische grens. Voor gemeente alleen van belang als er groenbeheer op plaats vindt, dus vanuit beheer in plaats vanuit topografie. Vaak niet of onvolledig in GBKN. Voor Economische Zaken is de insteek de grens van AAN-percelen, tenzij (a) de teelt tot aan kant water loopt of (b) er een teeltvrije strook is tussen insteek en AAN-perceel.

22 Topografie versus Beheer
BGT is gedefinieerd als topografisch bestand, maar de grote winst zit in het gelijktrekken van beheer-data (bijv. groenbeheervlakken van gemeente) aan de bgt-vlakken. Hiermee komen ook niet-zichtbare grenzen (vlakafsluiters) in de BGT. Bronhouders moeten accepteren dat “hun” vlak gesplitst kan worden omdat een (andere) beheerder dat nodig heeft.

23

24

25 En nu de weerbarstige praktijk
Een duidelijke insteek is geen probleem: neem over van waterschap en knip gemeentelijk groenbeheervlak in twee delen. Maar …. de insteek is vaak niet zo scherp in het landschap te zien.

26

27 Google Streetview op zelfde locatie

28

29 Beslisboom insteek A. Er is een verticale wand (kademuur etc.)
Er is geen ondersteunend waterdeel. Als het waterschap een insteek wil dan is dat geen onderdeel van de BGT. B. De insteek is duidelijk zichtbaar en voldoet aan de BGT eis (“de horizontale afstand tussen waterlijn en de bovenkant van een herkenbare insteek bedraagt 1m of meer”). Er wordt een ondersteunend waterdeel gekarteerd. Waar de gemeente beheerobjecten heeft kunnen deze waterdelen gesplitst worden, ook al is het waterschap bronhouder. AAN-percelen (afstand <1m) worden begrensd door insteek. C. De insteek is duidelijk zichtbaar maar voldoet niet aan de BGT eis. Gelijk aan B. Als beheerder het object nodig is en het is een topografisch object dan wordt de BGT-specificatie gelezen als “minimuminspanning”, waar van afgeweken mag worden omdat dit geen geweld aan de BGT doet.

30 D. De insteek is onduidelijk, maar er is wel een kant verharding (stedelijk).
Twee mogelijkheden: a. Er komt geen insteek, en ook geen ondersteunend waterdeel, maar wel een begroeid terreindeel. De insteek van het waterschap komt niet in de BGT terug, maar blijft ongewijzigd in hun legger. b. De insteek komt op de kant verharding te liggen. Er wordt een ondersteunend waterdeel gedefinieerd van kant water tot de kant verharding. Het waterschap vervangt zijn insteek door de nieuwe (dit heeft consequenties voor legger). De voorkeur van de gemeente gaat uit naar alternatief a. Er zal onderzocht moeten worden welke mogelijkheid het best aansluit bij de wensen van gemeente en waterschap en bij de definities/intenties van de BGT

31 E. De insteek is onduidelijk en er is geen kant verharding (landelijk).
Insteek van het waterschap wordt in principe gehandhaafd en begrensd ondersteunend waterdeel. Voor AAN-percelen (< 1m afstand) geldt dat de perceelgrens naar de insteek getrokken wordt, die immers nog altijd beter verdedigbaar is dan de AAN grens. Waar echter wel degelijk tot aan de kant water geteeld wordt (bij een heel flauw talud) zou de AAN-grens samen moeten vallen met kant water. Vermeden moet worden dat er en een insteek is en een kant water en een AAN-grens. F. Er is geen insteek Er wordt geen insteek bepaald en er komt geen ondersteunend waterdeel. Als het waterschap een insteek wil dan is dat geen onderdeel van de BGT. AAN-percelen (< 1m afstand) lopen tot aan kant water. De discussie is natuurlijk hoe je “duidelijk zichtbaar” definieert en wie dat gaat bepalen. Ook heeft de gemeente (“niet onnodig knippen in groenbeheervlakken”) een ander belang dan het ministerie van EZ (“perceelgrens mag nauwkeuriger, maar moet teeltgebied begrenzen”).

32 D. Steigers Eerst weer wat voorbeelden

33

34

35

36 Conclusies steigers Provincie, gemeente en waterschap karteren allemaal steigers BGT definieert alleen laad en los-steigers Beheerders willen ook andere steigers kunnen uitwisselen liefst via bgt/imgeo kanaal Data verschilt sterk per bronhouder qua volledigheid en kwaliteit.

37 Bijhouding Bijhouding van het water kan niet los worden gezien van bijhouding van de omliggende topografie. De bijhouding vindt gezamenlijk plaats. Nadat een project is opgeleverd wordt de gewijzigde situatie ingemeten. Zowel de data die van belang is voor de gemeente (kant water) als de data die van belang is voor het waterschap (kant water, insteek) worden gemeten. Dus in eerste instantie terrestrische meting, de luchtfoto wordt gebruikt voor volledigheidscontrole achteraf. In landelijk gebied kan hiervan afgeweken worden.


Download ppt "Vuistregels bij Assemblage"

Verwante presentaties


Ads door Google