De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Voeren en Verzorgen Blok 1 Les 3 Niveau 2.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Voeren en Verzorgen Blok 1 Les 3 Niveau 2."— Transcript van de presentatie:

1 Voeren en Verzorgen Blok 1 Les 3 Niveau 2

2 Les van vorige week Verschillende type eters Voersoorten
Spijsvertering Gebit Andere uiterlijke verschillen tussen diersoorten Voersoorten Rasgroepen 3 t/m 6 van de hond Opdracht encyclopedie

3 Kijk regelmatig op de wikiwijs!
Wikiwijs arrangement:

4 Wat gaan we deze week doen?
Voedselbehoefte + opdracht Rasgroep 7 t/m 10 Kahoot  rassenkennis Werken aan de encyclopedie

5 Even een stukje herhalen van vorige week

6 Voeding Voer Water Droge stof Organische stoffen Koolhydraten Eiwitten
Vetten Anorganische stoffen Mineralen Zouten Voeding

7

8 Wat is belangrijk bij het bepalen van de voerhoeveelheid?

9 Voedingsbehoefte van dieren
Bij voeren is de hoeveelheid voer afhankelijk van meerdere factoren, zoals: Diersoort Ras Leeftijd Geslacht Gewicht Algemene conditie Activiteit

10 Voeren - Diersoortafhankelijk
Verschillen in eetgedrag tussen soorten Paarden en honden kunnen zich overeten Kippen kunnen zich niet overeten Sommige dieren kunnen beter maat houden dan andere dieren!

11 Voeren - Rasafhankelijk
Rassen zijn gebonden aan een bepaalde bouw en lichaamsgrootte en hebben daarnaast nog specifieke eigenschappen qua vacht of misschien rasgebonden aandoeningen.

12 Voeren - Leeftijdsafhankelijk
Jong dier Een dier in de groei heeft meer bouwstoffen nodig dan een volwassen dier voor de ontwikkeling van verschillende weefsels, botgroei, enz. De groeiprocessen vergen veel energie dus ook voor de energiebehoefte is groot. Ouder dier Een oud dier is over het algemeen minder actief en verliest spiermassa. Aanpassingen zoals minder energie is het voer is wenselijk.

13 Voeren - Geslachtafhankelijk
De voedingsbehoefte tussen een mannelijk en een vrouwelijk dier kan verschillen. Bij mensen zit hier ook een verschil tussen. De stofwisseling van een dier is langzamer na castratie. Hierdoor neemt de kans op dik worden toe.

14 Voeren - Gewichtsafhankelijk
De meeste volwassen dieren hebben een min of meer constant lichaamsgewicht. energieopname = energieverbruik Als het dier teveel eten krijgt en onvoldoende beweegt zal ook zijn gewicht toenemen. Over het algemeen is het zo dat zwaardere dieren meer voedsel nodig hebben om hun gewicht in stand te houden. Ook lichaamsbouw en stofwisseling is van invloed op de energiebehoefte.

15 BCS – Body Condition Score

16 Voeren – Algehele conditie
Zieke dieren kunnen voor het herstel van het lichaam extra behoefte hebben aan bepaalde voedingsstoffen. Voortplanting en lactatie (melkgift) vergen veel van het moederdier en de voerbehoefte neemt daardoor sterk toe. Als dierverzorger let je dus op de algehele conditie van het dier en pas daarop het voedselaanbod aan.

17 Voeren - Activiteit Hoe actiever het dier, des te meer energie het zal verbruiken. Een actief dier heeft meer behoefte aan een hoogwaardig voer boven de standaardnorm. Standaardnorm = wat een dier onder normale activiteit nodig heeft Als het dier extra arbeid moet verrichten, dan moet je hier het aanbod op aanpassen.

18 Opdracht 1 les 3 Wikiwijs arrangement:

19 Huiswerk voor volgende week
Werk aan de encyclopedie!! Moet op 18 november ingeleverd worden op ELO Leer de rasgroepen en de rassen die je moet kennen Volgende week laatste les!


Download ppt "Voeren en Verzorgen Blok 1 Les 3 Niveau 2."

Verwante presentaties


Ads door Google