Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Het schrijven van een kaart
2
Nieuwe woorden: De envelop De brief De kaart sturen De postzegel
Gefeliciteerd Gecondoleerd Van harte Beterschap De geboorte Het huwelijk / trouwen Het overlijden
3
De envelop Op de envelop staat de persoon voor wie de kaart is
Op de envelop staat het adres (straat, huisnummer, postcode, woonplaats) Op de envelop zit een postzegel
4
De brief In de envelop zit een brief.
Een brief begint met ‘hallo’ of ‘hoi’ Een brief eindigt met ‘groetjes’ of ‘dag’ en jouw naam. beginnen en eindigen
5
Voorbeeld: kaartje
6
De kaart De kaart zit in de envelop
Je stuurt een kaart als iemand jarig is, ziek is, gaat trouwen of als iemand overleden is. In de kaart schrijf je iets voor iemand Je begint met ‘hallo’ of ‘hoi’ Je eindigt met ‘groetjes’ of ‘dag’ en jouw naam
7
Valentijnskaart Je bent verliefd op iemand. Je stuurt een kaart voor Valentijn. Je kan je naam er op schrijven, maar het moet niet.
8
Gefeliciteerd! Iemand is jarig. Je stuurt een kaart met ‘Gefeliciteerd!’ of ‘Van harte!’
9
Gecondoleerd Iemand is overleden (dood). Je stuurt een kaartje met ‘gecondoleerd’. Overlijden - overleden
10
Beterschap Iemand is ziek. Je stuurt een kaart met ‘beterschap’.
11
Geboorte Er is een baby geboren. Je stuurt een kaartje.
Je zegt ‘gefeliciteerd’ of ‘van harte’ Van harte met de geboorte van jullie zoon! Gefeliciteerd met de geboorte van jullie dochter!
12
Het huwelijk Twee mensen trouwen, je stuurt een kaart.
Je zegt ‘gefeliciteerd’, ‘van harte’ of ‘hoera!’
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.