VWO 6 Wiskunde C – les 1 Meneer Ypma.

Presentatie over: "VWO 6 Wiskunde C – les 1 Meneer Ypma."— Transcript van de presentatie:

1 VWO 6 Wiskunde C – les 1 Meneer Ypma

2 Vandaag Voorstellen Dagopening Over hoofdstuk / jaar
Strategie: Wegstrepen Redeneren Ongeveer 10 minuten 15 minuten samen oplossen 15 minuten individueel oplossen Laatste stuk van de les

3 Over hoofdstuk / jaar Iedere les doen we ongeveer 10 opgaven. --> Rond het einde van dit jaar klaar met stof. Veel tijd voor herhalen. Iedere les: stukje uitleg 20 minuten zelfstandig werken (waarvan je 5 minuten samen met mij de sommen van de vorige keer nabespreekt). Bespreken + mogelijk nog een stukje uitleg. Meer tijd om sommen te maken (soms ook gezamenlijk) Belangrijk: Zorg dat je altijd je spullen bij je hebt (tip: a4-schrift!).

4 Strategie: wegstrepen

5 Strategie: wegstrepen
Stap 1: Schrijf alle mogelijkheden op

6 Strategie: wegstrepen
Stap 1: Schrijf alle mogelijkheden op Hoe weet ik zeker dat ik alles heb?

7 Strategie: wegstrepen
Stap 1: Schrijf alle mogelijkheden op Stap 2: Wegstrepen! want de appel zit niet in blauw.

8 Strategie: wegstrepen
Stap 1: Schrijf alle mogelijkheden op Stap 2: Wegstrepen! want de appel zit niet in blauw of groen.

9 Strategie: wegstrepen
Stap 1: Schrijf alle mogelijkheden op Stap 2: Wegstrepen! want de appel zit niet in blauw of groen. De onderste optie valt weg, omdat de reep chocola niet in blauw of rood zit.

10 Strategie: wegstrepen
Stap 1: Schrijf alle mogelijkheden op Stap 2: Wegstrepen! want de appel zit niet in blauw of groen. Stap 3: Conclusie De onderste optie valt weg, omdat de reep chocola niet in blauw of rood zit. De groene doos is leeg.

11 Opgave 1 (samen) Daniëlle, Hadley en Tobias staan achter elkaar en hebben elk een rood of blauw muntje vast. Niemand kan zijn eigen muntje zien. Daniëlle kan de muntjes van Hadley en Tobias zien en Hadley kan het muntje van Tobias zien. Stap 1: Welke opties zijn er? We weten nog niet de opgave, maar kunnen al wel zeggen welke opties er zijn.

12 Opgave 1 (samen) Daniëlle, Hadley en Tobias staan achter elkaar en hebben elk een rood of blauw muntje vast. Niemand kan zijn eigen muntje zien. Daniëlle kan de muntjes van Hadley en Tobias zien en Hadley kan het muntje van Tobias zien. Stap 1: Welke opties zijn er?

13 Opgave 1 (samen) Daniëlle, Hadley en Tobias staan achter elkaar en hebben elk een rood of blauw muntje vast. Niemand kan zijn eigen muntje zien. Daniëlle kan de muntjes van Hadley en Tobias zien en Hadley kan het muntje van Tobias zien. Ze weten bovendien dat er minstens één blauw muntje is. Stap 2: Wegstrepen!

14 Opgave 1 (samen) Daniëlle, Hadley en Tobias staan achter elkaar en hebben elk een rood of blauw muntje vast. Niemand kan zijn eigen muntje zien. Daniëlle kan de muntjes van Hadley en Tobias zien en Hadley kan het muntje van Tobias zien. Ze weten bovendien dat er minstens één blauw muntje is. Daniëlle: welk kleur muntje heb jij nu vast? BRR Stap 2: Wegstrepen!

15 Opgave 1 (samen) Daniëlle, Hadley en Tobias staan achter elkaar en hebben elk een rood of blauw muntje vast. Niemand kan zijn eigen muntje zien. Daniëlle kan de muntjes van Hadley en Tobias zien en Hadley kan het muntje van Tobias zien. Ze weten bovendien dat er minstens één blauw muntje is. Daniëlle: welk kleur muntje heb jij nu vast? Stap 2: Wegstrepen! Als Daniëlle nu Rood-Rood ziet, is de enige optie dat ze zelf een blauwe hoed op heeft.

16 Opgave 1 (samen) Daniëlle, Hadley en Tobias staan achter elkaar en hebben elk een rood of blauw muntje vast. Niemand kan zijn eigen muntje zien. Daniëlle kan de muntjes van Hadley en Tobias zien en Hadley kan het muntje van Tobias zien. Ze weten bovendien dat er minstens één blauw muntje is. Daniëlle: welk kleur muntje heb jij nu vast? Daniëlle zegt `ik weet het niet’ BRB Stap 2: Wegstrepen! Tobias, welke optie kun jij nu wegstrepen?

17 Opgave 1 (samen) Daniëlle, Hadley en Tobias staan achter elkaar en hebben elk een rood of blauw muntje vast. Niemand kan zijn eigen muntje zien. Daniëlle kan de muntjes van Hadley en Tobias zien en Hadley kan het muntje van Tobias zien. Ze weten bovendien dat er minstens één blauw muntje is. Daniëlle: welk kleur muntje heb jij nu vast? Daniëlle zegt `ik weet het niet’ Stap 2: Wegstrepen! Tobias, welke optie kun jij nu wegstrepen?

18 Opgave 1 (samen) Daniëlle, Hadley en Tobias staan achter elkaar en hebben elk een rood of blauw muntje vast. Niemand kan zijn eigen muntje zien. Daniëlle kan de muntjes van Hadley en Tobias zien en Hadley kan het muntje van Tobias zien. Ze weten bovendien dat er minstens één blauw muntje is. Daniëlle: welk kleur muntje heb jij nu vast? Daniëlle zegt `ik weet het niet’ Hadley, welk fiche heb jij nu vast? Stap 2: Wegstrepen!

19 Opgave 1 (samen) Daniëlle, Hadley en Tobias staan achter elkaar en hebben elk een rood of blauw muntje vast. Niemand kan zijn eigen muntje zien. Daniëlle kan de muntjes van Hadley en Tobias zien en Hadley kan het muntje van Tobias zien. Ze weten bovendien dat er minstens één blauw muntje is. Daniëlle: welk kleur muntje heb jij nu vast? Daniëlle zegt `ik weet het niet’ Hadley, welk fiche heb jij nu vast? Hadley zegt `ik weet het niet’ Stap 2: Wegstrepen!

20 Opgave 1 (samen) Daniëlle, Hadley en Tobias staan achter elkaar en hebben elk een rood of blauw muntje vast. Niemand kan zijn eigen muntje zien. Daniëlle kan de muntjes van Hadley en Tobias zien en Hadley kan het muntje van Tobias zien. Ze weten bovendien dat er minstens één blauw muntje is. Daniëlle: welk kleur muntje heb jij nu vast? Daniëlle zegt `ik weet het niet’ Hadley, welk fiche heb jij nu vast? Hadley zegt `ik weet het niet’ Stap 2: Wegstrepen! Tobias, welk fiche heb jij nu vast?

21 Maken 12.1 opgave 6 12.1 opgave 2 Voorkennis opgave 1-2
Stap 1: Schrijf alle mogelijkheden op Stap 2: Wegstrepen! want de appel zit niet in blauw of groen. Stap 3: Conclusie De onderste optie valt weg, omdat de reep chocola niet in blauw of rood zit. De groene doos is leeg.

22 Opgave 6 Stap 1: Alle opties opschrijven

23 Opgave 6 Stap 2: Wegstrepen

24 Opgave 6 Stap 3: Strategie bedenken

25 Redeneren Soms te veel opties om alles op te willen schrijven.
Redeneer, zodat minder opties over!

26 Redeneren Soms te veel opties om alles op te willen schrijven.
Redeneer, zodat minder opties over! En daarna weer wegstrepen

27 Nu Als tijd: opgave 7 & 8 gezamenlijk
Anders huiswerk: Voorkennis 1 & Opgave 4, 5 & 9 Kijk naar opgave 7 & 8 en denk hier over na. We gaan deze in de volgende les zelf spelen.