Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdLennert Driessen Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
Wat is genetica? (hfdst 1 van ELF)
Fokkerij Wat is genetica? (hfdst 1 van ELF)
2
GENETICA Erfelijke aanleg (50% genen vader/50%genen moeder)
Genotype: genen Invloed milieu Fenotype = genotype + milieu (omgeving) Voorbeeld fenotype: lengte Milieu: voeding Genotype: de genen van de ouders
4
Opdracht Bedenk in 2-tallen 3 voorbeelden hoe in de veehouderijpraktijk het milieu een positieve of negatieve invloed kan hebben op het fenotype. Schrijf deze voorbeelden op. We bespreken de voorbeelden klassikaal.
5
DNA Het totaal aan erfelijk materiaal Opgeslagen in celkern
Samensmelting eicel/spermacel ouders Genen van beide ouders (50/50) DNA b.v. karakter en lichamelijke eigenschappen
6
CHROMOSOMEN DNA opgedeeld in chromosomen Elke diersoort vast aantal
Afwijkend aantal kan problemen geven Chromosomen vormen paren Elke chromosoom komt 2x voor Geslachtschromosomen: X & Y Hierop liggen genen die geslachtskenmerken bepalen XY; man XX; vrouw
7
GENEN EN ALLELEN Gen: stukje DNA wat een kenmerk beïnvloedt
Elke gen komt 2x voor (op ieder chromosoom) Genen van een genenpaar kunnen van elkaar afwijken De afzonderlijke genen van 1 genenpaar heten de allelen Iedereen heeft een genenpaar voor oogkleur maar het allel bepaalt de daadwerkelijke kleur
8
GENEN EN ALLELEN Homozygoot: beide allelen van vader en van moeder gelijk (bijv. beide zwartbont) Heterozygoot: beide allelen van een gen verschillen (zwartbont en roodbont) Dominant allel: overheersende allel dat een bepaalde kenmerk bepaalt Recessieve allel: onderdrukte allel
9
Waarom volle broers niet genetisch gelijk?
Erfelijke aanleg volle broers/zussen niet hetzelfde door: 1. Veranderingen op het DNA (mutatie) 2. Vorming van de geslachtscellen 3. Combinatie van geslachtscellen
10
1. Veranderingen op het DNA
Stille mutatie verandering ‘letters’ DNA; geen effect expressie Lethale mutaties: dodelijk (voor geboorte) Functionele mutaties leiden tot andere expressie positief, negatief of neutraal
11
2. De vorming van geslachtscellen
Chromosomenpaar gesplitst Uitwisseling van genen nog op het laatste moment: crossing over Gebeurt elke keer anders, dus volle broers en zussen zijn nooit hetzelfde
12
3.Combinatie van geslachtscellen
Geslachtscel: ½ genetisch materiaal per ouder Bij heterozygote kenmerken: 2 verschillende allelen 2 verschillende geslachtscellen Uit 2 heterozygote dieren: 1 homozygoot dier Mogelijk probleem bij overerving door zichtbaar worden van negatieve recessieve kenmerken
14
GENEN EN KENMERKEN Monogene kenmerken: kenmerken die door 1 genenpaar bepaald worden Erfelijke afwijkingen Haarkleur Polygene kenmerken: kenmerken die door meerdere genenparen bepaald worden Snelheid, vruchtbaarheid, melkproductie Vererving heet intermediair (ertussenin)
15
Vragen Maak de vragen 1 t/m 5 van vragen hoofdstuk 1 ELF
16
Genetische variatie Genetische variatie in populatie afhankelijk van:
Welke allelen aanwezig Verhouding van die allelen Genetische variatie te meten door fenotypische variatie (=variatie die je ziet) Bergpatroon: ontstaat bij het op volgorde zetten van dieren a.d.h.v. een kenmerk
18
Vragen Maak de vragen 6 en 7 van hoofdstuk 1 ELF
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.