De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Ondersteuning in de praktijk

Verwante presentaties


Presentatie over: "Ondersteuning in de praktijk"— Transcript van de presentatie:

1 Ondersteuning in de praktijk
Gehechtheid, emotionele ontwikkeling en EE

2 Gehechtheid ? WAT IS GEHECHTHEID???

3

4 Gehechtheid Gehechtheid speelt een belangrijke rol in het leven van ieder mens! Gehechtheid is een biologisch bepaalde geneigdheid bij kinderen om de nabijheid van een specifiek persoon te zoeken in situaties van stress.

5 Gehechtheid Gehechtheid speelt een belangrijke rol in het leven van ieder mens. Gehechtheid is een biologisch bepaalde geneigdheid bij kinderen om de nabijheid van een specifiek persoon te zoeken in situaties van stress. Gehechtheidsgedrag is een wisselwerking tussen het kind en de volwassene (twee richtingen dus).

6 Veilige gehechtheid Een veilige gehechtheid zorgt voor basisveiligheid. Dat is het fundament voor een gezonde sociaal-emotionele ontwikkeling. Er is dan sprake van basisvertrouwen.

7 Veilige gehechtheid Een veilige gehechtheid zorgt voor basisveiligheid. Dat is het fundament voor een gezonde sociaal-emotionele ontwikkeling. Er is dan sprake van basisvertrouwen. Hoe werkt hechting? Als een baby na de geboorte honger krijgt, krijgt het een onaangenaam gevoel. De baby maakt dit kenbaar door huilen. Zodra de moeder voedt, verdwijnt het onaangename gevoel langzaamaan weer. De baby is nu ontspannen en voelt zich veilig. Bij een natte luier, herhaalt zich dit. De ouder hoort de baby huilen en verschoont de luier. Langzaamaan ontstaat een gevoel van vertrouwen; hechting.

8 Een veilige gehechtheid zorgt voor basisveiligheid
Een veilige gehechtheid zorgt voor basisveiligheid. Dat is het fundament voor een gezonde sociaal-emotionele ontwikkeling. Er is dan sprake van basisvertrouwen. Hoe werkt hechting? Als een baby na de geboorte honger krijgt, krijgt het een onaangenaam gevoel. De baby maakt dit kenbaar door huilen. Zodra de moeder voedt, verdwijnt het onaangename gevoel langzaamaan weer. De baby is nu ontspannen en voelt zich veilig. Bij een natte luier, herhaalt zich dit. De ouder hoort de baby huilen en verschoont de luier. Langzaamaan ontstaat een gevoel van vertrouwen; hechting. Hierbij helpt het wanneer de ouder sensitief en responsief is. Gevoelig voor signalen en ingaan op de signalen van het kind. Responsief: vaak, snel en effectief reageren Sensitief: de signalen van het kind opmerken, ze juist interpreteren, weten hoe te reageren, willen en kunnen reageren, effectief reageren.

9 fasen

10 FASEN Belangrijk om te weten in welke gehechtheidsfase de cliënt is!
Dit verklaart gedrag, zoals bijvoorbeeld wanneer er sprake is van scheidingsangst

11 Onveilige gehechtheid
Bij veel mensen is het hechtingsproces niet goed verlopen. Er kan sprake zijn van een onveilige gehechtheid of zelfs van een hechtingsstoornis als gevolg hiervan, maar dat is niet altijd het geval. Een veilige gehechtheidsrelatie is op zichzelf geen noodzakelijke voorwaarde voor een gezonde psychische ontwikkeling, maar kan wel gezien worden als een belangrijke protectieve factor.

12 Gehechtheid VB Er is sprake is van een verhoogd risico op hechtingsproblematiek in de ontwikkeling van kinderen met een verstandelijke beperking.

13 Gehechtheid VB Er is sprake is van een verhoogd risico op hechtingsproblematiek in de ontwikkeling van kinderen met een verstandelijke beperking. Redenen: -Vertraagde ontwikkeling, ook gehechtheid verloopt vertraagd (mate van gehechtheid lager dan emotionele niveau)

14 Gehechtheid VB Er is sprake is van een verhoogd risico op hechtingsproblematiek in de ontwikkeling van kinderen met een verstandelijke beperking. Redenen: -Vertraagde ontwikkeling, ook gehechtheid verloopt vertraagd (mate van gehechtheid lager dan emotionele niveau) -Verwerkingsproblemen bij ouders, vaak slechte start

15 Gehechtheid VB Er is sprake is van een verhoogd risico op hechtingsproblematiek in de ontwikkeling van kinderen met een verstandelijke beperking. Redenen: -Vertraagde ontwikkeling, ook gehechtheid verloopt vertraagd (mate van gehechtheid lager dan emotionele niveau) -Verwerkingsproblemen bij ouders, vaak slechte start -Meer problematieken bij VB, onder meer psychische. Daardoor ook meer gehechtheidsproblematiek

16 Signalen van verstoorde gehechtheid
Herkennen van signalen Hoe herken je dit gedrag bij een volwassen cliënt?

17 Signalen van verstoorde gehechtheid
Herkennen van signalen Hoe herken je dit gedrag? Vechten –vluchten – bevriezen: Verstoorde gehechtheid Gezonde hechting -kwetsbaar -sociale situaties vermijden -op zijn hoede -moeite met aannemen van meningen etc -ongestructureerd en chaotisch -wisselende vriendschappen -minder kwetsbaar -sociale situaties aangaan -durft te ontdekken -staat open om te leren -meer structuur in het leven -vaste vrienden gehechtheidsproblematiek Agressie naar gehechtheidsfiguur – claimend gedrag – hevige angst – niet of weinig gewetensontwikkeling – geen basaal vertrouwen – overlevingsgedrag (schijnaanpassingen, zoals inwisselbare vriendschappen), behoefte aan veel aandacht.

18 Signalen van verstoorde gehechtheid
Herkennen van signalen Hoe herken je dit gedrag? Vechten –vluchten – bevriezen: Verstoorde gehechtheid Gezonde hechting -kwetsbaar -sociale situaties vermijden -op zijn hoede -moeite met aannemen van meningen etc -ongestructureerd en chaotisch -wisselende vriendschappen -minder kwetsbaar -sociale situaties aangaan -durft te ontdekken -staat open om te leren -meer structuur in het leven -vaste vrienden gehechtheidsproblematiek Agressie naar gehechtheidsfiguur – claimend gedrag – hevige angst – niet of weinig gewetensontwikkeling – geen basaal vertrouwen – overlevingsgedrag (schijnaanpassingen, zoals inwisselbare vriendschappen), behoefte aan veel aandacht.

19 Signalen van verstoorde gehechtheid
Herkennen van signalen Hoe herken je dit gedrag? Maak de test!

20 Emotionele ontwikkeling vs. gehechtheid
-Emotioneel niveau altijd lager dan IQ! -Gehechtheidsniveau altijd lager dan emotioneel niveau! Leeftijd IQ emotionele gehechtheid ontw.

21 Emotionele ontwikkeling
Het verschil tussen kunnen en aankunnen

22 Emotionele ontwikkeling: het verschil tussen kunnen en aankunnen
Wat is emotionele ontwikkeling: De emotionele ontwikkeling is een dynamisch proces vanaf de geboorte waarbij basisemoties uitgroeien tot een verfijnd gevoelsleven. Elke ontwikkelingsfase kent haar eigen specifieke ontwikkelingstaken waarin de persoon zich verder kan ontwikkelen. Mensen met een verstandelijke beperking maken dezelfde emotionele ontwikkelingsfasen door als mensen zonder verstandelijke beperking, maar er is een verschil in de duur en in het uiteindelijk te bereiken niveau. De emotionele ontwikkeling kan in alle fasen van de ontwikkeling geblokkeerd raken, terwijl ondertussen de ontwikkeling op andere gebieden gewoon door kan gaan (Došen, 2014). Om een cliënt te benaderen op het niveau dat bij hem past, is het noodzakelijk om een goed beeld te hebben van zijn emotionele ontwikkeling. Het verkeerd inschatten hiervan leidt tot overvraging dan wel onderstimulering.

23 Emotionele ontwikkeling: het verschil tussen kunnen en aankunnen
Wat is emotionele ontwikkeling: De emotionele ontwikkeling is een dynamisch proces vanaf de geboorte waarbij basisemoties uitgroeien tot een verfijnd gevoelsleven. Elke ontwikkelingsfase kent haar eigen specifieke ontwikkelingstaken waarin de persoon zich verder kan ontwikkelen. Mensen met een verstandelijke beperking maken dezelfde emotionele ontwikkelingsfasen door als mensen zonder verstandelijke beperking, maar er is een verschil in de duur en in het uiteindelijk te bereiken niveau. De emotionele ontwikkeling kan in alle fasen van de ontwikkeling geblokkeerd raken, terwijl ondertussen de ontwikkeling op andere gebieden gewoon door kan gaan (Došen, 2014). Om een cliënt te benaderen op het niveau dat bij hem past, is het noodzakelijk om een goed beeld te hebben van zijn emotionele ontwikkeling. Het verkeerd inschatten hiervan leidt tot overvraging dan wel onderstimulering.

24 Emotionele ontwikkeling: het verschil tussen kunnen en aankunnen
Wat is emotionele ontwikkeling: De emotionele ontwikkeling is een dynamisch proces vanaf de geboorte waarbij basisemoties uitgroeien tot een verfijnd gevoelsleven. Elke ontwikkelingsfase kent haar eigen specifieke ontwikkelingstaken waarin de persoon zich verder kan ontwikkelen. Mensen met een verstandelijke beperking maken dezelfde emotionele ontwikkelingsfasen door als mensen zonder verstandelijke beperking, maar er is een verschil in de duur en in het uiteindelijk te bereiken niveau. De emotionele ontwikkeling kan in alle fasen van de ontwikkeling geblokkeerd raken, terwijl ondertussen de ontwikkeling op andere gebieden gewoon door kan gaan (Došen, 2014). Om een cliënt te benaderen op het niveau dat bij hem past, is het noodzakelijk om een goed beeld te hebben van zijn emotionele ontwikkeling. Het verkeerd inschatten hiervan leidt tot overvraging dan wel onderstimulering.

25 Emotionele ontwikkeling: het verschil tussen kunnen en aankunnen
Niveaus SEO-R:   We kunnen de volgende fasen onderscheiden met een tijdsindicatie bij een normale ontwikkeling:  1. De Eerste Adaptatiefase: 0-6 maanden 2. De Eerste Socialisatiefase: 6-18 maanden (hier vindt gehechtheid plaats) 3. De Eerste Individuatiefase: maanden 4. De Eerste Identificatiefase: 3-7 jaar 5. Realiteitsbewustwording: 7-12 jaar

26 Emotionele ontwikkeling: het verschil tussen kunnen en aankunnen
Niveaus SEO-R : 1. De Eerste Adaptatiefase: 0-6 maanden; lust/onlust, beantwoorden primaire behoefte, balans tussen inspanning en ontspanning begeleiders zijn inwisselbaar. 2. De Eerste Socialisatiefase: 6-18 maanden; gehechtheid staat centraal, 'weg' is vaak nog echt 'weg', herinneren start met ontwikkelen, joint attention. 3. De Eerste Individuatiefase: maanden; eigen wil, gedrag is vaak impulsief, ruimte geven en begrenzen. 4. De Eerste Identificatiefase: 3-7 jaar; begin van deze fase nog geen intern geweten en egocentrisch, later in deze fase verlatingsangst(claimend gedrag) veel herhaling en uitleggen waarom. 5. Realiteitsbewustwording: 7-12 jaar; oorzaak gevolg en geweten zijn ontwikkelt, moeilijk om om t gaan met frustraties, zelfvertrouwen stimuleren.

27 Emotionele ontwikkeling: het verschil tussen kunnen en aankunnen
Niveaus SEO-R : 1. De Eerste Adaptatiefase: 0-6 maanden; lust/onlust, beantwoorden primaire behoefte, balans tussen inspanning en ontspanning begeleiders zijn inwisselbaar. 2. De Eerste Socialisatiefase: 6-18 maanden; gehechtheid staat centraal, 'weg' is vaak nog echt 'weg‘ 3. De Eerste Individuatiefase: maanden; eigen wil, gedrag is vaak impulsief, ruimte geven en begrenzen. 4. De Eerste Identificatiefase: 3-7 jaar; begin van deze fase nog geen intern geweten en egocentrisch, later in deze fase verlatingsangst(claimend gedrag) veel herhaling en uitleggen waarom. 5. Realiteitsbewustwording: 7-12 jaar; oorzaak gevolg en geweten zijn ontwikkelt, moeilijk om om t gaan met frustraties, zelfvertrouwen stimuleren.

28 Emotionele ontwikkeling: het verschil tussen kunnen en aankunnen
Niveaus SEO-R : 1. De Eerste Adaptatiefase: 0-6 maanden; lust/onlust, beantwoorden primaire behoefte, balans tussen inspanning en ontspanning begeleiders zijn inwisselbaar. 2. De Eerste Socialisatiefase: 6-18 maanden; gehechtheid staat centraal, 'weg' is vaak nog echt 'weg', herinneren start met ontwikkelen, joint attention. 3. De Eerste Individuatiefase: maanden; eigen wil, gedrag is vaak impulsief, ruimte geven en begrenzen. 4. De Eerste Identificatiefase: 3-7 jaar; begin van deze fase nog geen intern geweten en egocentrisch, later in deze fase verlatingsangst(claimend gedrag) veel herhaling en uitleggen waarom. 5. Realiteitsbewustwording: 7-12 jaar; oorzaak gevolg en geweten zijn ontwikkelt, moeilijk om om t gaan met frustraties, zelfvertrouwen stimuleren.

29 Emotionele ontwikkeling: het verschil tussen kunnen en aankunnen
Niveaus SEO-R : 1. De Eerste Adaptatiefase: 0-6 maanden; lust/onlust, beantwoorden primaire behoefte, balans tussen inspanning en ontspanning begeleiders zijn inwisselbaar. 2. De Eerste Socialisatiefase: 6-18 maanden; gehechtheid staat centraal, 'weg' is vaak nog echt 'weg', herinneren start met ontwikkelen, joint attention. 3. De Eerste Individuatiefase: maanden; eigen wil, gedrag is vaak impulsief, ruimte geven en begrenzen. 4. De Eerste Identificatiefase: 3-7 jaar; begin van deze fase nog geen intern geweten en egocentrisch, veel herhaling en uitleggen waarom. 5. Realiteitsbewustwording: 7-12 jaar; oorzaak gevolg en geweten zijn ontwikkelt, moeilijk om om t gaan met frustraties, zelfvertrouwen stimuleren.

30 Emotionele ontwikkeling: het verschil tussen kunnen en aankunnen
Niveaus SEO-R : 1. De Eerste Adaptatiefase: 0-6 maanden; lust/onlust, beantwoorden primaire behoefte, balans tussen inspanning en ontspanning begeleiders zijn inwisselbaar. 2. De Eerste Socialisatiefase: 6-18 maanden; gehechtheid staat centraal, 'weg' is vaak nog echt 'weg', herinneren start met ontwikkelen, joint attention. 3. De Eerste Individuatiefase: maanden; eigen wil, gedrag is vaak impulsief, ruimte geven en begrenzen. 4. De Eerste Identificatiefase: 3-7 jaar; begin van deze fase nog geen intern geweten en egocentrisch, later in deze fase verlatingsangst(claimend gedrag) veel herhaling en uitleggen waarom. 5. Realiteitsbewustwording: 7-12 jaar; oorzaak gevolg en geweten zijn ontwikkelt, moeilijk om om t gaan met frustraties, zelfvertrouwen stimuleren. Deze fase kom je niet vaak tegen!

31 Emotionele ontwikkeling: het verschil tussen kunnen en aankunnen
Casus bij de (eerste individuatie) fase: Niveaus SEO-R : 1. De Eerste Adaptatiefase: 0-6 maanden; lust/onlust, beantwoorden primaire behoefte, balans tussen inspanning en ontspanning begeleiders zijn inwisselbaar. 2. De Eerste Socialisatiefase: 6-18 maanden; gehechtheid staat centraal, 'weg' is vaak nog echt 'weg', herinneren start met ontwikkelen, joint attention. 3. De Eerste Individuatiefase: maanden; eigen wil, gedrag is vaak impulsief, ruimte geven en begrenzen. 4. De Eerste Identificatiefase: 3-7 jaar; begin van deze fase nog geen intern geweten en egocentrisch, later in deze fase verlatingsangst(claimend gedrag) veel herhaling en uitleggen waarom. 5. Realiteitsbewustwording: 7-12 jaar; oorzaak gevolg en geweten zijn ontwikkelt, moeilijk om om t gaan met frustraties, zelfvertrouwen stimuleren.

32 Emotionele ontwikkeling: het verschil tussen kunnen en aankunnen
Casus bij deze (eerste individuatie) fase: Paul is een jongeman met een lichte verstandelijke beperking. Paul heeft geen inzicht in zijn beperking en kan voor zijn gevoel de hele wereld aan. Paul heeft grootse toekomstdromen, waarin een goede baan, een eigen huis, een vrouw en kinderen voorkomen. Paul heeft vaak een grote mond tegen begeleiders, omdat hij vindt dat ze hem betuttelen. Hij is tenslotte al 20! Wanneer de begeleiders hem dingen zelf laten doen, lopen de spanningen vaak op. Volgens Paul ligt het dan altijd aan de ander of aan het materiaal. Hij (over)ziet de gevolgen van zijn eigen gedrag niet. Paul functioneert emotioneel in de eerste individuatiefase. Hij wil alles zelf doen en overschat en overschreeuwt zichzelf enorm. Hierdoor ontstaan boze buien, waarvan anderen de schuld krijgen. Het lukt hem niet om zelf uit zo’n boze bui te komen. Wanneer een begeleider of zijn ouders niets met die emoties doen, blijft hij er lang in hangen. Wanneer dan na een paar dagen aan hem gevraagd wordt waarom hij zo boos deed, weet hij het vaak zelf niet meer. Paul is wel in staat zichzelf te vermaken in zijn eigen appartement, maar doet dan altijd dezelfde dingen. Hij kan daarbij ook een langer contactlijntje met begeleiders aan; hij heeft het niet nodig dat ze continu bij hem komen kijken. Wanneer Paul naar een voor hem nieuwe omgeving gaat waar hij de mensen niet kent, neemt hij altijd een knuffeltje mee. Volgens hem is dit niet kinderachtig, maar geeft de knuffel hem geluk. Dit knuffeltje is zijn transitionele object: het is een plaatsvervangend object voor de veilige ander. Met dit voorwerp kan hij het aan om in een onbekende situatie zonder een vertrouwd persoon te zijn. De veiligheid wordt dan uit het voorwerp gehaald.

33 Emotionele ontwikkeling: het verschil tussen kunnen en aankunnen
Casus bij deze (eerste individuatie) fase: Paul is een jongeman met een lichte verstandelijke beperking. Paul heeft geen inzicht in zijn beperking en kan voor zijn gevoel de hele wereld aan. Paul heeft grootse toekomstdromen, waarin een goede baan, een eigen huis, een vrouw en kinderen voorkomen. Paul heeft vaak een grote mond tegen begeleiders, omdat hij vindt dat ze hem betuttelen. Hij is tenslotte al 20! Wanneer de begeleiders hem dingen zelf laten doen, lopen de spanningen vaak op. Volgens Paul ligt het dan altijd aan de ander of aan het materiaal. Hij (over)ziet de gevolgen van zijn eigen gedrag niet. Paul functioneert emotioneel in de eerste individuatiefase. Hij wil alles zelf doen en overschat en overschreeuwt zichzelf enorm. Hierdoor ontstaan boze buien, waarvan anderen de schuld krijgen. Het lukt hem niet om zelf uit zo’n boze bui te komen. Wanneer een begeleider of zijn ouders niets met die emoties doen, blijft hij er lang in hangen. Wanneer dan na een paar dagen aan hem gevraagd wordt waarom hij zo boos deed, weet hij het vaak zelf niet meer. Paul is wel in staat zichzelf te vermaken in zijn eigen appartement, maar doet dan altijd dezelfde dingen. Hij kan daarbij ook een langer contactlijntje met begeleiders aan; hij heeft het niet nodig dat ze continu bij hem komen kijken. Wanneer Paul naar een voor hem nieuwe omgeving gaat waar hij de mensen niet kent, neemt hij altijd een knuffeltje mee. Volgens hem is dit niet kinderachtig, maar geeft de knuffel hem geluk. Dit knuffeltje is zijn transitionele object: het is een plaatsvervangend object voor de veilige ander. Met dit voorwerp kan hij het aan om in een onbekende situatie zonder een vertrouwd persoon te zijn. De veiligheid wordt dan uit het voorwerp gehaald.

34 Emotionele ontwikkeling: het verschil tussen kunnen en aankunnen
Casus bij deze (eerste individuatie) fase: Paul is een jongeman met een lichte verstandelijke beperking. Paul heeft geen inzicht in zijn beperking en kan voor zijn gevoel de hele wereld aan. Paul heeft grootse toekomstdromen, waarin een goede baan, een eigen huis, een vrouw en kinderen voorkomen. Paul heeft vaak een grote mond tegen begeleiders, omdat hij vindt dat ze hem betuttelen. Hij is tenslotte al 20! Wanneer de begeleiders hem dingen zelf laten doen, lopen de spanningen vaak op. Volgens Paul ligt het dan altijd aan de ander of aan het materiaal. Hij (over)ziet de gevolgen van zijn eigen gedrag niet. Paul functioneert emotioneel in de eerste individuatiefase. Hij wil alles zelf doen en overschat en overschreeuwt zichzelf enorm. Hierdoor ontstaan boze buien, waarvan anderen de schuld krijgen. Het lukt hem niet om zelf uit zo’n boze bui te komen. Wanneer een begeleider of zijn ouders niets met die emoties doen, blijft hij er lang in hangen. Wanneer dan na een paar dagen aan hem gevraagd wordt waarom hij zo boos deed, weet hij het vaak zelf niet meer. Paul is wel in staat zichzelf te vermaken in zijn eigen appartement, maar doet dan altijd dezelfde dingen. Hij kan daarbij ook een langer contactlijntje met begeleiders aan; hij heeft het niet nodig dat ze continu bij hem komen kijken. Wanneer Paul naar een voor hem nieuwe omgeving gaat waar hij de mensen niet kent, neemt hij altijd een knuffeltje mee. Volgens hem is dit niet kinderachtig, maar geeft de knuffel hem geluk. Dit knuffeltje is zijn transitionele object: het is een plaatsvervangend object voor de veilige ander. Met dit voorwerp kan hij het aan om in een onbekende situatie zonder een vertrouwd persoon te zijn. De veiligheid wordt dan uit het voorwerp gehaald.

35 Rol van emotie Gedrag van cliënt roept emotie op
Emotie roept neiging tot specifiek gedrag op Emotie roept neiging tot specifiek gedrag op Client die kantoor komt binnenwandelen, boos, bozer boost grapje-> verantwoordiging-> boos->boosheid/angst ->nou en?-> Gedrag begeleider roept emotie cliënt op

36 Expressed Emotion De mate van EE komt naar voren in:
Directe omgang met cliënt Dagelijkse rapportage Mondelinge overdracht Team Teamvergaderingen

37

38 Hoge EE: Meten = weten!

39 Lage EE: Meten = weten!

40

41

42 UITLEG EE-ZELFTEST Download de EE-zelftest gratis!

43 OEFENING: Vul de test voor jezelf in
10 minuten….

44 nabespreking Wat zegt de uitslag over jou? Kun je je hierin herkennen?
Welke sterke punten komen naar voren? Welke zwakke punten komen naar voren? Welke leerdoelen kun je benoemen? Hoe kun je deze test op je werk inzetten?


Download ppt "Ondersteuning in de praktijk"

Verwante presentaties


Ads door Google