Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdKarolien van der Wal Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
Delend lidwoord l'article partitif
2
l'article partitif Als er in het Nederlands géén lidwoord of géén getal voor het zelfstandig naamwoord staat, komt er in het Frans een delend lidwoord (du, de la, de l' of des) vóór het zelfstandig naamwoord.
3
onbekend aantal / onbekende hoeveelheid
du, de la, de l', des vertaal je niet in het Nederlands als het om een onbekend aantal of om een onbekende hoeveelheid gaat. 1. Du pain Brood 2. De la bière Bier 3. De l’ argent Geld 4. Des oranges Sinaasappelen
4
Praktische regel Geen lidwoord in het Nederlands? Dan een delend lidwoord in het Frans!
5
gebruik DU: staat voor een mannelijk woord.
Ils mangent du pain Ze eten brood DE LA: staat voor een vrouwelijk woord. Tu veux de la salade? Wil je sla? DE L’: staat voor een woord dat met een klinker/stomme H begint. Je bois de l‘ eau Ik drink water. DES: staat voor een woord dat in het meervoud Il y a des tomates Er zijn tomaten.
6
Let op Geen delend lidwoord
7
Geen delend lidwoord maar de/d’
Na een ontkenning : de of d’ Na een hoeveelheidswoord: de of d’ Tu ne manges pas de viande. Jij eet geen vlees. Je ne bois pas d'eau. Ik drink geen water. Un kilo de fromage Een kilo kaas Une bouteille d'eau Een fles water Beaucoup d’étages Veel verdiepingen
8
Geen delend lidwoord maar le, la, l’ of les
Na de werkwoorden aimer, adorer, préférer en détester Je déteste le coca Ik heb een hekel aan cola. Je préfère la salade. Ik heb liever sla. J'aime l'eau minérale. Ik houd van mineraalwater. J'adore les fruits. Ik ben dol op fruit.
9
Geen delend lidwoord Na een telwoord Je voudrais deux baguettes.
Ik wil graag twee stokbroden.
10
oEFENEN Extra uitleg op schoolwise
11
FIN
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.