Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Hoe schrijf ik dat woord?
Kijk en luister goed voordat je gaat schrijven!
2
Wat ga je oefenen? Je hoort sr en je schrijft schr. Je hoort gt maar je schrijft cht. Het zijn klankwoorden. Je hoort geen verschil tussen de ch en g. Het zijn weetwoorden.
3
Je hoort sr en je schrijft schr. Luister goed naar de woorden.
klankwoorden Je hoort sr en je schrijft schr. Luister goed naar de woorden.
4
klankwoord weetwoord regelwoord
Luister goed naar het woord. Dit is een …………….. schroef Vertel waar je op moet letten bij dit woord.
5
klankwoord weetwoord regelwoord
Luister goed naar het woord. Deze bus komt bij ons voor de …. Het is een ………………. schoolbus klankwoord weetwoord regelwoord Vertel waar je op moet letten bij dit woord.
6
klankwoord weetwoord regelwoord
Luister goed naar het woord. Maak je dictee in je ……. schrift Vertel waar je op moet letten bij dit woord.
7
klankwoord weetwoord regelwoord
Luister goed naar het woord. Ik ……. me een hoedje! schrik Vertel waar je op moet letten bij dit woord.
8
klankwoord weetwoord regelwoord
Luister goed naar het woord. Zijn je handen ……….. schoon klankwoord weetwoord regelwoord Vertel waar je op moet letten bij dit woord.
9
klankwoord weetwoord regelwoord
Luister goed naar het woord. Deze toren staat wel erg….. scheef of schuin klankwoord weetwoord regelwoord Vertel waar je op moet letten bij dit woord.
10
klankwoord weetwoord regelwoord
Luister goed naar het woord. Oma …….. een appel. schilt Vertel waar je op moet letten bij dit woord.
11
klankwoord weetwoord regelwoord
Luister goed naar het woord. Wat ………. hij hard! schreeuwt klankwoord weetwoord regelwoord Vertel waar je op moet letten bij dit woord.
12
weetwoorden Je hoort geen verschil tussen de ch en g. Het zijn weetwoorden. Denk goed na voor je gaat schrijven.
13
klankwoord weetwoord regelwoord
Denk goed na. Ik l….. op de schoolfoto. Het gaat om ‘lachen’. lach klankwoord weetwoord regelwoord Vertel waar je op moet letten bij dit woord.
14
klankwoord weetwoord regelwoord
Denk goed na. Vanmorgen…… ik nog in bed. Het gaat om liggen. lag Vertel waar je op moet letten bij dit woord.
15
klankwoord weetwoord regelwoord
Denk goed na. Zij staan met p…. langs de weg. pech Vertel waar je op moet letten bij dit woord.
16
klankwoord weetwoord regelwoord
Denk goed na. Het vuur brand in de k……. kachel Vertel waar je op moet letten bij dit woord.
17
klankwoord weetwoord regelwoord
Denk goed na. Mijn vader scheert z…. elke dag. zich Vertel waar je op moet letten bij dit woord.
18
klankwoord weetwoord regelwoord
Denk goed na. Het is to…. gelukt! toch Vertel waar je op moet letten bij dit woord.
19
Luister goed naar de woorden.
klankwoorden Luister goed naar de woorden. Je hoort gt maar je schrijft cht.
20
klankwoord weetwoord regelwoord
Luister goed naar het woord. Wij doen mee met de speurto………. speurtocht Vertel waar je op moet letten bij dit woord.
21
klankwoord weetwoord regelwoord
Luister naar het woord. We houden een water……….. watergevecht Vertel waar je op moet letten bij dit woord.
22
klankwoord weetwoord regelwoord
Luister naar het woord. Hij …….. op zijn beurt. wacht Vertel waar je op moet letten bij dit woord.
23
klankwoord weetwoord regelwoord
Luister naar het woord. De koe ……. in het gras. Het gaat om liggen. ligt Vertel waar je op moet letten bij dit woord.
24
klankwoord weetwoord regelwoord
Luister naar het woord. Het wordt buiten al vroeg l….. Het gaat niet om liggen. licht Vertel waar je op moet letten bij dit woord.
25
klankwoord weetwoord regelwoord
Luister naar het woord. Het is midden in de n….. nacht Vertel waar je op moet letten bij dit woord.
26
klankwoord weetwoord regelwoord
Luister naar het woord. “Ik ben jarig” z….. zij. Het gaat over zeggen. zegt klankwoord weetwoord regelwoord Vertel waar je op moet letten bij dit woord.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.