Zondag 1 oktober morgendienst Voorganger: Ds. D. Hoolwerf

Presentatie over: "Zondag 1 oktober morgendienst Voorganger: Ds. D. Hoolwerf"— Transcript van de presentatie:

1 Zondag 1 oktober 2017 - morgendienst Voorganger: Ds. D. Hoolwerf
Welkom in deze dienst Zondag 1 oktober morgendienst Voorganger: Ds. D. Hoolwerf

2 Welkom en mededelingen

3 Psalm 122 – vers 1 Ik ben verblijd, wanneer men mij Godvruchtig opwekt: "Zie, wij staan Gereed, om naar Gods huis te gaan; Kom, ga met ons en doe als wij." Jeruzalem, dat ik bemin, Wij treden uwe poorten in; Daar staan, o Godsstad, onze voeten. Jeruzalem is wèl gebouwd, Wel saâmgevoegd: wie haar beschouwt, Zal haar voor 's Bouwheers kunstwerk groeten. 

4 Psalm 122 – vers 3 Dat vreed', en aangename rust, En milde zegen u verblij'; Dat welvaart in uw vesting zij, In uw paleizen vreugd' en lust. Om vriend en broed'ren spreek ik nu: "De vrede zij en blijv' in u; Nooit moet haar nijd of twist verkloeken; Om 's HEEREN huis, in u gebouwd, Waar onze God Zijn woning houdt, Zal ik het goede voor u zoeken." 

5 Stil gebed

6 Bemoediging en groet

7 Lied 3 (Weerklank)- vers 1
Hoor Israël, de Here, enig is onze God - Hem liefhebben, Hem eren is u het hoogst gebod! Gij zult uw God beminnen, Hem dienen, dag en nacht met hart en ziel en zinnen en met geheel uw kracht.

8 Lied 3 (Weerklank) – vers 2
Laat voor dit woord des Heren uw hart een woning zijn, laat kinderen het leren, vertel het groot en klein; gij zult erover spreken waar gij ook zit of staat, het worde taal en teken daar waar gij komt of gaat.

9 Wetslezing Avinoe Malkenoe

10 Psalm vers 3 God is groot; ik weet dat Hij Hoger is dan alle goôn; Onze God voert heerschappij; Hij beheerst van Zijnen troon Hemel, afgrond, zee en aard'; God is aller hulde waard. 

11 Psalm vers 11 Israëllers, looft al t' zaâm Uwen God, den God der eer; Loof, Aärons huis, Zijn naam; Huis van Levi, loof den HEER; Looft, gij allen, die Hem vreest, Looft Hem met verheugden geest. 

12 Psalm vers 12 Sion, loof met dankb're stem God, uw HEER, die eeuwig leeft, En het schoon Jeruzalem, Door Zijn woning luister geeft; Loof Hem, voor uw heilrijk lot; Loof al juichend uwen God! 

13 Gebed

14 Schriftlezing Psalm 122

15 Lied 194 (Ev.Liedbundel) Er is een stad voor vriend en vreemde diep in het bloemendal, er is een mens die roept om vrede, die mens roept overal.

16 Lied 194 (Ev.Liedbundel) Jeroesjalajiem, stad van God, wees voor de mensen een veilig huis. Jeroesjalajiem, stad van vrede, breng ons weer thuis.

17 Lied 194 (Ev.Liedbundel) Er is een huis om in te wonen voorbij het dodendal, er is een vader met zijn zonen, zij roepen overal.

18 Lied 194 (Ev.Liedbundel) Jeroesjalajiem, stad van God, wees voor de mensen een veilig huis. Jeroesjalajiem, stad van vrede, breng ons weer thuis.

19 Lied 194 (Ev.Liedbundel) Er is een tafel om te eten voorbij het niemandsland. Er is een volk dat wordt vergeten, dat volk roept overal.

20 Lied 194 (Ev.Liedbundel) Jeroesjalajiem, stad van God, wees voor de mensen een veilig huis. Jeroesjalajiem, stad van vrede, breng ons weer thuis.

21 Lied 194 (Ev.Liedbundel) Er is een wereld zonder grenzen, zo groot als het heelal. Er is een hemel voor de mensen, dat hoor je overal.

22 Lied 194 (Ev.Liedbundel) Jeroesjalajiem, stad van God, wees voor de mensen een veilig huis. Jeroesjalajiem, stad van vrede, breng ons weer thuis.

23 Kindermoment

24 Psalm vers 3 Gaat tot Zijn poorten in met lof, Met lofzang in Zijn heilig hof; Looft Hem aldaar met hart en stem; Prijst Zijnen naam, verheerlijkt Hem. 

25 Schriftlezing Zacharia 14 : 9 - 19

26 Psalm vers 11 't Zal met blij gejuich Hem loven, Die, uit Zijn paleis van boven, Isrels leed en ongeval Eens in gunst beschouwen zal; En gevang'nen in hun zuchten Horen, als zij tot Hem vluchten; Om hen uit de wrede kaken Van den dood eens los te maken. 

27 Psalm vers 12 Dus zij 's HEEREN naam geprezen, En in Sion eer bewezen; Dus hoor' elk de vreugdestem In het blij Jeruzalem; Als de volken saâm vergâren, Zich met 's HEEREN erfvolk paren; Als de koningen zich buigen, En Hem hun ontzag betuigen. 

28 Verkondiging

29 Lied 220 (Weerklank) - vers 1
Jeruzalem, o stad van heil en vrede, verhef uw poorten, maak uw straten wijd, uw Koning komt! Wanneer Hij binnen rijdt is alle strijd voorbij, uw leed geleden.

30 Lied 220 (Weerklank) - vers 2
Dan zult gij zien Hem die gij hebt doorstoken, Die ook voor u het kruis gedragen heeft en is verrezen uit het graf - Hij leeft! De hemel gloort, zijn dag is aangebroken!

31 Lied 220 (Weerklank) - vers 4
De volken die rondom als golven woeden, zij zwijgen stil - wat Christus wil, geschiedt. Jeruzalem, het water raakt u niet, gij zijn geborgen, veilig in zijn hoede.

32 Lied 220 (Weerklank) - vers 5
Dichtbij de muur waar nu uw zonen klagen zal dan een plaats van louter vreugde zijn, uw kinderen die spelen op het plein, zullen hun Koning op de handen dragen.

33 Lied 220 (Weerklank) - vers 7
Uw Koning komt! O volken, stroomt nu samen Naar deze stad, die God u heeft bereid. Jeruzalem, verheug u, wees verblijd, Zing voor uw Koning: halleluja, amen!

34 Dankgebed en voorbede

35 Collecten

36 Psalm 147 – vers 1 Laat 's HEEREN lof ten hemel rijzen; Hoe goed is 't, onzen God te prijzen! 't Betaamt ons, psalmen aan te heffen, Die lieflijk zijn, en harten treffen. De HEER wil ons in gunst aanschouwen; Hij wil Jeruzalem herbouwen; Vergâren en in vreê doen leven, Hen, die uit Isrel zijn verdreven. 

37 Zegen

38 Zondag 1 oktober 2017 - middagdienst Voorganger: ds. T.W. van Bennekom
Welkom in deze dienst Zondag 1 oktober middagdienst Voorganger: ds. T.W. van Bennekom

39 Welkom en mededelingen

40 Lied 452 (Weerklank) – vers 1
Lof zij de Heer, de almachtige Koning der ere. Laat ons naar hartelust zingen en blij musiceren. Kom allen saam, Psalmzing de heilige naam, loof al wat ademt de Here.

41 Lied 452 (Weerklank) – vers 2
Lof zij de Heer, Hij omringt met zijn liefde uw leven; heeft u in 't licht als op adelaarsvleug'len geheven. Hij die u leidt, zodat uw hart zich verblijdt, Hij heeft zijn woord u gegeven.

42 Lied 452 (Weerklank) – vers 5
Lof zij de Heer met de heerlijkste naam van zijn namen, christenen loof Hem met Abrahams kinderen samen. Hart wees gerust, Hij is uw licht en uw lust. Alles wat ademt zegt: Amen.

43 Stil gebed

44 Bemoediging en groet

45 Psalm 146 – vers 3 Zalig hij, die in dit leven Jacobs God ter hulpe heeft; Hij, die door den nood gedreven, Zich tot Hem om troost begeeft; Die zijn hoop, in 't hachlijkst lot, Vestigt op den HEER, zijn God.   

46 Psalm 146 – vers 4 't Is de HEER, wiens alvermogen 't Groot heelal heeft voortgebracht; Die genadig uit den hogen Ziet, wie op Zijn bijstand wacht, En aan elk, die Hem verbeidt, Trouwe houdt in eeuwigheid. 

47 Geloofsbelijdenis

48 Psalm 147 – vers 6 De HEER betoont Zijn welbehagen Aan hen, die need'rig naar Hem vragen, Hem vrezen, Zijne hulp verbeiden, En door Zijn hand zich laten leiden; Die, hoe het ook moog' tegenlopen, Gestadig op Zijn goedheid hopen. O Salem, roem den HEER der heren; Wil Uwen God, o Sion, eren! 

49 Gebed

50 Schriftlezing Psalm 30 Mattheüs 15 : 21-28

51 Psalm 30 – vers 1 Ik zal met hart en mond, o HEER, Uw naam verhogen en Uw eer, Dewijl Gij mij Uw bijstand boodt, Mij optrokt uit den diepsten nood; Zodat de vijand, in mijn lijden, Zich over mij niet mocht verblijden. 

52 Psalm 30 – vers 8 Gij hebt mijn weeklacht en geschrei Veranderd in een blijden rei; Mijn zak ontbonden, en mij weer Met vreugd omgord; opdat mijn eer Niet zwijg'. Zo klimt Uw lof naar boven; Mijn God, U zal ik eeuwig loven. 

53 Verkondiging

54 Lied 27 (Weerklank) - vers 4
Nu zien alle volken der aarde hoe God zijn macht ontvouwt. Wie u vervolgden gaan ontwaren hoe hoog de Heer u houdt. O Sion, heel de wereld weet dat God u niet vergeet.

55 Lied 27 (Weerklank) - vers 5
Hoe lieflijk, hoe schoon gaan de schreden van Gods gezanten voort. In alle landen, alle steden weerklinkt des Heren woord. En waar de Heer verzoening bracht wordt Sions heil herdacht.

56 Dankgebed en voorbede

57 Collecten

58 Psalm 99 - vers 3 God, die helpt in nood, Is in Sion groot; Aller volken macht Niets bij Hem geacht; Buigt u dan in 't stof, En verheft met lof 't Heilig Opperwezen; Wilt het eeuwig vrezen. 

59 Psalm 99 - vers 7 Gij, met hen begaan, Hebt hun wens voldaan; HEER, die naar Uw woord, Hun gebed verhoort, Gij, Gij waart hun lot, Hun vergevend God; Schoon z' ook om hun zonden, Straffen ondervonden. 

60 Psalm 99 - vers 8 Geeft dan eeuwig' eer Onzen God en HEER; Klimt op Sion, toont Eerbied, waar Hij woont, Waar Zijn heiligheid Haren glans verspreidt: Heilig toch en t' eren Is de HEER der heren. 

61 Zegen