Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdDiana Geerts Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
De huid in beweging Hst. 1 Cellen en weefsels (blz. 9 t/m 23)
2
De scheppingstheorie of de evolutietheorie?
3
Het ontstaan van het Leven
4
Argumenten voor de evolutie theorie:
Homologe embryonale ontwikkeling Homologe organen Rudimentaire organen Fig. 1.2 Homologe organen
5
Verschillende cellen
6
Onderdelen van de cel Celmembraan Celkern Celorganellen:
Endoplasmatisch reticulum Ribosomen Lysosomen Golgi apparaat Endosomen Kern met chromosomen
7
De celmembraan sluit de cel niet hermetisch af maar maakt transport in en uit de cel mogelijk.
De celmembraan bestaat uit een dubbele laag fosfolipiden met daar tussen in eiwit moleculen. Cellen die niet met andere cellen kunnen communiceren gaan uiteindelijk dood.
8
De celmembraan Is opgebouwd uit: - 2 fosfolipide lagen - eiwitten
9
Schematische weergave van een transport eiwit in een celmembraan
10
Signaalstoffen: communicatie tussen cellen met behulp van chemische stoffen, neurotransmitters.
Vb. – prostaglandines (voortplanting) - thromboxanen (bloedstolling) - leukotrienen (afweer) - neurotansmitters - hormonen
11
Zenuwcellen communiceren mbv neurotransmitters
De ruimte tussen twee zenuwcellen noemen we de synaptische spleet.
12
Cellen, weefsels en organen
13
Waaruit bestaat een dierlijke cel?
14
De cel met alle organellen
15
Werking van het Endoplasmatisch Reticulum i.c.m. het Golgi apparaat.
16
Het verschil tussen Endosomen lysosomen Centrosomen
17
Endosomen: vervoeren van gevaarlijke stoffen in de cel.
Lysosomen: vernietigen van indringers
18
Centrosomen: spelen een rol bij de celdeling
19
Verschil tussen mitose en meiose
20
Celdeling: mitose Bevruchting Embryo Foetus Jong Volwassene
21
Celdeling: mitose Mens: 2N= 46 (N= 23)
DNA replicatie verdwijnen celkern scheiden chromatiden (2N 4N) Mens: 2N= 46 (N= 23)
22
Celdeling: mitose Trekdraden naar polen indikken kernmembraan
23
Celdeling: mitose 4N (N = 23) chromosomen = 92 chromosomen
2 x 46 chromosomen Een lichaamscel verdubbelt voordat de mitose begint haar chromosomen, daarna worden de chromosomen gesplitst en ontstaan twee dochtercellen met elk 46 chromosomen.
24
Meiose 2 x 46 chromosomen 4 x 23 chromosomen 46 chromosomen X
(2N) (2 x 2N) (4 x N) Een lichaamscel verdubbelt voordat de meiose begint haar chromosomen, daarna worden de chromosomen gesplitst en ontstaan twee dochtercellen met elk 46 chromosomen. Deze delen opnieuw waarna 4 geslachtscellen ontstaan met elk 23 chromosomen.
25
Mitose en meiose
26
mutatie
27
Maak nu de vragen t/m 39
29
Kubisch epitheel Cilindrisch epitheel
Dekweefsel (epitheel) bedekking van het lichaamsoppervlak (de huid) en in sommige organen. Cellen liggen dicht tegen elkaar aan, weinig tussencelstof. Kubisch epitheel Cilindrisch epitheel Darm epitheel Talgklier epitheel
30
Bindweefsel : cellen liggen verder uit elkaar maar worden door vezels bij elkaar gehouden.
Collageen bindweefsel (spieren) Elastisch bindweefsel (slagaders) Reticulair bindweefsel (vetcellen)
31
Kraakbeen (kniegewricht)
Perichondrium
32
Botweefsel (osteocyten)
Osteoblasten (bouwen botcellen op) Osteoclasten (breken botcellen af)
33
Trombocyten Erytrocyten Leukocyten
34
Glad spierweefsel Hartspierweefsel Dwarsgestreept spierweefsel
35
Neuronen
36
Diffusie: verplaatsing van een stof van een hoge naar een lage concentratie
37
Diffusie snelheid is afhankelijk van:
Oppervlakte Afstand Concentratieverschil Temperatuur
38
Osmose: diffusie van water door semi-permeabel membraan
Het celmembraan is een voorbeeld van een semi-permeabele wand.
39
Osmose
40
Osmose
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.