Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Spijsverteringsstelsel
2
De mond Het begin van de spijsvertering
Voedsel wordt vermengd met speeksel Speeksel wordt in speekselklieren geproduceerd Speeksel bevat: enzym amylase dat helpt bij het afbreken van zetmeel Maakt voedsel glad en sappig
3
Keelholte ( farynx) Ademhaling en verteringskanaal
Slikken is een reflex Strotklepje gaat naar beneden zodra voedsel passeert, zodat luchtpijp wordt afgesloten. Spijsbrok gaat naar slokdarm
4
Slokdarm (Oesophagus)
Verbindt keelholte met maag en functie is voedsel naar maag te transporteren. Bestaat uit 3 lagen slijmvlieslaag bindweefsellaag en spierlaag. Voedsel door peristaltische bewegingen voortgebracht. Actief proces het voedsel valt er niet door heen, daarom kunnen we ook op onze kop eten. Onderaan de slokdarm zit een sluitspier: slokdarmsfincter, kringspier, zorgt ervoor dat maaginhoud niet terugkomt.
5
slokdarm Ziektebeelden: Hernia diafragmatica Oesofagitis
Oesofaguscarcinoom
6
Maag ( ventriculus, gaster)
Rekbaar orgaan Ligt boven in de buikholte links van het midden, vlak onder middenrif Maagwand bestaat uit 3 lagen Maag bestaat uit 2 delen Ziektebeelden: aspecifieke klachten, gastritis, ulcus, maagkanker
7
Maag Maagsap bevat: Water: transport en oplosmiddel
Slijm: bescherming maagwand tegen inwerking zoutzuur Zoutzuur: zorgt voor zuur milieu, vereiste voor pepsine en desinfecterende werking Enzymen: pepsine Intrinsic factor: beschermt Vit B 12 tijdens transport
8
Dunne darm ( enteron)
9
Dunne darm Verteringsproces beëindigd.
Resorptie verteerde voedsel en onverteerbare en onverteerde voedsel wordt getransporteerd naar de dikke darm. 3 sappen: pancreassap, gal en darmsap Ziektebeelden: chronische darmontsteking, IBS, ileus, darmkoliek, ulcus , beklemde breuk
10
Dikke darm (colon) Onverteerbaar voedsel bewerkt door darmbacteriën.
Ligt in omgekeerde U-vorm in de buikholte. Gaat over in de endeldarm. Bestaat uit 2 delen: Blinde darm ( caecum) Dikke darm: colon ascendens, transversum, descends en sigmoïd.
11
Dikke darm
12
Dikke darm Ziektebeelden: Appendicitis / peritonitis Diverticulitis
Darmpoliepen Colon of rectumcarcinoom Darmafsluiting door verkleving Coeliakie Diarree en obstipatie ( m.a.g. aambeien/fissura ani)
13
Lever ( hepar) Locatie: Rechts boven in buikholte naast de maag
Één van de belangrijkste organen Functies: Koolhydraatstofwisseling Eiwitstofwisseling Vetstofwisseling Ontgiften Opslagfunctie Vorming van gal
14
lever Ziektebeelden: Hepatitis Levercirrose
15
Galblaas (Vesica fellea)
Locatie: rechts boven in buikholte tegen lever aan. Opslagorgaan: galvloeistof vanuit lever naar galblaas, en wordt hier ingedikt en bewaard. Bij seintje van de hersenen ,om samen te trekken, wordt galvloeistof af gegeven aan dunne darm i.v.m. vertering vetten. Galvloeistof bevat: galzouten, bilirubine en cholesterol
16
Galblaas Ziektebeelden: Galblaaskoliek Galstenen Galblaasontsteking
17
Alvleesklier( pancreas)
Locatie: achterin de bovenbuik, langgerekte trosvormige klier, kop bij de twaalfvingerige darm, staart eindigt links schuin omhoog, achter de maag 2 functies: Exocriene functie Endocriene functie
18
alvleesklier Ziektebeelden: Acute pancreatitis Chronische pancreatitis Pancreascarcinoom
19
Middenrif ( diafragma)
20
Buikvlies ( peritonium)
Organen in buikholte zijn omgeven door buikvlies Ziektebeelden: Peritoneale prikkelingen Peritonitis: buikvliesontsteking Ontstekingen van organen in de buik Bloedingen van maag/darmen Tumoren van maag en of darmen
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.