Hypertensie indicatie en behandeling

Presentatie over: "Hypertensie indicatie en behandeling"— Transcript van de presentatie:

1 Hypertensie indicatie en behandeling
Judith en Jacob Jan FTO Burgum 31 okt 2016

2 Inhoud Doel FTO Casus Bloeddruk algemeen Secundaire hypertensie
Niet medicamenteuze behandeling Medicatie Keuzes Stappenplan Contra-indicaties Prescriptiecijfers Bespreken casus Maken afspraken Bespreking casus

3 Doel FTO

4 Bloeddrukregulatie

5 Belang bloeddruk

6

7

8 Ook belangrijk..

9 Bloeddruk meten Interval tussen metingen niet te lang (max 3 mnd)
Spreekkamer metingen slechtste voorspellers CVRM, beter is thuis of ambulant Tabel werkt echter met spreekkamer meting, bij voorkeur assistente/POH!

10 Secundaire hypertensie
Bij 1 op de 20 een onderliggende oorzaak nefrogeen Chronische glomerulonefritis of pyelenofretis Congenitale cystenieren Endocrien Primair aldosteronisme Feocytochroom Cushing Schildklier (zowel hypo- als hyper) Vasculair Nierarteriestenose Coarcatio aortae Zwangerschap Medicatie osas

11 Primair hyperaldosteronisme
Overmatige productie aldosteron Bijniertumor (ziekte van Conn) Bijnierhyperplasie Prevalentie ca 5-20% bij patienten met hypertensie (voorheen ging men uit van <1%) Minder goede reactie op standaard therapie Bij lage leeftijd al hypertensie Spontane of snel ontwikkelende hypokaliëmie

12 Niet-medicamenteuze behandeling hypertensie
Renale denervatie

13

14

15

16 Standaardstappenplan

17 Medicatiekeuze bij specifieke kenmerken/condities

18 Aanbevelingen NHG-standaard (1)

19 Aanbevelingen NHG-standaard (2)

20 Aanbevelingen volgens het Cambridgeschema zoals opgenomen in de Britse hypertensierichtlijn (NICE, 2011)

21 Belangrijkste contra-indicaties

22 Belangrijkste interacties
Indicaties voor combi ACE of ARB/kaliumsparend diureticum: hartfalen en persisterende proteïnurie > 1g/24 uur ondanks ACE-inhibitie en normalisatie bloeddruk (130/80 Hg)

23 HA vs S: Initiatie bloeddrukverlagende medicatie naar type voorschrijver

24 HA vs S: Startmedicatie naar type bloeddrukverlagend

25 Gebruikers van middelen bij hypertensie naar leeftijd en geslacht
<35 35 t/m 59 60 t/m 74 >75 jaar Alle gebruikers m v Diuretica (thiazide en aanverwante) 1 48 128 155 49 103 236 307 Diuretica met kaliumsparend diureticum 3 8 19 28 Betablokkers (selectieve) 7 55 88 193 187 160 182 411 464 Betablokkers met diuretica 4 5 9 Calciumantagonisten (dihydropiridines) 39 54 111 87 78 94 229 ACE-remmers 153 139 265 158 166 202 587 503 ACE-remmers met diuretica 31 35 6 15 72 AII-receptorantagonisten 2 85 100 134 142 203 390 439 AII-RA met diuretica 21 70 65 23 36 114 120 Totaal 13 271 296 567 506 360 480 1207 1295

26 Gebruikers antihypertensiva (ATC3/4-niveau)

27 Startmedicatie nieuwe gebruikers per praktijk

28 Percentage eerste voorschriften diuretica per praktijk

29 Percentage eerste voorschriften bètablokkers per praktijk

30 Percentage eerste voorschriften calciumantagonisten per praktijk

31 Startmedicatie nieuwe RAAS-remmer gebruikers per praktijk

32 Percentage eerste voorschriften ACE-remmers per praktijk

33 Percentage eerste voorschriften AII-antagonisten per praktijk

34 Startmedicatie nieuwe gebruikers per praktijk zonder co-morbiditeit astma/COPD of diabetes

35 Startmedicatie nieuwe gebruikers per praktijk met astma/COPD

36 Startmedicatie nieuwe gebruikers per praktijk met diabetes

37 Aantal gebruikers per praktijk verdeeld naar aantal verschillende antihypertensiva