Les 4 havo Leesvaardigheistraining;

Presentatie over: "Les 4 havo Leesvaardigheistraining;"— Transcript van de presentatie:

1 Les 4 havo Leesvaardigheistraining;
Lire d’une manière intélligente n’est pas difficile. Leçon 3

2 Leçon 3 Qu’est-ce que nous allons faire aujourd’hui?
We gaan nu kijken naar teksten met bredere inhoud. We hebben de vorige lessen gekeken naar eenvoudige informatie teksten en de mogelijke vragen. Aan het eind van deze les ben je in staat om teksten met tekstverbanden te herkennen en om een begin te maken met de analyse van deze teksten.

3 Leçon 3 le texte; comment il se présente à nous.
We beginnen met de tekst: Demain le grand Paris, een tekst over groot Parijs. We gaan de tekst bekijken en ontdekken hoe de tekst is opgebouwd en hoe de verschillende alinea’s zich tot elkaar verhouden. Je hebt 3 minuten om te kijken hoe deze tekst is opgebouwd. Je zoekt naar de vorm door goed naar de titel te kijken en opbouw van de tekst. Schrijf zoveel mogelijk informatie op.

4 Leçon 3 discussions Bespreek nu jullie bevindingen. Beantwoord :
Hoe ziet de tekst er uit? Wat is de titel? Hoe is de tekst opgebouwd ? Titel, alinea’s, foto’s Wat zijn belangrijke woorden volgens jullie? Ik vraag één lln per groep te vertellen wat jullie hebben staan.

5 Leçon 3 recherche des alinéas
Jullie lopen nu twee aan twee door de tekst. je schrijft per alinea zoveel mogelijk gegevens op. Jullie hebben vier minuten de tijd om de vijf alinea’s door te nemen. Vb: alinea 1: 2 millions d’habitants la ville la 5 plus peuplée de France. superficie de 105 km2 113e rang des plus grandes communes françaises Paris est donc une petite ville.  

6 Leçon 3 regardons les alinéas
In deze tekst is er sprake van 5 alinea’s. Deze hebben een relatie tot elkaar. We gaan nu op zoek naar de relaties die de drie alinea’s hebben. Bestudeer alinea 1; wat is de rol van deze alinea. (1 minuut gemeenschappelijk.) Ik vraag één iemand per groep om het antwoord uit te leggen.

7 Leçon 3 alinea 1 We hebben nu een uiterst summiere samenvatting van de tekst. Misschien hebben we de inhoud nog niet helemaal te pakken. Wat gebeurt er in alinea 1. Bespreek gedurende 1 minuut wat de schrijver probeert te bereiken in deze alinea. Na afloop vraag ik iemand om de bevindingen te delen.

8 Leçon 3 Alinea 2 We doen nu het zelfde met alinea 2. Kijk twee minuten naar alinea 2. Schrijf de extra informatie op die je nog niet hebt. Ik vraag één of twee leerlingen wat de inhoud is.

9 Leçon 3 alinea 1 en 2 We hebben nu informatie over alinea 1 en 2 op papier staan. Bedenk nu voor jezelf wat dat het verband is tussen de twee alinea’s. (1 minuut) Bespreek je bevindingen in je groepje. Ik vraag wederom willekeurig wat jouw groepje heeft opgeschreven.

10 Leçon 3 alinéa 3 comparée à al. 1 et 2
Lees snel alinea 3 door. Je hebt 1 minuut. Vergelijk je antwoord. Wat is de informatie in alinea 3. Hoe verhoudt deze alinea zich tot de twee eerdere alinea’s ? Aan welk woord hadden we deze verandering direct kunnen zien? (galgje ..)

11 Leçon 3 la totalité du texte.
Lees nu met je groepje de tekst verder door en geef telkens aan wat de rol van de nieuwe alinea is en wat de functie is ten opzichte van de vorige alinea’s Jullie bespreken jullie antwoorden klassikaal.

12 Leçon 3 le problème du texte
Het probleem van de tekst komt dus hier pas naar voren en wel door het structuurwoord “or” De rol van signaalwoorden in een tekst geeft de richting aan van de tekst zelf. Voorbeeld: Les Hollandais aiment la fête de Sint Nicolas mais…. Het maar (mais) verraadt dat er een addertje onder het gras zit. Er komt een tegenstelling. Je krijgt een vel met signaalwoorden en een opdracht. Maak de opdracht en kom je antwoorden controleren als je klaar bent.

13 Leçon 3 les mots de structure
De lijst met structuurwoorden die jullie nu hebben komt van het internet. Je kunt verder oefenen met het gebruik van structuurwoorden door zelf naar opdrachten te googlen. Dat helpt echt om er beter begrip van te krijgen.

14 Leçon 3 un poster linguistique
Maak in viertallen een overzicht van de kennis van vandaag. Jullie hebben al twee posters en deze poster moet een logisch vervolg op de eerdere posters zijn, een uitleg voor toekomstige 4 havo leerlingen. Jullie presenteren de poster gemeenschappelijk. Iedereen heeft een rol bij de presentatie.