Lesbrief 2 Magazijnen.

Presentatie over: "Lesbrief 2 Magazijnen."— Transcript van de presentatie:

1 Lesbrief 2 Magazijnen

2 Wat gebeurt er in een magazijn?
Is iemand ooit in een magazijn geweest? Hoe zag het eruit? Wat gebeurt er in een magazijn? Hier niet al teveel uitleg geven, anders gaan ze mogelijk de tekst in de lesbrief overslaan omdat ze het al hebben gehoord.

3 Een kijkje in een magazijn
Ontvangst – opslag – verzamelen – verzenden Een kijkje achter de schermen bij het warenhuis van Bol.com Werken in het magazijn van Blokker Een YouTube-kanaal met filmjes over: Indeling magazijn Goederenproces Ontvangst Opslag Verzamelen Verzenden

4 Magazijn In een magazijn kunnen allerlei producten tijdelijk worden bewaard, totdat ze naar de klant gaan Alle producten samen in een magazijn noemt men ‘voorraad’ De voorraad ligt vaak in rekken Image: wikimedia commons

5 Activiteiten in een magazijn
Ontvangst van producten Opslag Goederen verzamelen en versturen Image: lesbrief

6 Ontvangst van producten
Image DHL: flickr Image boxes: lesbrief Controle Gegevens in een computersysteem

7 Daarna kunnen de producten naar hun plaats worden gebracht!
Opslag Producten die vaak worden gebruikt vooraan, producten die weinig worden gebruikt achteraan Dit wordt vaak berekend met een computer Daarna kunnen de producten naar hun plaats worden gebracht!

8 Producten verzamelen Wanneer de klant heeft besteld, worden die producten verzameld om op te sturen. De computer maakt hiervoor een ‘paklijst’, waarmee de medewerker de producten snel kan verzamelen Image: lesbrief

9 Producten versturen Na het verzamelen in het magazijn, worden de producten bij deur van het magazijn neergelegd. Hier worden ze opgehaald door de vrachtwagen en naar de klant gebracht! Image: lesbrief

10 De opdrachten Jullie kunnen beginnen met de opdrachten!
We zullen ze daarna samen nakijken Source: pixabay, google images

11 Opdracht 1 – de plek in het magazijn
Source: Google afbeeldingen rechtenvrij

12 Opdracht 1a 1 product A is 2 x 5 minuten 1 product B is 2 x 4 minuten
Aantal A 4 B 3 C 2 D 1 1 product A is 2 x 5 minuten 1 product B is 2 x 4 minuten 1 product C is 2 x 3 minuten 1 product D is 2 x 2 minuten

13 Keer het aantal producten dat je nodig hebt
Opdracht 1a Keer het aantal producten dat je nodig hebt Product Aantal A 4 B 3 C 2 D 1 Product Aantal A 4 B 3 C 2 D 1 1 product A is 2 x 5 minuten 10 x 4 = minuten 1 product B is 2 x 4 minuten 8 x 3 = minuten 1 product C is 2 x 3 minuten = minuten 6 x 2 1 product D is 2 x 2 minuten = minuten 4 x 1 + 80 minuten

14 Opdracht 1b Producten die je vaak nodig hebt, kun je beter dicht bij de uitgang opslaan Product Aantal A 4 B 2 C 3 D 1 D B C A

15 D B C A Product D is 2 x 5 minuten Product B is 2 x 4 minuten
Product C is 2 x 3 minuten Product A is 2 x 2 minuten B C A

16 Opdracht 1c + 60 minuten 4 x 4 = 16 minuten 8 x 2 = 16 minuten 6 x 3
Product Aantal A 4 B 3 C 2 D 1 1 product A is 2 x 2 minuten 4 x 4 = minuten 1 product B is 2 x 4 minuten 8 x 2 = minuten 1 product C is 2 x 3 minuten 6 x 3 = minuten 1 product D is 2 x 5 minuten 10 x 1 = minuten + 60 minuten 20 minuten minder!

17 Opdracht 1d Welke indeling is beter? Degene met de korste looproute
Dat is de indeling die je net hebt gemaakt! Source: wikimedia commons

18 Opdracht 1e Wat zou je nog meer kunnen doen om het orderverzamelen sneller te maken? Gebruik een karretje waarmee je meer orders mee kunt nemen Meerdere medewerkers inzetten Verschillende producten op dezelfde locatie kunnen opslaan De link is wel Engels, maar erg leuk om te zien welke vorm een warehouse ook kan hebben! Source: pixabay  Gebruik een ICT-systeem dat de plaatsen bijhoudt! Of automatisch, zoals bij Volkswagen:

19 Wat hebben we geleerd van opdracht 1?
De plaats in het magazijn is belangrijk voor hoe snel de vrachtwagen kan worden ingeladen! Het snel inladen van een vrachtwagen is belangrijk: je kan dan meer vrachtwagens inladen in een dag en meer producten naar de klanten brengen. Source: wikimedia commons Waarom is dit belangrijk?

20 Opdracht 2 Voorraad! Hoe bereken je hoeveel er in je magazijn moet liggen?

21 Opdracht 2a Maand Aantal agenda’s verkocht
Aantal nieuwe agenda’s geproduceerd aan het begin van de maand Aantal agenda’s op voorraad aan het eind van de maand Januari 52 60 Februari 48 45 Maart 102 110 April 95 90 Mei 184 200 Juni 331 450 Juli 367 400 Augustus 403 September 236 210 Oktober 167 November 41 10 December 32

22 Voorbeeld! Formule voor voorraad:
Aantal op voorraad in de vorige maand + aantal agenda’s geproduceerd - aantal agenda’s verkocht Maand Aantal agenda’s verkocht Aantal nieuwe agenda’s geproduceerd aan het begin van de maand Aantal agenda’s op voorraad aan het eind van de maand Januari 52 60 ??? Februari 48 45 Maand Aantal agenda’s verkocht Aantal nieuwe agenda’s geproduceerd aan het begin van de maand Aantal agenda’s op voorraad aan het eind van de maand Januari 52 60 8 Februari 48 45 ??? Maand1 Aantal agenda’s verkocht Aantal nieuwe agenda’s geproduceerd aan het begin van de maand Aantal agenda’s op voorraad aan het eind van de maand Januari 52 60 8 Februari 48 45 5 Januari: van vorige maand + 60 geproduceerd verkocht 8 Februari: van vorige maand geproduceerd verkocht 5

23 Opdracht 2a Formule voor voorraad:
Aantal op voorraad in de vorige maand + aantal agenda’s geproduceerd - aantal agenda’s verkocht Maand Aantal agenda’s verkocht Aantal nieuwe agenda’s geproduceerd aan het begin van de maand Aantal agenda’s op voorraad aan het eind van de maand Januari 52 60 8 Februari 48 45 5 Maart 102 110 13 April 95 90 Mei 184 200 24 Juni 331 450 143 Juli 367 400 176 Augustus 403 173 September 236 210 147 Oktober 167 180 November 41 10 149 December 32 127

24 Opdracht 2b

25 Opdracht 2c Hoe komt het dat er in de maanden juni, juli & augustus meer agenda’s worden geproduceerd? In September beginnen de scholen: dan heeft iedereen een nieuwe agenda nodig! Daarom is er in deze maanden een ‘seizoensvoorraad’ nodig.

26 Opdracht 2d Kunnen jullie nog meer seizoensgebonden producten bedenken?

27 Opdracht 3: Orderverzamelen
Hoe kun je het snelst alle producten uit een magazijn verzamelen?

28 Opdracht 3a We noemen dit de ‘S- Shape’ methode.
Dit is simpel, maar niet kort... (meer dan 250 stappen!)

29 Opdracht 3a Er zit een duidelijke fout in... Kunnen jullie hem zien?
Je loopt langs veel schappen waar je niets hoeft te pakken... Dat kan beter!

30 Wat hebben jullie als snelste route?
Wat is de afstand die je moet lopen? Wat zijn de verschillen tussen alle routes in de klas?

31 Opdracht 3 Bij grote magazijnen rekenen computers vaak de snelste route uit. Dat bespaart veel tijd! Sources: Pixabay and PhotosForClass

32 Wat hebben we geleerd? Volgende keer: Havens! De plek in het magazijn
Het berekenen van voorraden De snelste looproute in een magazijn Volgende keer: Havens!