Interbellum 3.2, 3.3 en 3.4.

Presentatie over: "Interbellum 3.2, 3.3 en 3.4."— Transcript van de presentatie:

1 Interbellum 3.2, 3.3 en 3.4

2 Verenigde Staten Roaring Twenties ECONOMISCHE CRISIS
Luxe Aandelen Optimisme 1929 Beurskrach Iedereen verkoopt aandelen Beurs stort in ECONOMISCHE CRISIS Slaat over naar Europa

3 Duitsland Crisis komt extra aan Hierdoor behoefte aan:
Verdrag van Versailles Enorme schadevergoeding Inflatie Republiek van Weimar Geen goed antwoord op crisis en inflatie Hierdoor behoefte aan: Sterke leider

4 Fascisme & Nationaalsocialisme
Uitleg over ontstaan en opkomst.

5 Waarom kon Mussolini aan de macht komen?
Hoge werkeloosheid Onrust ontevredenheid Mensen zoeken buiten het democratisch systeem naar oplossingen Autoritaire staat zorgt voor orde en rust Mussolini: Il Duce De leider Spanje generaal Franco; el Caudillo

6 Fascisme verzamelnaam voor een ideologie die massaliteit, menselijke ongelijkheid, leiderschap en streven naar macht verheerlijkt. Geweld gebruiken nationalisme 1 leider, deze wordt verheerlijkt. Anticommunistisch en antidemocratisch

7 Fascisme Bescherming tegen het communisme
Aanhangers Arbeiders Rijken katholieken De groep gaat boven het individu Lager geplaatsten kritiekloos gehoorzamen aan leidinggevenden. Zondebok zoeken, land is slachtoffer van vijandige groepering.

8 Symbool Fasces Roedelbundel Oud Romeins teken voor macht
Gedragen door lictoren Leven en dood Door fascisten gezien als kracht en verbondenheid Waarom bij VS: rechtvaardigheid

9 Criteria om aan fascisme te voldoen
Geweld gebruik mag om orde en rust te creëren Nationalisme viert hoogtij dagen 1 sterke leider

10 Propaganda en persoonsverheerlijking
1922 Mussolini minister-president Einde democratie Geen andere meningen meer Reclame voor eigen politieke ideeën Posters, radio, toespraken, bijeenkomsten, foto’s en films Speciale propaganda; de leider ophemelen

11 Nationaalsocialisme Opkomst

12 Waarom kon Hitler aan de macht komen?
1889 / Braunau Am Inn Vader / moeder Kunst / WOI Staatsgreep 1919 1921 Mein Kampf 1923 1933 1934

13 Stamboom

14 Mein Kampf’ Vier en een half jaar vol strijd tegen leugens, domheid en lafheid’.
De mensen worden in categorieën gebaseerd op fysische kenmerken, verdeelt in hogere en lagere orden. Aan de top staat de Arische man 'Übermensch’ Onderaan  de ‘Untermensch’. Joden, Slavische, Tsjechische, Poolse een Russische mensen. Hitler beschrijft de strijd om wereldheerschappij als een racistische, culturele en politieke strijd tussen de joden en het Arische ras. Beschuldigt joden van groepsvorming met als doel de controle te winnen over de globale financiën, het besturen van de pers, het uitvinden van liberale democratie, het promoten van prostitutie. Op militair gebied zijn vooral de oostelijk buurlanden en voornamelijk Rusland bestemd zijn geweest voor de aanbouw van agrarische landen en boerderijen. Het volk dat er woont moet gewoon verjaagd of vermoord worden, of eventueel als slaven gebruikt worden. Maar om dit te bereiken zou Duitsland eerst zijn oude aartsrivaal Frankrijk moeten verslaan, als wraak voor de nederlaag in WO 1, en om de westgrens te versterken en te verdedigen.

15 Waarom kon Hitler aan de macht komen?
Na WOI veel doden, schuld en de economische crisis. Mensen zoeken buiten het democratisch systeem naar oplossingen. In Duitsland was de democratie opgelegd Een autoritaire staat zorgt voor orde en rust.

16 Criteria om aan het nationaalsocialisme te voldoen:
1 sterke leider Nationalisme Lebensraum Geweld gebruik mag om orde en rust te creëren Antisemitisch

17 Rassenleer Onderdeel van antisemitisme Afstammelingen Germaans volk
Noorden en westen van Europa Übermenschen Oost-Europa en Rusland Psychiatrische mensen homoseksuelen Untermenschen

18 Gelijkschakeling Alle politieke partijen verboden
Nazi’s aan hoofd van: Scholen Jeugdverenigingen Musea E.d. Censuur Controle op inhoud van kranten radio’s Boeken Indoctrinatie Iets geloven zonder er over na te denken

19 Neurenberger rassenwetten
Tegen de nazi’s Streng gestraft Opsluiten e.d. Terreur tegen Joden 1935 ‘Echte’ Duitsers Verboden Seks Duitse werknemers overheid

20 Wannsee conferentie Endlösung der Judenfrage
20 januari 1942 vijftien hoge naziambtenaren aan de Wannsee bij Berlijn Villa Marlier op uitnodiging van Reinhard Heydrich. 'definitieve oplossing' voor het "Jodenprobleem" De bijeenkomst begon om uur en duurde minder dan twee uur Het eerste schriftelijke verzoek van Göring aan Heydrich tot Endlösung van het Jodenprobleem dateert van juli 1941

21 Symbool Nationaalsocialisme
Gevoeligheid: symboliseert Christus en in onze evolutie liefde en menselijke evenwichtigheid. Gevoeligheid leidt ons naar sterkte die werkt door wensen en het geweten vertelt de persoon hoe hij zich zou moeten gedragen om deze wensen en emoties te bereiken. Geweten: symboliseert De Vader. goddelijke schepping de wedergeboorte Nieuw begin Opkomende zon Overwinning

22 Vlaggen Duitsland

23 Derde Rijk Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie (843-1806)
Duitse Keizerrijk ( ) Derde Rijk, Duizendjarige Rijk 30 januari 1933 tot 23 mei 1945.

24 Hitlerjugend Education for Death

25 Nederland in het interbellum
Hendrik Colijn Officier leger Nederlands-Indië ARP Voorzitter Ministerraad Eerste Kamerlid Minister-president

26 Economische crisis ook in NL
Werklozen  werkverschaffingsprojecten Aanleg wegen, parken, kanalen e.d. Aanpassingspolitiek Niet meer uitgeven dan er binnenkomt. Salarissen lager Minder verkoop Crisis duurt langer.

27 Neutraliteit en opkomst NSB
Verzuiling Veel invloed bestaande groepen Communisme Nationaalsocialisme fascisme NSB Anton Mussert Fascistische denkbeelden 8% 4% Weinig reactie op buitenlandse gebeurtenissen Neutraal